Koninklijk Huis

„Standbeeld voor koningin Juliana”

Koningin Juliana verdient een standbeeld. Het is onbegrijpelijk dat daarvoor nog geen enkel initiatief is genomen, vindt Oranjekenner Bert van Nieuwenhuizen. Zaterdag zette hij in een opinieartikel in NRC Handelsblad zijn argumenten op een rij.

W.G. Hulsman
16 November 2007 09:15Gewijzigd op 14 November 2020 05:17

De betekenis van koningin Juliana wordt te weinig erkend, licht Van Nieuwenhuizen zijn stap toe. „Koningin Juliana was niet slechts de aardige mevrouw in bloemetjesjurk op het bordes van Soestdijk. Nee, zij was een staatsvrouw van allure. Verder is zij altijd een beetje fijngemalen tussen haar robuuste moeder en haar efficiënte dochter.”Bovendien waren koningin Wilhelmina en prins Bernhard na de oorlog de gevierde helden van het verzet. Van Nieuwenhuizen constateert na veel onderzoek dat dat beeld niet klopt. „De rol van Juliana in en rond de oorlog is net zo groot als of zelfs groter dan die van haar moeder. Toen Juliana in Canada was, is zij voor Nederland de boer opgegaan. Zij hield veel radiotoespraken over Europa en de geallieerde zaak. Zij zorgde ervoor dat haar moeder naast de Amerikaanse president Roosevelt kwam te staan. Zíj effende daarvoor het pad, want haar moeder wist van toeten noch blazen als het om internationale verhoudingen ging.” Die positieve feiten over Juliana zijn na de oorlog volledig ondergesneeuwd, concludeert Van Nieuwenhuizen.

Verder ontdekte hij tijdens het onderzoek voor zijn boek ”Juliana, maatschappelijk werkster met een kroon” (Aspekt, 2004) dat de prinses het tijdens de Tweede Wereldoorlog al vroeg opnam voor de Joden. „Nog eerder dan haar moeder. Al in 1941 hield zij op Curaçao een receptie speciaal voor deze groep en in die tijd bracht zij de zaak van de Joden ook onder de aandacht van de Amerikanen en Canadezen.”

Er zijn nog meer redenen waarom koningin Juliana een standbeeld verdient. „Het is niet zo bekend, maar in de periode 1945-1948 vervulde zij twee keer langdurig het regentschap en verving zij haar moeder.”

Van Nieuwenhuizen wijst er ook op dat Juliana de eerste vorstin was die het hele volk achter zich wist te krijgen. „Wilhelmina was echt koningin van de protestanten. Koningin Juliana was er voor alle bevolkingsgroepen.”

De afgelopen maanden dacht Van Nieuwenhuizen veel over al deze feiten na. Uiteindelijk klom hij in de pen en schreef een pleidooi om tot de realisatie van een Julianamonument te komen. NRC Handelsblad plaatste het stuk zaterdag. Maandag kreeg de schrijver al bijval van een Haags gemeenteraadslid dat in 2005 hetzelfde idee bij het gemeentebestuur dropte, maar er sindsdien niets meer van heeft gehoord.

In Den Haag moet zeker een Julianastandbeeld worden gerealiseerd, zegt Van Nieuwenhuizen. „Daar moet het nationale monument komen. Verder verdient zij een standbeeld in de hoofdstad en ook een in Baarn. Juliana heeft er bewust voor gekozen een groot deel van haar leven op Paleis Soestdijk door te brengen.”

Nederlanders houden toch niet zo van standbeelden? „Er zijn al te veel monumenten. Jan Rap en zijn maten krijgen er allemaal een. Ik ben wat bot, maar voor Theo van Gogh komt er één, voor de volkszanger Jonny Jordaan één, noem maar op. En voor koningin Juliana niet? Dat kan toch niet!”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer