Brown voor hardere opstelling tegen Iran
LONDEN (AP) - De Britse premier Gordon Brown heeft zich maandag uitgesproken voor een hardere opstelling in het conflict met Iran over het Iraanse atoomprogramma.
„Iran mag geen enkele twijfel koesteren over de ernst van onze doelstelling”, zei hij. Brown kondigde voorstellen aan voor nieuwe beperkingen voor de Iraanse olie- en aardgassector en de financiële sector.In een toespraak over het buitenlandse beleid tijdens het jaarlijkse banket van de burgemeester van Londen maande Brown de Pakistaanse president Pervez Musharraf een einde te maken aan de noodtoestand en gunstige omstandigheden te scheppen voor vrije en eerlijke parlementsverkiezingen in januari.
Ook benadrukte Brown de nauwe band met de Verenigde Staten. „Het is geen geheim dat ik mijn hele leven lang een bewonderaar van Amerika ben geweest”, zei hij. Brown noemde de verstandhouding met Washington, die op gemeenschappelijke waarden is gebaseerd, de belangrijkste bilaterale relatie van Groot-Brittannië.
De Iraanse president Mahmud Ahmadinejad heeft binnenlandse tegenstanders van zijn atoombeleid maandag „verraders” genoemd en hen beschuldigd van spionage en collaboratie met Irans vijanden. Ahmadinejad ontmoet steeds meer kritiek op zijn onbuigzame beleid, met name op zijn harde opstelling inzake het Iraanse atoomprogramma, waarvoor de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties Iran sancties heeft opgelegd.
De president, die sprak op een universiteit in Teheran, noemde geen namen, maar liet doorschemeren dat zijn critici behoren tot het hervormingsgezinde kamp van ayatollah Akbar Hashemi Rafsanjani, een van zijn voorgangers als president. Hij beschuldigde hen ervan „de vijand” wekelijks op de hoogte te houden van wat er binnen de regering gebeurt. Er is een geluidsband, zei hij, waarop een van de bedoelde personen buitenlandse critici maant de sancties tegen Iran verder op te voeren. Zekere „gevoeligheden” beletten onthulling van hun namen, zei de president, maar als de atoomkwestie is afgehandeld „zullen al deze kwesties uit de doeken worden gedaan.”
Een van de Iraanse politici die steeds scherper kritiek op Ahmadinejad laten horen is Hasan Rowhani, een bondgenoot van Rafsanjani die deel uitmaakte van het nucleaire onderhandelingsteam van de hervormingsgezinde oud-president Mohammed Khatami. Ahmadinejad benoemde zijn eigen onderhandelingsteam en verving vorige maand de leider daarvan, Ali Larijani, door een onbekende diplomaat die hij kennelijk nog beter naar zijn hand denkt te kunnen zetten. Rowhani beschuldigde Ahmadinejad er vorige maand van steeds meer landen tegen Iran op te zetten.
Ahmadinejad zei maandag ook dat zijn tegenstanders druk uitoefenen op de rechter die een onderzoek leidt naar een van spionage beschuldigde functionaris. Zij willen dat de rechter die zaak laat vallen, zei hij, maar „de Iraanse natie zal niet toestaan dat deze personen en groepen criminelen uit de klauwen van justitie redden.” Vermoedelijk doelde Ahmadinejad op Hossein Mousavian, ook een bondgenoot van Rafsanjani die net als Rowhani deel uitmaakte van Khatami’s nucleaire onderhandelingsteam. Mousavian werd eerder dit jaar korte tijd vastgezet en volgens het persbureau Fars werd hij van spionage beticht.
Het Westen wil dat Iran ophoudt met het op grote schaal verrijken van uranium. Iran zegt dat alleen maar te doen in het kader van vreedzaam gebruik van kernenergie, maar daar wordt door het buitenland weinig geloof aan gehecht.