Kamer behandelt PVV-motie toch
DEN HAAG - De Tweede Kamer behandelt een omstreden motie van de PVV over een immigratiestop voor moslims.
Kamervoorzitter Verbeet heeft dat vrijdag laten weten. Volgens haar kan het niet anders. Op het moment dat de motie werd ingediend, gingen er vijf handen omhoog; het minimale aantal om een motie in te kunnen dienen. „Dat besluit kan niet worden teruggedraaid”, aldus Verbeet. Het reglement van orde van de Tweede Kamer voorziet niet in die mogelijkheid.Het opsteken van een hand na het indienen van een motie door een collega vindt plaats uit beleefdheid. Het betekent niet dat iemand het inhoudelijk met een motie eens is. Als een Kamerlid een motie niet kan indienen, is hij niet aan de orde, hoeft het kabinet er niet op te reageren en kan hij niet in stemming komen.
Donderdag ontstond ophef in de Kamer toen PVV-Kamerlid Fritsma een motie indiende waarin het het kabinet wordt opgeroepen een immigratiestop voor moslims in te stellen. Hij vindt dat het behoud van de Nederlandse identiteit en kernwaarden onder grote druk staan „door de voortgaande immigratie van moslims die onze waarden vaak niet blijken te delen.”
Gewoontegetrouw staken Kamerleden hun hand omhoog toen Fritsma de motie had ingediend. Direct daarna ontstond een discussie over het vermeend discriminerende karakter van de motie. De meeste Kamerleden vonden de motie onbehoorlijk en wilden dat deze van tafel ging.
PVV-leider Wilders reageerde gisteren woedend op de poging van mede-Kamerleden om de motie van tafel te krijgen. Hij beschuldigt de andere fracties in het parlement van het leggen van een ”cordon sanitaire” rond zijn partij.
„Daarmee ontneemt de Kamer het recht van een partij waarop een half miljoen mensen hebben gestemd om voorstellen te doen. Dat is ondemocratisch en een belediging van de PVV-kiezer”, aldus Wilders.
De PVV’er vindt dat Kamervoorziter Verbeet tijdens de volgende vergadering aan alle fracties duidelijk moet maken dat de motie in behandeling wordt genomen. Als dat niet gebeurt, wil hij een ordedebat.
De regel dat vijf Kamerleden een motie moeten ondersteunen voor hij kan worden ingediend, is er in de jaren tachtig gekomen. Tot dat moment was het voldoende als drie leden een motie ondersteunden. De Kamer heeft de regel destijds veranderd vanwege de aanwezigheid van de rechtse Centrum Democraten van Janmaat. Die kwam met drie zetels in de Kamer. Door het aantal steunbetuigingen voor een motie te verhogen van drie naar vijf wilde de Kamer voorkomen dat de Centrum Democraten moties in konden dienen.