„Gevaar zit niet in het boek, maar in de lezer”
PUTTEN - Zijn christelijke boeken goed en seculiere boeken fout? Is het lezen van een niet-christelijk boek gevaarlijk? „Het gevaar zit niet in het boek, maar in de lezer.” De lezer moet niet de literatuur, maar de literatuur moet de lezer kritisch tegen het licht houden.
Dit zei Enny de Bruijn donderdag tijdens de ontmoetingsdag van predikantsvrouwen. De jaarlijkse bijeenkomst van de Hervormde Predikantsvrouwencontio op gereformeerde grondslag in de Protestantse Kerk in Nederland trok 140 bezoekers en had als thema ”Literatuur en geloof”.Enny de Bruijn, redacteur cultuur bij het Reformatorisch Dagblad, sprak over ”Godsbeeld en mensbeeld in de (christelijke) literatuur”. Volgens De Bruijn is er geen scherpe scheidslijn tussen christelijke en niet-christelijke literatuur. Boeken uit het wereldse circuit kunnen christelijke gedachten vertolken en in christelijke boeken kunnen onchristelijke dingen gezegd worden.
In haar lezing onderscheidde De Bruijn een aantal verschillende categorieën. Eén daarvan noemde ze de zeldzame soort waarin een Bijbelse visie hand in hand gaat met een hoog literair gehalte. Auteurs uit de reformatorische gezindte schrijven niet goed genoeg, versimpelen te veel en tekenen al te karikaturale beelden van God. Lezers die meer diepgang willen, komen onvermijdelijk bij het seculiere circuit terecht. „Een niet-christelijke auteur als Khaled Hosseini weet door zijn diepgang en trefzekere vertelkunst ook christenen te raken.”
In dit verband signaleerde De Bruijn in christelijke lezerskringen een probleem: „Weinig eisende, op ontspanning gerichte lezers kunnen zich volkomen kritiekloos laven aan avonturen en romantiek met een vertrouwd-christelijke nestgeur, terwijl ervaren lezers nauwelijks christelijke boeken kunnen vinden en hun diepste inzichten ontlenen aan de op z’n hoogst humanistische denkbeelden van seculiere schrijvers.”
Ervaren lezers lopen het gevaar bewust of onbewust verkeerde invloeden te ondergaan. Waar liggen precies de grenzen? Overigens dient volgens De Bruijn beseft te worden dat „de beste remedie het lezen van de Bijbel is, en wel zo dat men voortdurend in gesprek blijft met de Auteur van het Boek der boeken.”
Worsteling
De schrijfster Janne IJmker, bekend door haar boek ”Achtendertig nachten”, was uitgenodigd om te spreken over haar eigen worsteling omtrent Godsbeeld en mensbeeld bij de totstandkoming van haar boek. Ze vertelde over haar jeugdervaringen en hoe zij tot schrijven gekomen was. IJmker wilde aanvankelijk niet per se christelijke boeken schrijven. Echter, de gewoonte eerst te bidden en dan te schrijven, werkte de omslag. Min of meer tegen haar intentie in schreef ze christelijk boeken.
IJmker ontdekte dat er niets mooier is dan mens en wereld vanuit een gelovig standpunt te beschrijven. Voor IJmker moet alles over God uit het verhaal zelf voortkomen, anders wordt het een farce. De schrijfster is het oneens met de kritiek alsof de romanfiguren uit deze historische roman te veel vanuit de moderne tijd zijn ingekleurd. Hoewel het boek fictie is, ligt er wel historisch onderzoek aan ten grondslag.
De schrijfster zei als afsluiting: „Als u vindt dat ik me niet expliciet over Godsbeeld en mensbeeld uitgelaten heb, heeft u gelijk. U moet het uit mijn woorden opmaken. Dat is typisch literair.”
’s Middags vertelde Beppie de Rooy, redacteur bij uitgeverij Mozaïek, hoe ze schrijvers begeleidt om goede christelijke boeken uitgegeven te krijgen. Bij de beoordeling van een manuscript is de eerste bladzijde vaak beslissend. Als een auteur na aanmoediging en bevestiging een manuscript geproduceerd heeft, ontpopt De Rooy zich als chirurg die het mes hanteert.
Gewild literaire beeldspraak moet verdwijnen. Volgens de redacteur zijn de slechte plekken die eruit gesneden moeten worden voor schrijvers vaak de dierbare plekken. Het is haar stellige overtuiging dat christelijke literatuur niet mag onderdoen voor seculiere. „Christelijke literatuur is niet tuttig, maar staat voor kwaliteit. Wil je christelijke gedachten in je boek verwerken, dan kan dat alleen als het verhaal overtuigend is en de kracht van de vertelling uiterst sterk is. Pas dan mag je christelijk zijn.”