Het onderzoek moet uitwijzen of de druk op de Ondernemingskamer van het gerechtshof in Amsterdam niet te groot is geworden door de vele zaken die er dienen. Daarnaast wil de minister weten wat voor maatregelen de rechters zoal nemen om geschillen in het bedrijfsleven te beslechten. Dat heeft Hirsch Ballin dinsdag geschreven in een brief aan de Tweede Kamer.De evaluatie is halverwege 2008 klaar. Tegelijkertijd wordt dan bekend wat een serie rondetafelgesprekken met experts uit de rechterlijke macht, advocaten, wetenschappers en het bedrijfsleven heeft opgeleverd. Aan de hand daarvan zal de minister besluiten of veranderingen nodig zijn.

De Sociale–Economische Raad (SER) concludeerde vorige week dat aandeelhouders te makkelijk naar de Ondernemingskamer kunnen stappen om een bedrijf te beïnvloeden. De raad bepleitte daarom een hogere drempel en eenvoudiger beroepsmogelijkheden tegen uitspraken van de Kamer. Hirsch Ballin zal het definitieve SER–advies, dat volgende maand komt en los staat van zijn initiatief, gebruiken als een van de bouwstenen voor zijn besluit.

Modernisering van het ondernemingsrecht is volgens de minister nodig omdat grote bedrijven de beste organisatievorm willen kunnen kiezen en om een snelle en efficiënte rechtsgang vragen. Een goed rechtsstelsel helpt bij het aantrekken van bedrijven, constateert Hirsch Ballin.

De juridische verbeteringen die hij voorstelt, liggen in het verlengde van de modernisering van het Nederlandse vennootschapsrecht van zijn voorganger Donner. De minister werkt in aanvulling daarop aan een wetsvoorstel dat de invoering van een zogenoemd ’one tier board’ regelt, een raad waarin de commissarissen gezamenlijk met de bestuurders zitten. Nederlandse bedrijven zijn momenteel nog gebonden aan gescheiden raden van bestuur en commissarissen. Een gecombineerde raad is alleen mogelijk voor concerns die deels buitenlands zijn, zoals Shell en Fortis.