Deze klacht formuleerden enkele Amerikaanse topmilitairen in Irak deze week tegenover The Washington Post. „Iraakse toppolitici hebben nu de mogelijkheid om een aantal hoogstnoodzakelijke zaken te regelen, maar men kan daar niet te veel tijd overheen laten gaan”, aldus luitenant-generaal Raymond Odierno tegenover de Post. Als politiek Bagdad geen gebruik maakt van deze mogelijkheid, dan moet Washington zijn beleid tegenover Irak volgens Odierno „herzien.”Het aantal aanvallen op Amerikaanse troepen en het aantal bomaanslagen is de laatste maanden gedaald, hoewel 2007 toch het bloedigste jaar is voor Amerikaanse militairen in Irak. Deze ontwikkeling maskeert echter een Iraaks probleem dat ingrijpende gevolgen kan hebben. „Er heeft een uitgebreide etnische schoonmaak plaatsgevonden, waardoor niet alleen het land maar zelfs een stad als Bagdad verdeeld is in pure sjiitische en pure soennitische wijken. Dat is geen solide basis voor toenadering tussen de belangrijkste etnische groeperingen”, meent de Iraakse oud-generaal Waleed al-Ubaidy.

Marc Lynch, een Midden-Oostendeskundige van de George Washington Universiteit, acht het niet onwaarschijnlijk dat de soennieten eventueel proberen zich van een federalistisch Irak af te scheiden. Amerikaanse diplomaten erkennen dat gevaar, maar benadrukken dat zo’n ontwikkeling alleen tegengehouden kan worden als Iraakse politieke leiders serieus in actie komen.

Er dreigt in dit verband nog een ander gevaar. Ongeveer 2 miljoen burgers zijn voor het geweld in Irak gevlucht. Als die naar huis terugkeren nu het veiliger is, en dan ontdekken dat hun huizen worden bewoond door vertegenwoordigers van een „vijandelijke” groepering, zal dat het geweld opnieuw doen oplaaien, vrezen sommige Amerikaanse militairen.