Stoomgemaal De Cruquius veranderde Haarlemmermeer
CRUQUIUS - Drie grote stoomgemalen moesten halverwege de negentiende eeuw de Haarlemmermeer droogmaken en drooghouden. Dat zorgde voor veel bedrijvigheid. Wetenschappelijk onderzoeker Vincent Erdin deed onderzoek naar een van deze gemalen: De Cruquius.
Voor Koning Willem I, ook wel bekend als de koning-koopman, was het een prestigeproject. De drooglegging van de Haarlemmermeer zou Nederland op de kaart zetten. Overigens was niet alleen prestige van belang. Ook de veiligheid van onder andere Amsterdam speelde mee. Het water van de Haarlemmermeer kon de steden bedreigen.De drooglegging moest een feit worden. Het was alleen nog kiezen tussen twee soorten technieken: tachtig windmolens of drie stoomgemalen, afgekeken van Engeland. Uiteindelijk viel de keus op de stoomgemalen. Ze kwamen aan de rand van het gebied en kregen de namen van beroemde waterstaatkundigen: Leeghwater, Lijnden en Cruquius. De impact was groot. In de polder konden dorpen worden gebouwd, onder andere rond het gemaal De Cruquius. Dit dorp kreeg dezelfde naam als het gemaal.
De eerste steen voor het gemaal werd gelegd in 1847, nu 160 jaar geleden. Tussen 1849 en 1852 pompten de gemalen het gebied leeg. Overigens waren ze niet al die drie jaar in werking. Verspreid over deze periode waren ze zo’n achttien maanden in bedrijf. Ze lagen onder andere bij vorst stil.
Terwijl de Haarlemmermeer werd bebouwd, werd het belang van De Cruquius steeds minder. In 1895 werd het een reservegemaal en in 1933 raakte het helemaal buiten bedrijf. Een stichting wist het een jaar later van de sloop te redden.
Erdin deed onderzoek naar de sociale gevolgen die de drooglegging voor het gebied met zich meebracht. Hij presenteerde vandaag op een symposium zijn bevindingen, die in 1550 pagina’s zijn samengevat op een cd-rom. Bij de cd-rom is een boekje gevoegd met zes lezingen die vandaag werden uitgesproken, onder andere over het loon van arbeiders anderhalve eeuw geleden.
Erdin doet momenteel nog verder onderzoek naar de ongeveer 800 stoomgemalen die Nederland heeft geteld. Dat moet over twee jaar zijn afgerond.