Integratie
Het integratievraagstuk blijft lastig. Al jarenlang wordt in allerlei geledingen van de samenleving gediscussieerd over de beste oplossing. En niemand heeft tot nu toe het ei van Columbus. Dat is, gelet op de complexiteit van het probleem, misschien ook wel te veel gevraagd. Daarom is het volkomen terecht dat minister Vogelaar van integratie er gisteren op wees dat het een vraagstuk van lange adem is.
Neemt niet weg dat gezocht zal moeten worden naar antwoorden op de actuele vragen. Alleen al om te voorkomen dat in plaats van integratie van allochtonen zich de desintegratie van de samenleving aandient.Dat klinkt defensief, maar is wel een reëel risico. De ontwikkeling van wijken in grote steden tot getto’s met een gefrustreerde, allochtone bevolking is bepaald niet te veronachtzamen.
Dat laatste is zeker ook een punt van zorg van het kabinet, zo blijkt uit de integratienota die de minister gisteren presenteerde. De regering vreest het ontstaan van twee werelden die gescheiden worden door een dikke muur van angst en frustratie. Bij de autochtone bevolking leeft verontrusting over de toenemende islamisering; bij de allochtone groep is sprake van groeiende onvrede over de afwijzing door autochtonen.
De nota van de minister is een poging de polarisatie te doorbreken. Hoe dat volgens haar moet, zegt ze met het motto van de nota: ”Zorg dat je erbij hoort!” Dat is een oproep naar twee kanten. Zowel autochtone Nederlanders als nieuwe burgers zullen hun best moeten doen voor integratie.
De minister kiest niet voor oplossingen in goedkope oneliners. Ze somt 56 maatregelen op, die met elkaar de integratie een stapje verder kunnen brengen.
Op zichzelf genomen is het positief dat de bewindsvrouw, behorend tot de PvdA, niet uitsluitend kijkt naar de autochtone bevolking, die een positiever houding moet aannemen jegens de nieuwe Nederlanders. Ook van de allochtonen wordt begrip gevraagd voor de angstgevoelens bij de hier geboren Nederlanders. Dat die zorgen nu serieus genomen worden, is winst.
Tegelijk gaat het kabinet in de nota te gemakkelijk voorbij aan de groeiende invloed van de islam in ons land. Uit allerlei onderzoek blijkt dat deze godsdienst de snelst groeiende in ons land is. En al zijn termen als ”Mekka aan de Maas” op dit moment nog overdreven, toch zal nagedacht moeten worden over een toekomst waarin het mohammedanisme een dominanter positie in de samenleving inneemt. Daar maken mensen zich zorgen over. En niet ten onrechte.
Te gemakkelijk wordt de islam als een van de vele godsdiensten gezien, die een legitieme plaats heeft naast allerlei andere vormen van geloven en waarover men zich verder geen zorgen behoeft te maken. Maar die perceptie komt voort uit een typisch geseculariseerde visie op geloof en religie. Zijgaat ervan uit dat godsdienst iets is dat zich achter de voordeur van woon- of gebedshuis afspeelt. Bij een geloofsopvatting gaat het echter om meer; ze werkt door in de visie op staat en maatschappij. Dat wordt in de notitie van het kabinet vergeten.
In de discussie over integratie wordt nogal eens verwezen naar de geschiedenis van de VS, waar een versmelting van allerlei etnische groeperingen plaatshad. Die ontwikkeling zou Nederland ook moeten doormaken. Essentieel is dat de joods-christelijke traditie nog steeds de ruggengraat is van de Amerikaanse samenleving.
In de notitie van minister Vogelaar wordt niet gerept over zo’n duidelijk kader. Dat is een fundamenteel manco. Juist van een regering waarin twee van de drie coalitiepartners willen staan in de christelijke traditie, zou verwacht mogen worden dat zij zou kiezen voor een duidelijker profiel van de toekomstige samenleving.