Een ander adres dan 1-1-2
AMERSFOORT - „Is 1-1-2 te bellen bij elk geval van nood? Wie erachter komt dat de zonde de diepste nood is, denkt er niet aan 1-1-2 te bellen, maar komt terecht bij de Heere.”
Met deze woorden opende jeugdwerkadviseur Gerbrand de Jong zaterdag de landelijke appel- en ontmoetingsdag van de Hersteld Hervormde Jongeren Organisatie (HHJO). De bijeenkomst, die door zo’n duizend jongeren werd bijgewoond, had als thema ”1-1-2”.De jongerenorganisatie van de Hersteld Hervormde Kerk is nog steeds in ontwikkeling. Tijdens de appeldag bracht De Jong het nieuwe logo onder de aandacht.
’s Morgens luisterden de jongeren naar twee lezingen, ”Lichamelijke nood” door ds. P. C. Hoek, en ”Geestelijke nood” door ds. P. de Vries. ’s Middags kon er gekozen worden uit vele workshops, gerelateerd aan het thema of andere onderwerpen.
Lijden
Als uitgangspunt voor zijn toespraak over ”Lichamelijke nood” had ds. Hoek Romeinen 8:28 genomen. De predikant uit Sint Annaland waarschuwde ervoor deze bekende tekst niet klakkeloos te citeren zodra we met nood in aanraking komen. „Kun je die tekst belijden bij een ernstig ongeluk? Of als je in een rolstoel zit?”
Ds. Hoek wees erop dat Paulus deze woorden niet lichtvaardig schreef. Hij wist wat lijden was. „Kun je hem dat nazeggen? Ook bij de boodschap van een ongeneeslijk ziekte?”
Wie te horen krijgt dat er medisch gezien geen hoop is, reageert in de verwarring eerder met „Ik weet het niet meer”m dan met „Wij weten dat alles meewerkt ten goede”, zo zei de predikant.
Volgens ds. Hoek zeggen we snel: „Waarom overkomt mij dit?” „Beter is het bij de wortel der zonde te komen. Dat gaat niet zonder worsteling. Zwakte en uitputting versterken de geestelijke nood. Als je bedenkt dat God Zijn eigen Kind aan het kruis liet sterven, verzinkt eigen lijden in het niet. Ook in het grootste lijden weet Gods kind zich in Zijn hand. Het kan zijn dat lichamelijke nood bij de Heere brengt. Achteraf zeg je dan: „Het is goed geweest.” Als in de bitterheid het kruis van Christus komt, dan levert dat uiteindelijk winst op.”
Ellendig
Na hem sprak ds. P. de Vries uit Waarder over ”Geestelijke nood”, naar aanleiding van Psalm 130. „Als iemand tegen je zegt: „Ik voel me zo ellendig”, waar denk je dan eerst aan? Waarschijnlijk gezakt voor een examen? Of de verkering is misschien uit?”
Dan is het wel merkwaardig dat in Psalm 130 niets van dit alles blijkt, aldus ds. De Vries. Hier gaat het om het verdriet over de zonde. „Dezelfde klacht vind je in Romeinen 7 en in de catechismus. Eerst is het nodig de geestelijke ellende te kennen. Door de moderne tijdgeest is het besef van nood helemaal uitgebannen. Wij hebben van die atmosfeer meer ingeademd dan we denken. In veel kerken wordt God voorgesteld als een liefhebbende Vriend, Die altijd voor je klaarstaat. God is liefde, dat is waar, maar Hij is ook heilig. Wie met God in aanraking komt, ontdekt eerst dat Hij heilig is. Als je de schrik des Heeren weet, pas dan kom je erachter wat het wonder van genade en vergeving is. Alleen voor gevangenen die zichzelf niet kunnen bevrijden, is de boodschap van verlossing een blijde tijding. We moeten niet alleen deze geestelijke nood beseffen; we moeten ook weten bij Wie we terechtkunnen. Geestelijke nood kan slechts op één manier opgelost worden, dat is: geopende ogen voor de Zaligmaker.”
Zij die de geestelijke bevrijding ervaren, aldus ds. De Vries, „zeggen blij: „Ik ben niet meer die ik was”, en voegen er bedroefd bij: „Ik ben nog niet die ik zou moeten zijn.”