Deze woorden uit de toespraak van minister Vogelaar voor Wonen, Wijken en Integratie klonken zaterdag tijdens de jubileumviering van SKIN. SKIN (Samen Kerken in Nederland) vierde in de Triomfatorkerk in het Utrechtse Kanaleneiland het tienjarig bestaan.Onder de paraplu van SKIN zijn 67 (migranten)kerken verenigd. De minister was zelf verhinderd. Directeur Haimé van de directie Inburgering en Integratie las de rede van de minister voor.

De minister dankt SKIN voor de bijdrage aan de integratie. Ze juicht het toe dat SKIN mensen wegwijs maakt in Nederland. „De cursussen van SKIN, met ruime aandacht voor de Nederlandse geschiedenis en de Nederlandse context, zijn een goede zaak. Participatie alleen is niet genoeg. Ook cultureel en levensbeschouwelijk meedoen hoort er bij. Er moet ruimte zijn voor migrantenkerken, zoals er ook ruimte moet zijn voor Joden en de islam.”

Ze stelt dat in de praktijk blijkt hoe belangrijk religie kan zijn. „Zij is voor velen een middel om deel te nemen aan de samenleving.” Hiertegenover staat, aldus de minister, wel een aantal plichten. „Wij verwachten dat migranten tolerantie en verdraagzaamheid hebben en dat ze anderen accepteren.”

Er bestaan ook risico’s voor kerkelijke migranten, namelijk dat men door het warme bad in de eigen gemeenschap in het isolement blijft steken. De minister hoopt dat leden van de SKIN-kerken ook zullen samenwerken met andere religies en zullen deelnemen aan het interreligieuze debat. „Moskeeën hebben soortgelijke problemen als u. Er zou veel te winnen zijn als kerken en moskeeën gezamenlijk optrekken.”

De minister wees op het vele vrijwilligerswerk dat door de kerken wordt gedaan. „Ze besteden belangeloos veel liefde en tijd aan hun medemensen”, zei ze. Ze hoopt dat ook de bij SKIN aangesloten kerken volop zullen participeren in de Wet maatschappelijke ondersteuning.

Tijdens de viering sprak ds. A. Haasnoot namens het moderamen van de Protestantse Kerk. Ze vindt dat de Geest weer waait in Nederland, sinds of door de komst van migranten. Het moderamenlid zei dat de Nederlanders de gebouwen hebben, maar de migrantenkerken de mensen. „Nederlandse kerken zijn niet zo toeschietelijk en willen eerst de kat uit de boom kijken.”

Desgevraagd zei ze dat het moderamen, dat een goede verstandhouding met SKIN heeft, graag ziet dat er op plaatselijk niveau meer contacten tussen PKN-kerken en migrantenkerken ontstaan.

De voorzitter van SKIN, ds. R. Polanen, zei in zijn toespraak dat een kerk geen kerk kan zijn in een comfortabel isolement. „Ook andere kerken horen bij het Lichaam van Christus.” Hij hoopt dat het gesprek tussen de migrantenkerken en de oorspronkelijke Nederlandse kerken geïntensiveerd wordt. „Het is afhankelijk van de wil van de deelnemers of het gesprek over wezenlijke zaken zal gaan. Als je kerk wilt blijven, zul je het wezenlijke gesprek niet uit de weg moeten gaan. Alleen als we ervan doordrongen zijn dat de vele delen samen één Lichaam zijn, kunnen we ons aan de wereld presenteren.”