In de schaduw van het celibaat
Ze zitten al vier maanden op een houten bankje voor de ambtswoning van kardinaal Simonis. Dag in dag uit, weer of geen weer. Mevrouw Weber (56) en haar zoon David (25) hebben een bijzondere missie: aandacht en erkenning voor kinderen van rooms-katholieke geestelijken. Bijzondere ontmoetingen zijn er ook, vooral 's nachts. „Pas kwam een man voorbij die alleen maar zei: „Erasmus was ook de zoon van een priester", en toen verderliep. Het bracht de Webers op het idee de stichting die ze in het leven hebben geroepen “Zonen van Erasmus” te noemen.
De stichting “Zonen van Erasmus” gaat zich inzetten voor kinderen die op de een of andere manier schade hebben geleden vanwege het feit dat vader priester of lid van een rooms-katholieke orde is. Schade omdat de vader bijvoorbeeld niet aan zijn zorgplicht heeft voldaan. In Nederland bestaat ook een stichting die opkomt voor vrouwen van priesters, “Magdala” geheten. Deze stichting ondersteunt rooms-katholieke vrouwen die een ‘geheime’ relatie met een priester hebben bij hun pogingen hiermee naar buiten te treden. David Weber, oprichter van “Zonen van Erasmus”, wil voor kinderen een vergelijkbaar alternatief bieden. „Erasmus was de zoon van een monnik. Onze stichting wil kinderen van priesters die delen in eenzelfde lot, helpen. Het belangrijkste doel is het organiseren van zonen en dochters van priesters of van leden van een rooms-katholieke orde. We willen elkaar helpen samen succesvol juridische strijd te voeren voor herstel van de materiële en immateriële schade die is geleden", zegt David. „We hebben nog even gedacht aan de naam “Kinderen van Erasmus”“, legt zijn moeder uit. „Maar dan zouden mensen misschien alleen aan kleine kinderen denken.”
“Zonen van Erasmus” wil niet alleen de betrokkenen helpen, maar daarnaast ook het publiek informeren, omdat de verhalen over kinderen van priesters vaak gecompliceerd zijn. Ook is het de bedoeling vooroordelen weg te nemen.
Heet water
David is er een bewijs van dat verhalen over priesterkinderen ingewikkeld kunnen zijn. De oprichting van “Zonen van Erasmus” heeft een lange voorgeschiedenis. Al jaren voert mevrouw Wiltrud Weber strijd tegen de jezuïetenorde, vooral in Duitsland. In augustus dit jaar belandde ze met haar zoon op de Utrechtse Maliebaan, waar het aartsbisdom zetelt. De twee eisen opheldering over de vraag wat er met hun man en vader is gebeurd. In 1975 zou Wiltrud, toen zwanger van David, in het huwelijk treden met Pete Kelly, een hoge functionaris binnen de jezuïetenorde. Enkele dagen voor de vastgestelde trouwdatum verdween hij spoorloos, volgens mevrouw Weber onder druk van de jezuïetenorde. Ze heeft de gang van zaken nooit vertrouwd. Want korte tijd later trad Pete uit de orde en trouwde alsnog met een weduwe met vier kinderen. Ook hebben de jezuïeten Kelly’s verplichtingen tegenover zijn zoon David gesaboteerd, meent mevrouw Weber.
„In Duitsland is er een overeenkomst tussen kerk en staat die zegt dat de kerk haar eigen rechtszaken regelt", zegt David. „Dat betekent dat de kerk min of meer kan doen en laten wat ze wil. Voor het Duitse hooggerechtshof hebben we geprobeerd de jezuïetenorde aansprakelijk te stellen, maar dat bleek onmogelijk. Toen we daarmee bezig waren, zijn we min of meer onder druk gezet het land te verlaten. In Duitsland is de Rooms-Katholieke Kerk dus zeer moeilijk aansprakelijk te stellen. In Nederland bestaat officieel de scheiding tussen kerk en staat. Dat schept juridisch meer mogelijkheden."
De Webers eisen van de jezuïeten opheldering over de verdwijning van Kelly in 1975 en een financiële vergoeding ter compensatie voor de niet-nagekomen verplichtingen van de vader. Om hun woorden kracht bij te zetten verblijven ze nu dag en nacht voor de woning van kardinaal Simonis.
's Nachts houdt een van beiden de wacht, terwijl de ander slaapt. Wie 's morgens rond zes uur of 's avonds laat over de Maliebaan rijdt, ziet een inmiddels vertrouwd tafereel: de bank toegedekt met blauw zeil, als bescherming tegen regen en kou, en een ‘wachter’ die het pad op en neer loopt. „In die lange nachten is er veel gelegenheid om te mediteren", zegt mevrouw Weber. Voor het kerkblad van de Waalse gemeente, waar ze inmiddels goede contacten heeft, schreef ze “Méditation sur un banc” (meditatie op een bank). Over belangstelling geen klagen. „We zitten hier op de mooiste plaats van Europa. De mensen tonen veel belangstelling voor onze zaak. En we worden goed verzorgd. Elke dag komt steevast iemand een kan met heet water brengen, een ander brengt de krant en weer een ander stopt de slaapzak in de droogtrommel."
Celibaat
De kwestie-Weber vormt een van de vele schrijnende gevallen die verband houden met het celibaat in de Rooms-Katholieke Kerk. Beter gezegd: met het feit dat priesters ondanks het verplichte celibaat er een relatie op na houden.
Het celibaat heeft een oude traditie. Christenen hadden in de vroegchristelijke kerk hoge achting voor geestelijken die vrijwillig voor een ongehuwd leven kozen. Origenes (ca. 185-254) zag in het celibaat een teken van het totaal aan Christus toebehoren, en ook Tertullianus sprak zijn bewondering voor seksuele onthouding uit. In het Westen groeide langzaam een tendens die uiteindelijk tot het verplichte priestercelibaat heeft geleid.
Over het celibaat zegt de Katechismus van de Katholieke Kerk dat het beleefd wordt „omwille van het rijk der hemelen." Priesters zijn „geroepen om zich onverdeeld te wijden aan de Heer en aan zijn zaak. Ze geven zich geheel aan God en de mensen. Het celibaat is een teken van dit nieuwe leven waaraan de bedienaar van de kerk zich wijdt, met een blij hart aanvaard, straalt het de boodschap uit van het Rijk Gods."
Wat niet aan de orde komt, is de vraag wat er gebeurt als het celibaat niet met een blij hart wordt aanvaard. De laatste jaren staat het celibaat in de Rooms-Katholieke Kerk namelijk steeds meer ter discussie. In Nederland wil de vereniging tot vernieuwing van het ambt in de Rooms-Katholieke Kerk (GOP) het taboe doorbreken voor priesters die er een vaste relatie op na houden. Maar ondanks vernieuwingsgezinde bewegingen als het GOP houdt de Rooms-Katholieke Kerk voet bij stuk: priesters blijven verplicht het celibaat in acht te nemen. Althans, officieel, want officieus hebben tienduizenden priesters wereldwijd een relatie, waar al of niet kinderen uit zijn geboren.
Verduisteren
Volgens David Weber worden in de Rooms-Katholieke Kerk, met name bij de jezuïetenorde, op grote schaal genealogische relaties verduisterd om deze praktijk te maskeren. De situatie bestaat al zo’n 900 jaar, legt hij uit. „Sinds ongeveer het jaar 1100 is het regel geweest dat kinderen van priesters niet mogen erven en geen familie mogen hebben. Er werd vastgelegd dat priesters niet meer mochten trouwen. Hun vrouwen en kinderen werden eenvoudigweg de straat opgejaagd."
Mevrouw Weber spreekt van een fundamentele schending van een mensenrecht. Ze verbaast zich erover dat een zo grote en oude organisatie als de Rooms-Katholieke Kerk dit ongestraft kan doen. „De Rooms-Katholieke Kerk heeft een miljard leden. Elk jaar komen er 40 miljoen bij. Zo’n immense organisatie kan zich niet blijven schuldig maken aan het schenden van mensenrechten, en de misstanden op dit gebied blijven bagatelliseren."
Het optreden van een stichting als “Zonen van Erasmus” is nu mogelijk omdat de tijden veranderd zijn, zegt David. „Veel dingen die vroeger niet mogelijk waren, zijn tegenwoordig voor nationale en internationale rechtbanken te brengen. Zo kunnen de verantwoordelijken ter verantwoording worden geroepen."
Voor het uitwerken van zijn idee heeft David naar buitenlandse voorbeelden gekeken. „Zo heb je in Noorwegen kinderen van Duitse soldaten die een bond hebben gevormd om de staat aan te klagen. En in Duitsland hebben voormalige Joodse dwangarbeiders een gemeenschap gevormd. Als reactie hebben Duitse bedrijven schadevergoedingen betaald. Bedrijven die niet over de brug kwamen, zijn voor de rechtbank gedaagd."
Nieuwe paus
Met de jezuïetenorde zijn de Webers inmiddels in een rechtszaak verwikkeld. Kardinaal Simonis heeft contact opgenomen met de algemeen overste van de jezuïeten in Rome, P. H. Kolvenbach. Wat uit dit overleg is gekomen blijft vooralsnog vaag. Noch Kolvenbach, noch de Nederlandse overste van de Jezuïeten wil iets over de kwestie-Weber loslaten.
Gijs van Nimwegen, woordvoerder van kardinaal Simonis, vindt de kwestie een „heel ongelukkig geval", maar hij ontkent dat het bisdom er iets mee te maken heeft. „Mevrouw Weber en haar zoon hebben een conflict met de orde van de jezuïeten. Wij hebben daar niets mee te maken en zijn ook niet op de hoogte van de laatste feiten. Beide partijen staan lijnrecht tegenover elkaar en schuiven geen millimeter op."
Van Nimwegen denkt dat er wereldwijd misschien wel honderden priesters zijn die ongeoorloofde relaties hebben met vrouwen. „In Afrikaanse en Aziatische gebieden is je status vaak afhankelijk van het aantal kinderen dat je hebt, of zelfs van het aantal vrouwen. Je moet in zo’n context als priester sterk in je schoenen staan, en extra je best doen om gezag te laten gelden. Het celibaat is geen gemakkelijke opgave. En juist in de westerse wereld is het nog moeilijker, omdat het daar zo’n bespreekbaar onderwerp is."
Van Nimwegen verwacht niet dat met een nieuwe paus het celibaat zal veranderen. „De kans dat er ineens een erg progressieve paus komt, die de celibaatskwestie bespreekbaar gaat maken, acht ik erg klein. Afschaffen brengt trouwens inconsequenties met zich mee. Als je zegt: We knijpen een half oog dicht met het celibaat, schept dat onduidelijkheid. Ik denk dat de Rooms-Katholieke Kerk er eerder verstandig aan doet misstanden te voorkomen, dan verwarring te scheppen door het celibaat in bepaalde landen wel en in andere niet serieus te nemen. Er zijn genoeg landen ter wereld te bedenken waar het celibaat geen punt van discussie is. Je kunt niet eenzijdig een wereldwijd geldende regel aanpassen of schrappen."
Wat doet de Rooms-Katholieke Kerk voor vrouwen en kinderen die slachtoffer zijn geworden van het ongehuwd priesterschap? Van Nimwegen vindt dat een priester zelf verantwoordelijk is voor zijn doen en laten privé. „De Rooms-Katholieke Kerk regelt als organisatie dus niets. Dat betekent dat hij de consequenties moet trekken als hij voor nageslacht zorgt. Het siert de betrokken priester als hij voor zijn vrouw of vriendin en kinderen de verantwoordelijkheid neemt, bijvoorbeeld financieel. Maar dat geldt natuurlijk voor iedere man die een kind verwekt bij een vrouw. In dat kader bestrijd ik het idee dat echtgenotes, vriendinnen en kinderen slachtoffer zouden zijn van ongehuwd priesterschap. Ik vind niet dat vrouw en kind(eren) slachtoffer zijn van de spelregels die de Rooms-Katholieke Kerk hanteert, maar ‘slachtoffer’ van het feit dat priester en vrouw een relatie zijn aangegaan en voor kind(eren)hebben gezorgd. Als priester en vrouw een ongeoorloofde relatie met elkaar aangaan of op een ‘gewone’ manier een of meer kinderen hebben verwekt, dan is dat hun eigen verantwoordelijkheid."
Het wel of geen recht hebben op een erfenis is een kwestie van burgerlijk recht, meent Van Nimwegen. „De Rooms-Katholieke Kerk heeft geen enkele invloed op dit recht, en dus ook niet op wel, geen of gedeeltelijke erfenis. Deze kant van de zaak heeft alles te maken met het feit of de priester erkent dat hij de vader is of niet. Maar als de priester zich niet houdt aan de spelregels en dientengevolge zijn consequenties trekt, moeten we dat respecteren."
Loslaten
De stichting Magdala wil erkenning krijgen binnen de Rooms-Katholieke Kerk voor de problematiek van het celibaat waar mannen en vrouwen het slachtoffer van zijn. Mevrouw A. P. J. de Jong-Otte, zelf getrouwd met een priester en woordvoerder van de stichting: „Wij zeggen: Kijk nu eens naar het celibaat, dat in 1235 is ingesteld. De officiële kerk doet er niets aan. Kijk maar naar de verkrachting van de nonnen in Afrika. Deze gebeurtenis is natuurlijk veroordeeld, maar er zijn geen maatregelen genomen."
De bisschoppen zijn pas op een synode bijeen geweest, vertelt De Jong-Otte. „Ik heb de schaduwsynode van de vernieuwingsbeweging International Movement We Are Church (Imwac) bijgewoond. Tijdens die bijeenkomst bleek dat het celibaat over heel de wereld een probleem is. Vrouwen zijn de dupe van de onzichtbaarheid van het celibaat. We zoeken erkenning voor onze relatie, en stuiten daarbij steeds op een ondoordringbaar bolwerk van institutionele macht. Bij de stichting Magdala zijn honderd vrouwen aangesloten, een topje van de ijsberg."
Als vernieuwingsbeweging vragen we om loslating van de celibaatsverplichting voor priesters, zegt De Jong-Otte. „Dat mensen voor het celibaat kiezen is geen probleem. Maar het moet gaan om een vrije keuze. We rammelen echter vergeefs aan de deur."
Ondertussen verblijven mevrouw Weber en David „sur un banc."