„Te weinig aandacht voor brieven Paulus”
GRONINGEN (ANP) - Het Oecumenisch Leesrooster van de Raad van Kerken bevat nauwelijks lezingen uit de brieven in het Nieuwe Testament. De evangeliën en ook het Oude Testament krijgen veel aandacht, maar vooral voor de brieven van Paulus is nauwelijks plaats.
Dat blijkt uit een onderzoek van prof. dr. G. H. van Kooten, hoogleraar Nieuwe Testament en vroeg christendom in Groningen, dat op 23 november verschijnt. Hij heeft het leesrooster sinds zijn ontstaan in 1977 onderzocht. Het rooster, dat de lezingen voor een periode van drie jaar geeft, is de leidraad in vieringen in de kerken die bij de Raad van Kerken zijn aangesloten. De grootste daarvan zijn de RK-Kerk en de Protestantse Kerk in Nederland.De bedoeling van het leesrooster was dat het Oude Testament in de lezingen meer aandacht zou krijgen. Het sloot daarbij aan bij de ontwikkeling in de RK-Kerk na het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965), dat ook meer aandacht voor dat deel van de Bijbel verlangde. Vooral in die kerk was het Oude Testament veelal een gesloten boek.
Een van de grote mannen achter het leesrooster, de theoloog Dirk Monshouwer, vond het niet nodig aan de veertien brieven van Paulus in de gewone diensten veel aandacht te besteden. Daarvoor zou „een andere leesroute gevonden moeten worden”, meende hij. Monshouwer, vertegenwoordiger van de zogeheten Amsterdamse School, dacht daarbij aan leerdiensten op zondagavond, die echter nauwelijks meer worden gehouden. Alleen rond de kerkelijke feesten is er in het leesrooster aandacht voor de brieven van Paulus.
Van Kooten vindt het ernstig dat die brieven in de diensten zo weinig aandacht krijgen. Zij zijn volgens hem het oudste deel van het Nieuwe Testament en bieden daardoor een goed beeld van hoe in de zeer jonge kerk werd gedacht. Bovendien werden zij van meet af aan in samenkomsten gelezen. De vier evangeliën zijn naar zijn mening overgewaardeerd. De meeste gelovigen zien ze als veruit het belangrijkste deel van de Bijbel, maar ze zijn niet meer dan „antieke biografieën.”
Om meer aandacht voor de brieven van Paulus te krijgen pleit Van Kooten voor een „wisseling van spoor om de zes weken.” Nadat zes weken als eerste lezing een tekst uit het Oude Testament is gekozen, zou de zes weken daarna een deel van de brieven moeten volgen, waarna de evangeliën aan de beurt komen. Voor de tweede en derde lezing zou hetzelfde moeten gelden. Bovendien zouden de lezingen beter op elkaar moeten worden afgestemd.