Dat bleek vandaag uit een rapport van Unicef International. Unicef startte vandaag de campagne ”Nooit meer bang” en presenteerde in Den Haag het rapport ”Altijd bang: het effect van explosieven op het leven van kinderen”. Daarin zegt Unicef dat Nederland zich intensiever moet inspannen voor een wereld die vrij is van landmijnen en andere explosieve oorlogsresten. Onontplofte explosieven veroorzaken niet alleen veel persoonlijk leed, maar verslechteren ook langdurig de sociaaleconomische ontwikkeling van een gebied.Unicef pleit ervoor dat het kabinet in elk geval alle Nederlandse voorraden vernietigt en een verbod uitvaardigt op gebruik, aankoop, opslag en financiering van clustermunitie. Volgens de organisatie druisen landmijnen en clustermunitie in tegen vrijwel alle artikelen in het Verdrag voor de Rechten van het Kind uit 1989, dat Nederland heeft geratificeerd. Unicef overhandigde een rapport over het effect van explosieven op kinderen aan vicepremier Rouvoet.

Unicef meldt dat onontplofte landmijnen en clusterbommen wereldwijd jaarlijks 15.000 tot 20.000 doden en gewonden tot gevolg hebben, veelal jaren na het conflict waarin de explosieven zijn gebruikt. Het gaat in 98 procent van de gevallen om burgers, waarvan ruim een kwart kinderen. Naar schatting zijn er 350.000 tot 400.000 overlevenden die verminkt zijn.

De VN-kinderrechtenorganisatie legt niet alleen de nadruk op het leed dat onschuldigen wordt aangedaan, maar stelt ook dat angst nog lang een rol blijft spelen. Sociaaleconomisch is dat negatief voor een regio, omdat boeren hun land niet durven te bewerken of aannemers een weg niet durven aan te leggen. Dat ondermijnt de toekomst van nieuwe generaties.

In zestig landen zijn naar schatting meer dan 10 miljard landmijnen geplaatst. Het vinden en ruimen daarvan kost veel tijd en geld. Omgerekend kost het maken van een landmijn ongeveer 1 dollar, maar het ontmantelen ervan het duizendvoudige.