Kerk & religie

„Spreek over de dood tijdens het leven”

WOERDEN - „Niet bij het levenseinde, terwijl men stervende is, maar tijdens het leven dient over het sterven gesproken te worden.” Dit advies gaf ds. L. Terlouw zaterdag aan de aanwezigen op de jaarlijkse bondsdag van de Bond van Mannenverenigingen van de Gereformeerde Gemeenten.

Van een medewerker
12 November 2007 10:46Gewijzigd op 14 November 2020 05:16

Het thema van de 18e bondsdag, die door ongeveer negentig mensen werd bezocht, was ”Pastorale zorg rondom het levenseinde”.De bondsdag werd geopend door de nieuwe voorzitter van de bond, ds. A. A. Brugge. De predikant uit Dordrecht neemt het voorzitterschap over van ds. B. van der Heiden, die om gezondheidsredenen terugtreedt.

Ds. Brugge mediteerde over Jesaja 40. De profeet spreekt hier over troost in een troosteloze situatie. Door eigen schuld was het volk in de ballingschap gekomen. Te midden van de troosteloosheid komt er een boodschap van hoop en heil. „Niet de dood, maar God heeft het laatste woord. Er komt een Verlosser, dat is Jezus Die als Immanuël in nood en dood uitkomst brengt.”

Ds. L. Terlouw, die jarenlang pastoraal werker in de bejaardenzorg is geweest, sprak over het thema ”Bereid uw huis”. De predikant uit Barendrecht benadrukte dat men tijdens het leven over het levenseinde dient te spreken. In de praktijk blijkt dat dit vaak vermeden wordt. „Gelegenheid om over het levenseinde te spreken is er genoeg. Elke kerkdienst geeft wel aanknopingspunten.”

Het is volgens ds. Terlouw raadzaam zaken rondom levenseinde en eigen begrafenis schriftelijk vast te leggen. „Ook de Bijbelse aartsvaders regelden tot in detail hun uitvaart.”

De predikant gaf het advies om het sterfbed te bewaken. In principe zouden alleen vertrouwelingen bij de stervende toegelaten moeten worden. „Voer geen gesprekken over allerlei onderwerpen. Rust en stilte moeten er zijn.” Gods Woord mag bij een sterfbed niet gesloten zijn, maar, zo benadrukt ds. Terlouw, men moet door de nood gedreven niet doorslaan naar het andere uiterste door hele hoofdstukken te gaan lezen. „Voor een stervende kan één vers reeds voldoende zijn.”

In het tweede deel van zijn lezing ging ds. Terlouw in op de medisch-ethische aspecten rondom het levenseinde. Het beste is meteen bij opname in een ziekenhuis of bij contact met een arts op positieve wijze duidelijk te maken welke visie men heeft op het leven. Het is onjuist artsen en medisch personeel op voorhand te wantrouwen. Het is de taak van de zieke of de familie om goed met medici te communiceren, meent de predikant. „Ten onrechte hebben gemeenteleden wel eens de neiging hiervoor een dominee of ouderling in te schakelen.”

Volgens ds. Terlouw heersen er veel misverstanden over actieve en passieve levensbeëindiging. Niet alles wat medisch mogelijk is, moet toegepast worden. Als voorbeeld gaf hij hoe bij uitdroging een infuus soms meer leed kan veroorzaken dan dat het verlichting brengt.

De predikant merkt dat ook de gereformeerde gezindte is aangetast door de tijdgeest. „Men heeft alle vertrouwen in de medische wetenschap. Pas als die machteloos blijkt, wordt de predikant ingeschakeld. Jakobus wijst erop dat bij ziekte in de eerste plaats de ouderling geïnformeerd moet worden.”

Vroeger was het meer gebruikelijk tijdens het leven na te denken over het sterven, aldus ds. Terlouw. „De oudvaders schreven boeken over stervenskunst.” De predikant merkt dat gemeenteleden tegenwoordig vaak bang zijn om elkaar te bevragen, ook over het sterven. Dan kan het gebeuren dat ernstig zieken vragen op zich afgevuurd krijgen die tijdens het leven nooit gesteld zijn. „Laten daarom alleen zij die een vertrouwensband met de stervende hebben zulke vragen stellen.”

De Barendrechtse predikant weet uit eigen ervaring dat omstanders stervenden wel eens kunnen pressen hoop op het toekomende leven uit te spreken. „Bij een sterfbed behoeft niet veel gesproken te worden. Altijd mag gewezen worden op de twee wegen. De Heere is zo groot dat Hij met een enkel woord volkomen uitkomst kan geven. Hij kan een pad banen waar enkel duisternis was.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer