De overbodigheid van België
De Walen willen blijven; een groeiend aantal Vlamingen vertrekt liever. De Belgische federatie schudt op haar grondvesten. Na vijf maanden praten is er nog steeds geen nieuwe regering. Ondertussen draaien politiek en economie in de verschillende regio’s gewoon door. „Dat toont voor een deel de overbodigheid van België aan.”
De muren van het Vlaamse parlement in Brussel zijn weer schoon. ”Vlaanderen buiten” en ”BHV blijft of België is zijn volk kwijt” stond vorige week nog in zwarte graffitiletters op het gebouw te lezen. Activisten uitten zo hun ongenoegen over de splitsing van het kiesdistrict Brussel-Halle-Vilvoorde - BHV in de volksmond. Voor het eerst maakten de Vlamingen in de federale volksvertegenwoordiging gebruik van hun meerderheid om een omstreden kwestie erdoor te drukken.„We hebben de leuzen de dag daarop meteen laten verwijderen”, vertelt persvoorlichter Dirk Nuyts in de hal van het pand. „Het Vlaamse parlement is hét symbool van Vlaanderen. Daar moeten vooral geen leuzen van extremisten op blijven staan.”
Erg serieus neemt Nuyts de bekladdingen overigens niet. „Dit was duidelijk een reactie op de splitsing van het kiesdistrict. Waarschijnlijk zijn de teksten door een kleine groep Franstaligen uit de randgemeenten rond Brussel aangebracht. De ’gewone’ Waal ligt hier veel minder wakker van.”
De splitsing van ”BHV” is slechts een van de kwesties die de Belgische kabinetsformatie in een vrijwel uitzichtloze patstelling hebben gebracht. Het draait allemaal om de omstreden staatshervormingen, een hete politieke brij waar de partijen al jarenlang omheen draaien. De Vlaamse partijen hebben hun kiezers in de aanloop naar de stembusstrijd van 10 juni gepaaid met beloftes dat zij zich sterk zouden maken voor de overdracht van (nog meer) federale bevoegdheden naar de regio’s. Waalse politici hebben een uitgesproken ”non-campagne” gevoerd - nee tegen elke Vlaamse poging meer rechten naar zich toe te halen.
Op de schop
Dat de staatshervormingen noodzakelijk zijn, lijdt voor prof. Boudewijn Bouckaert geen twijfel. De Vlaamse hoogleraar grondslagen en geschiedenis van het recht aan de universiteit Gent was tot vorig jaar voorzitter van het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen. „In Vlaanderen is de laatste tien, vijftien jaar de overtuiging gegroeid dat de Belgische staat grondig op de schop moet”, vertelt hij in zijn riante woning in Wetteren, een stadje onder de rook van Gent. „Er moeten meer bevoegdheden naar de gewesten worden overgedragen om de uitdagingen van de toekomst aan te kunnen. Bij de Walen is dat besef niet aanwezig. Zij willen het liefst de status-quo handhaven.”
Waarom wil Wallonië niet mee op het hervormingspad? Bouckaert: „Ten eerste hebben zij niet het identiteitsgevoel waarover de Vlamingen wél beschikken. Vlaanderen is een welbewuste natie, met eigen instellingen die heel behoorlijk werken. Ze zijn meer op Hollandse leest geschoeid. De Franse taal is het enige dat de Walen bindt.”
Ook economische overwegingen bepalen voor een belangrijk deel de Waalse houding, benadrukt de Gentse wetenschapper. „In de jaren ’50 had in Wallonië een proces van deïndustrialisatie plaats. Daar heeft men niet goed op gereageerd. Er is al die jaren enorm op de overheid geleund. Rond de 42 procent van de bevolking is in overheidsdienst. In Vlaanderen is dat maar 26 procent. Met als gevolg dat 4 tot 5 procent van het Vlaamse inkomen jaarlijks via de federatie naar het zuiden verdwijnt. De Walen vrezen natuurlijk dat met de staatshervormingen er een einde aan die geldstroom komt en dat zij op een ruwe manier zullen verarmen.”
Als derde argument noemt Bouckaert de rol van de media. „In Nederland is sprake van één publieke opinie. Iedereen kijkt ’s avonds naar hetzelfde NOS Journaal. Dat bestaat in België niet. In Vlaanderen lezen we andere kranten dan in Wallonië. De Franstalige pers heeft het publiek altijd wijs gemaakt dat de drang naar onafhankelijkheid alleen door het Vlaams Blok werd verkondigd. Nu staan ze perplex omdat ook de christendemocraten hun been stijf houden inzake de staatshervormingen.”
Zorgwekkend punt
Voorlopig ziet de Belgische jurist geen oplossing voor de politieke crisis opdoemen. „Dat kan echt nog wel even duren. De lopende zaken gaan intussen toch wel door en veel wordt tegenwoordig door Europa geregeld. Dat toont voor een deel de overbodigheid van België aan. Dit land is getrivialiseerd.”
Als de Walen echter nee blijven zeggen, „spelen ze met het voortbestaan van België”, meent Bouckaert stellig. „Het België zoals dat nu bestaat, is er over tien jaar sowieso niet meer. Misschien gaan de partijen door de knieën. Maar de staatshervormingen zullen altijd weer bij de volgende verkiezingen terugkomen. Ik schat de kans op het uiteenvallen van België op 50 procent.”
De hoogleraar verwacht geen „extreme gevolgen” als het ooit tot een opsplitsing van de federatie komt. „België is Joegoslavië niet. Er is hier geen sprake van etnische haatgevoelens. Zelfs in het meest zwarte scenario voorzie ik geen gewelddadige uitbarstingen. Tenzij de Walen eisen dat Brussel en de periferie rond de stad bij Wallonië worden gevoegd. Dat vind ik een zorgwekkend punt en daar zou het wel eens kunnen clashen.”
Als het aan Bouckaert ligt, sluit Vlaanderen zich direct bij Nederland aan. „Ik ben protestant, vandaar dat ik me altijd al meer naar het noorden heb opengesteld. Ik vind ook dat ’1830’ (de afscheiding van België, red.) een schromelijke vergissing was. Bij de gemiddelde katholiek is dat niet zo aan de orde. Hoewel op dat punt de geesten wel evolueren. Nederland en Vlaanderen zouden een sterke economische entiteit in Europa kunnen vormen. En de Nederlanders zouden nog wel wat van de Vlamingen kunnen leren op het gebied van onderwijs. De Vlaamse middelbare scholen zijn beter dan de Nederlandse. Ze zijn veel sterker op waardeoverdracht gericht.”
Huis van Oranje
Wat moet er in dat geval dan met het Belgische koningshuis gebeuren? Bouckaert: „Ik ruil het hof direct in voor het Huis van Oranje. Ik ben een echte orangist, vooral ook omdat Oranje veel voor de stad Gent heeft gedaan. Het Belgische hof heeft in Vlaanderen absoluut geen draagvlak. De koning heeft zich nooit ingespannen om ook vorst van de Vlamingen te zijn. Ik zie de toekomst wat dat betreft somber in. De huidige koning heeft nog wel wat krediet onder de bevolking. Maar kroonprins Filip absoluut niet. Mogelijk is het einde van het koningshuis ophanden. Daarmee zou weer een bindmiddel verdwijnen.”
Voorlopig is aansluiting bij de noorderburen echter geen optie, erkent de Gentse onderzoeker. „Het zou hoe dan ook een langdurig proces worden. Nederland is daar ook nog niet klaar voor. Nederlanders kijken nog altijd enigszins meewarig naar de Vlamingen. Daar moet dus nog wel het nodige groeien. Een tussenstation in de vorm van een onafhankelijk Vlaanderen of een quasionafhankelijk Vlaanderen in een losse federatie is wat mij betreft ook goed.”
Voor de meeste Walen is opsplitsing van België onbespreekbaar - en dat laten ze ook duidelijk merken. Overal in het zuiden verschijnt plotseling de Belgische vlag. Ook in Dinant, een stadje in het hart van Wallonië, siert de driekleur menig huis.
In een café, op een steenworp afstand van de Maas, uit Jaime Desan zijn ongenoegen over de Vlaamse eisen. „Er is geen enkele reden voor een scheiding”, zegt hij verontwaardigd. „België moet één blijven. In plaats daarvan heeft een stelletje extremisten het politieke proces gekaapt en probeert nu een wig tussen de regio’s te drijven. Dat gaat toch dwars tegen het Europese gevoel van meer eenwording in? Uit de Vlaamse houding spreekt ook geen enkele solidariteit. Het is: alles voor hen en niets voor de anderen.”
„Het is jammer dat er nog geen akkoord is bereikt”, meent Françoise Fondaine, terwijl ze in de richting van de imposante kathedraal van Dinant loopt. „We hebben elkaar nodig. België moet gewoon België blijven. Ik voel me ook vóór alles Belg - en daarna een Franstalige Belg. Er zouden wat meer politici moeten opstaan die de eenheid van het land op het oog hebben. Er worden nu alleen maar politieke spelletjes gespeeld die de gewone burgers totaal niet interesseren.”
Strijdlustig
De 89-jarige Roger Balthazart, met wandelstok en gleufhoedje, worstelt tegen de snijdende novemberwind in de Maasbrug over. „Ik wil wel een paar vragen beantwoorden, maar niet hier”, zegt hij voorzichtig. „Ik ben oud, en daarom bang dat ik kou vat.”
Met die voorzichtigheid is het snel gedaan als de hoogbejaarde Waal eenmaal over de politiek begint te spreken. In de krochten van een historisch pand aan de rivier geeft de voormalige gerechtsgriffier een uitgebreid exposé over de crisis in België. „Ik heb meteen na de verkiezingen de Belgische vlag uitgehangen”, verklaart hij strijdlustig. „En ik heb mijn buurman opgedragen hetzelfde te doen.”
Van de Vlaamse frustratie over het geld dat van noord naar zuid vloeit, wil Balthazart niets weten. „Hun historisch besef is wel erg minimaal. Voor de sluiting van de kolenmijnen en de neergang van de zware industrie in de jaren ’50, waren de rollen precies omgedraaid. Toen dreef Vlaanderen deels op geld dat in de Waalse fabrieken werd verdiend. Ik geef toe dat de Vlamingen dynamischer op de economische crisis hebben gereageerd. Zij hebben hun dienstensector versterkt en bijvoorbeeld de haven van Zeebrugge aangelegd. Maar dat gebeurde wél met Waalse middelen.”
Met de opsplitsing van de Belgische federatie zal het zo’n vaart niet lopen, schat Balthazart in. „Nederland zit echt niet te wachten op de Vlamingen. Er zijn grondwettelijke voorschriften die de inrichting van het staatsbestel regelen. Die kun je niet zo maar veranderen. De prijs die voor opdeling moet worden betaald is aan beide kanten te hoog.”
Interview
Is aansluiting van Wallonië bij Frankrijk dan een optie? Roger Balthazart schudt verwoed zijn hoofd. „Frankrijk heeft ons in de geschiedenis alleen maar oorlog gebracht. Daar moeten we het niet van verwachten.” De Belgische kabinetsformatie kan volgens hem nog wel maanden duren. Het ontbreekt vooralsnog aan de noodzakelijke druk om tot een akkoord te komen. Prof. Kris Deschouwer: „Het is blijkbaar allemaal nog niet erg genoeg.”
Het bureau van prof. Deschouwer, politicoloog aan de Vrije Universiteit Brussel, ligt bezaaid met analyses en lijvige rapporten. Binnen- en buitenlandse media staan in de rij om de mening van de Vlaamse wetenschapper over de slepende politieke crisis te vernemen.
„Ik ben minder verbaasd dan vele anderen in dit land dat het zo ver heeft kunnen komen”, begint Deschouwer. „In het verleden waren de partijen altijd verplicht om tot een oplossing te komen. Dat is nu niet het geval. Dat hebben we zelf in de hand gewerkt. Het merendeel van de bevoegdheden is van de federale overheid naar de gewesten overgeheveld. Daardoor draaien de zaken voor het grootste deel toch wel door.”
Ligt er volgens u wel een oplossing in het verschiet?
„Het is blijkbaar allemaal nog niet erg genoeg. Als we de Belgische franc nog hadden gehad, was er allang een nieuw kabinet geweest. Economen hebben becijferd dat de franc door deze perikelen met ongeveer 10 procent zou zijn gedevalueerd. Dat zou een prima drukmiddel zijn om de formatie te bespoedigen. Er moet óf een externe crisis komen, waardoor er dringend een federale regering nodig is. Of de attitude van de partijen moet drastisch veranderen.”
Die attitude is ingegeven door beloftes aan de kiezer over staatshervormingen. Daar kunnen de betreffende partijen toch niet zomaar vanaf?
„Het is zeer legitiem om je aan verkiezingsbeloftes te houden. Het probleem is dat er over anderhalf jaar alweer verkiezingen voor de regionale parlementen zijn. De politici zijn natuurlijk ontzettend bang dat zij dan zullen worden afgestraft voor elk verkeerd besluit dat ze nu nemen. Toch zullen ze van die houding moeten afstappen.”
Dat zou toch een vorm van kiezersbedrog zijn?
„Kiezersbedrog hoort bij coalitievorming. Een formatie bestaat uit het sluiten van compromissen. De partijen moeten die omslag nog maken. Daarom duurt het even. Het probleem is ook dat er geen electorale ’incentives’ zijn voor federale compromissen. De federale politiek wordt volledig door de taalgrenzen beheerst. Niemand spreekt in naam van dé Belgische kiezer. Ik ben daarom een warm voorstander van nationale kieskringen, van een nationale verkiezingscampagne, over de taalgrenzen heen.”
Al jaren wordt geroepen dat het einde van België nabij is. Dat geluid is door de huidige crisis aanzienlijk versterkt. Hoe kijkt u daar tegen aan?
„België opsplitsen is veel moeilijker dan België bij elkaar houden. Begin er maar eens aan. Hoe ga je met de kwestie Brussel om? Wat doe je met de staatsschuld? België wordt nu als een kredietwaardige natie beschouwd. Als je het land opdeelt, zullen investeerders zich wel twee keer bedenken. Vroeg of laat zal er daarom toch wel een federale regering komen. Naarmate de tijd vordert, wordt het alleen steeds moeilijker om de bocht te maken.”
Tot nu toe lopen de onderhandelingen vast op de omstreden staatshervormingen. De koning heeft gelast dat die kwestie buiten de formatiebesprekingen moet blijven. Toch zullen de hervormingen ooit aan de orde moeten komen.
„Ja, want er zitten duidelijk ’constructiefouten’ in het federale bestel. Neem alleen al het feit dat er elke twee jaar verkiezingen zijn. Ik pleit er al jaren voor de federale en regionale verkiezingen op één dag te houden.”
De koning heeft eigenhandig in de formatie ingegrepen. Heeft hij daarmee niet zijn constitutionele bevoegdheden overschreden?
„De bevoegdheden van de koning zijn op dit punt niet duidelijk omschreven. Dit is een unieke situatie, dus is het voor de vorst ook improviseren. Hij heeft dat overigens niet op eigen houtje gedaan, maar zorgvuldig met de partijen overlegd. Ik vind de kritiek op het optreden van de koning dan ook te makkelijk. Als er na vijf maanden nog geen regering is, moet er toch íémand opstaan.”
Duitstalige Belgen willen één natie (door Frederike Hessing)
Buigen of barsten? In België is nog steeds niet duidelijk welke uitkomst de politieke crisis rond de regeringsformatie zal hebben. In Eupen, de ’hoofdstad’ van de Duitstalige gemeenschap in het oosten van België, pleiten de mensen op straat voor één natie.
De ruim 70.000 mensen in de Duitstalige gemeenschap vormen naast de Vlamingen en Walen een kleine groep in België. Hoewel de meesten van hen Duits spreken, naar Duitse tv-zenders kijkt en hun boodschappen bij de Lidl doen, voelen deze mensen zich in de eerste plaats Belg.
Vaak omschrijven de inwoners van Eupen zichzelf met „Duitstalige Belg.” De burgers van de Duitstalige stad hebben een duidelijke mening over de politieke perikelen. „Ik vind dat België moet blijven wat het is: één land. De Vlamingen en de Walen moeten er samen uitkomen. Ik hoop dat er een oplossing voor de problemen komt”, aldus mevrouw Schims vanachter de toonbank in een boekwinkel.
De Duitstalige Belgen uiten hun wens dat België één land blijft overigens minder openlijk dan de Walen. Hangen er in het Waalse stadje Dinant overal Belgische vlaggen, in Eupen is de driekleur nergens te bekennen. Behalve dan bij openbare gebouwen, waar het zwart, geel en rood altijd al wappert. Tekenend daarbij is dat bij deze gebouwen ook de Vlaamse en de Waalse vlag prijken. Terwijl er in het Franstalige Dinant geen Vlaamse vlag te zien is.
De Duitstalige Belg Ernst houdt van het huidige België maar ziet de toekomst van de federatie somber in. „Voor mij staat vast dat België uit elkaar zal vallen. Ik zeg niet dat het over vijf of tien jaar gebeurt, maar het zal gebeuren. Er is niets dat de Vlamingen en Walen bindt, daarom zal België niet blijven bestaan. Een opsplitsing zal erg jammer zijn. Ik heb een goed leven hier.”
De politieke crisis lijkt vooral een conflict te zijn tussen de Vlamingen en de Walen. De Duitstalige Belgen zullen van de uitkomst echter wel de gevolgen voelen.