Opinie

Stop erosie van gemeenschappen

Steeds meer christenen relativeren hun geloof en zien ook wel wat in andere wereldgodsdiensten. Dat is schokkend, stelt Charles Colson . Christenen moeten hun kinderen leren op te komen voor de christelijke waarheid.

16 November 2007 20:36Gewijzigd op 14 November 2020 05:17
„In de donkere eeuwen kopieerden en bewaarden Ierse monniken de Bijbel en andere boeken. Zij begrepen dat beschaving niet kan overleven als de wijsheid van vorige generaties niet wordt doorgegeven. Laten wij nu hetzelfde doen.” Foto ANP
„In de donkere eeuwen kopieerden en bewaarden Ierse monniken de Bijbel en andere boeken. Zij begrepen dat beschaving niet kan overleven als de wijsheid van vorige generaties niet wordt doorgegeven. Laten wij nu hetzelfde doen.” Foto ANP

Heeft het relativisme de kerk zodanig geïnfiltreerd dat volwassenen het vermogen hebben verloren om hun eigen jeugd betrokken te houden? Ik had het me nooit voor kunnen stellen. Een recente gebeurtenis deed echter vragen rijzen.Iemand die afgestudeerd is bij ons Centurionprogramma (een intensieve cursus in het Bijbelse wereldbeeld) steunt een vrijwillige christelijke club op haar plaatselijke middelbare school. Drieënveertig leerlingen gaven zich op voor de cursus van dertien weken. Alles ging goed, tot ze bij les tien kwamen, waarin de leerlingen voor een aantal keuzes geplaatst werden om hen het verschil te leren tussen persoonlijke voorkeur en waarheid. Een van de keuzes, ”Geloven in de islam, het boeddhisme of het christendom” flitste op op het scherm.

Onze Centurion -ik noem haar Joanne- vertelde me dat „de leerlingen gek werden.” Ze was geschokt toen zeven van de acht groepsleiders, waarvan aangenomen werd dat ze volwassen christenen waren, aarzelden om het christendom in relatie tot andere, valse, religies als waar te bestempelen.

Joanne drong erop aan dat ze met hun ouders en predikanten zouden spreken, omdat ze geloofde dat deze autoriteiten het wel zouden rechtzetten. De volgende dag kwamen ze terug met hun antwoorden - en die waren ontstellend. De predikant van de ene tiener zei dat niemand zeker kan zijn van de waarheid, dat „het een kwestie van perspectief is.” De ouders van de zeven groepsleiders waren het erover eens dat hun pubers niet moesten zeggen dat alleen het christendom waar is, omdat dat anderen zou kunnen kwetsen. Een meisje had een opstel geschreven over „waarom we de gevoelens van anderen niet moeten kwetsen door te stellen dat wij gelijk hebben.” Joanne werd ertoe gedwongen hoofdstuk 10 over te slaan. „Ze kunnen niet doorgeven wat ze zelf niet geloven,” zei ze.

Keuzes en vrijheid
Als dit representatief is voor wat er in de kerk gaande is, zitten we in de problemen. We moeten ons niet alleen zorgen maken over het discipelschap, maar ook over de vraag of we verliezen wat socioloog Robert Bellah onze „gemeenschap van herinneringen” noemde.

In de jaren tachtig hield Bellah interviews met 200 doorsnee-Amerikanen uit de middenklasse, op zoek naar wat hij -in navolging van Alexis de Tocqueville- noemde „de gewoonten van het hart” die ons leiden. Veel respondenten gaven aan dat ze geen gemeenschapsgevoel of enige sociale betrokkenheid ervoeren. Ze zagen de wereld als een verdeelde plaats vol keuzemogelijkheden en vrijheiden die weinig betekenis en troost boden.

Bellah noemde dit fenomeen „ontologisch individualisme” - de overtuiging dat het individu het enige is dat ons leven betekenis geeft. Dat staat in schril contrast met wat Bellah Bijbelse en republikeinse tradities noemde, die een referentiepunt van betekenis bieden buiten het individu -ze leren ons over de aard van de wereld, van de samenleving en van onszelf. Deze tradities krijgen uitdrukking in „gemeenschappen van herinneringen” zoals religieuze groeperingen, traditionele gezinnen en culturele verbanden. Zij geven een bepaalde mate van orde en context door van generatie op generatie.

Bellah voorspelde dat zo’n wijdverspreid individualisme de subtiele banden die mensen met elkaar verbinden zou kunnen vernietigen en de stabiliteit van onze sociale orde zou kunnen bedreigen.

Cultuur
Tragisch genoeg zou Bellah wel eens profetisch geweest kunnen zijn. We kunnen zien wat relativisme en radicaal individualisme met het gezin hebben gedaan, dat zo essentieel is voor het doorgeven van manieren en gebruiken van de ene generatie op de andere. Ik heb de consequenties hiervan gezien bij twee generaties gevangenen. Als ik door de cellengalerijen loop, spreek ik met kinderen over God de Vader. Ze kijken naar me alsof ik een vies woord zeg. De meesten weten niet wie hun vader is. Het zijn net verwilderde kinderen, verstoken van enige morele bagage.

Het verlies van de gemeenschap van herinneringen bij één generatie kun je nog wel herstellen. Maar na twee generaties heb je de slagaders van de beschaving, die waarheid en deugd kunnen doorgeven, doorgesneden. Er staat overduidelijk enorm veel op het spel, niet alleen voor de kerk, maar ook voor onze cultuur.

Kerk
Als er één plaats is waarin de gemeenschap van de herinneringen onderhouden moet worden -zelfs wanneer het gezin en andere culturele instituten falen- is het wel de kerk. We zijn tenslotte mensen die leven door de geopenbaarde waarheid. De lessen van de apostelen werden van de ene generatie op de andere doorgegeven, getrouw en met grote voorzichtigheid overgeleverd. Tijdens de donkere eeuwen kopieerden en bewaarden Ierse monniken de Bijbel en andere boeken. Zij begrepen dat beschaving niet kan overleven als de wijsheid van vorige generaties niet wordt doorgegeven.

En hier staan wij, honderden jaren later, niet in staat om onze kinderen te leren hoe ze de christelijke waarheid kunnen verdedigen. Onbekwaam, of onwillig, omdat we offeren op het altaar van de afgod van de tolerantie. Als we datgene hopen te bewaren wat het leven waard maakt om te leven, moeten we als kerk het vermogen bewaren om zelf de waarheid te kennen - om de betekenis van Jezus’ uitspraak in ons te kunnen opnemen: „Ik ben de Waarheid.” En dan moeten we dat doorgeven aan onze kinderen.

Zijn wij bereid om een heroïsche poging te doen de voortgaande erosie van de meest essentiële gemeenschap van herinneringen tot staan te brengen? De monniken deden het in een eerdere donkere tijd. Dat kunnen wij ook, als we bereid zijn onze rug te rechten voor deze taak.

De auteur was van 1969 tot 1973 eerste adviseur van de Amerikaanse president Nixon. Later was hij werkzaam voor de Amerikaanse non-profitorganisatie Prison Fellowship en voor de conservatieve christelijke denktank Wilberforce Forum.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer