Vrouw spoorloos; celstraf man geëist
Advocaat-generaal S. van Gend heeft maandag voor het gerechtshof in Amsterdam twaalf jaar gevangenisstraf geëist tegen de 39-jarige P. van O.
Volgens de aanklager heeft Van O. in november 2000 zijn echtgenote Angelique (30) om het leven gebracht. Het lichaam van de vrouw is nooit gevonden. De rechtbank veroordeelde Van O. vorig jaar eveneens tot twaalf jaar, conform de eis van de officier van justitie. Van O. ontkent in alle toonaarden.
Het hof onderwierp de Aalsmeerder zakenman vrijdag en maandag aan een zeer kritische ondervraging. Het is duidelijk dat het college grote moeite heeft met de ontkennende verklaringen die Van O. aflegt. Vooral direct na de verdwijning van zijn vrouw, met wie hij in scheiding lag, gedroeg de man zich uiterst merkwaardig en legde hij bizarre verklaringen tegen de politie af. Een week na de verdwijning van Angelique arresteerde de politie Van O. man in een hotel bij Schiphol. Hij had zijn uiterlijk veranderd en stond op het punt met een grote hoeveelheid contant geld de wijk naar Thailand te nemen.
Van O. zegt dat hij op de bewuste dag ruzie met zijn vrouw heeft gekregen, nadat zij had gedreigd dat hij hun zoontje niet meer mocht zien. Van O. zou haar daarop in het gezicht hebben geslagen en in de buurt van de snelweg A4, ter hoogte van Roelofarendsveen, in de stromende regen uit de auto hebben gezet. Opmerkelijk is dat hiervan geen enkele ooggetuige is en dat niemand op die plek een gewonde vrouw heeft gezien. Van O. suggereert dat zij mogelijk bij „een verkeerd persoon” in de auto is gestapt.
Er zijn tal van omstandigheden die Van O. verdacht maken. Zo is er bloed van Angelique in de gehuurde bestelbus van Van O. gevonden, ondanks het feit dat hij deze zeer grondig heeft gereinigd. Ook heeft hij haar mobiele telefoon daags voor haar verdwijning vernield. Pas 48 uur na haar verdwijning sloeg hij alarm bij de politie.
In het huis van bewaring heeft de politie een undercoveragent ingezet, met de bedoeling Van O. bekennende verklaringen te ontlokken. Dit lukte. Van O. gaf toe dat hij de hand heeft gehad in de verdwijning en doodslag van zijn vrouw. Ook heeft hij zich in bekennende zin uitgelaten tegenover ’gewone’ medegedetineerden. Van O.’s advocaat M. Veldman meent dat het openbaar ministerie zijn hand met de inzet van de undercover heeft overspeeld en dat de vervolging van zijn cliënt daarom niet geldig is. Volgens aanklager Van Gend is de inzet volgens de regelen der kunst en dus rechtmatig geweest. Het hof doet uitspraak op 7 oktober.