„Storm verloopt volgens het boekje”
VROUWENPOLDER - „Jááá”, roepen de mannen van het beslisteam op de Oosterscheldekering. Om 22.39 uur donderdagavond zakten de schuiven van het complex voor de 24e keer dicht. Het waterschap Zeeuwse Eilanden liep vrijdagmorgen inspectierondes. „Meer dan wat zandafslag en hier en daar wat wier is er niet te zien.”
„We zitten nu op 20 centimeter.” Aandachtig observeert districtshoofd Soer van Herk van Rijkswaterstaat het computerscherm. Haarfijn registreert de monitor de waterstanden in de Noordzee en de Oosterschelde. De stijging van het water voltrekt zich volgens verwachting, zo tonen twee curves -de ene wit, de andere groen- op het scherm.Met een team van negen man sterk bevindt Van Herk zich in het Ir. J. W. Topshuis, onderdeel van het Rijkswaterstaatterrein op Neeltje Jans, midden op de Oosterscheldekering. Hun aanwezigheid is verplicht, zo bepalen de richtlijnen, zodra verwacht wordt dat het water op de Noordzee het peil van 2,75 meter boven NAP overschrijdt. Bij een te verwachten peil van 3 meter of hoger onderneemt het team actie en zet het de 62 schuiven van de Oosterscheldekering in werking. Ze moeten ervoor zorgen dat het waterpeil in de Oosterschelde niet meer dan een meter stijgt.
„Hoger”, zo zegt Van Herk, „is niet goed voor de dijken.” Sinds de opening van de stormvloedkering in 1986 zakten de schuiven 23 keer wegens het hoge water naar de zeebodem, rekent de districtschef aan de hand van een kladje voor. Al sinds gistermorgen hing volgens hem in de lucht dat het dit etmaal de 24e keer zou worden. Na de weersvoorspelling van gisteravond 20.00 uur, die een waterpeil voorzag van 3,37 meter boven NAP op de Noordzee, werd het besluit definitief.
Tegen 22.30 uur begeeft het team zich richting het bedieningspaneel van de dieselmotoren. Van Herk: „De machine gaat aan als het water in de Oosterschelde is gestegen tot 46 centimeter boven NAP.” De grootste schuiven hebben een lengte van 10 meter en doen er anderhalf uur over om de bodem te bereiken. „Als dat is gebeurd, schommelt het peil zo rond de gewenste 1 meter.”
Een verblijf in het Topshuis maakt duidelijk dat er in vijftig jaar dijkbescherming veel is veranderd. Monitoren houden alles in de gaten, de draaiboeken liggen klaar. Van Herk: „Tot dusver verloopt de storm volgens het boekje. De schuiven zijn pas nog getest, maar we blijven alert.”
„Jááá”, brullen de mannen als om 22.39 uur het peil van 46 centimeter bereikt is. Jolig, en tegelijk een tikje gespannen, drukt storingsmonteur André van Dijke de startknop in. Tussen de bedrijven door zal hij met zijn collega’s zijn 48e verjaardag vieren. „Dat ik die schuif mag laten zakken, is mijn mooiste cadeau”, grapt hij.
Vrijdagsmorgens manoeuvreert Christoffel Brouwer van het waterschap Zeeuwse Eilanden zijn Nissan Navarra over het strand bij de Vlissingse boulevard. „Reken maar dat het hier vannacht heeft gespookt”, zegt hij. Pal achter het standbeeld van Michiel de Ruyter klotsen de golven nog steeds op de basaltkeien. „Het zakt niet hard”, zegt Brouwer, die in het getijdenboek terugvindt dat het water langs de boulevard nu toch ongeveer zijn laagste punt moet hebben bereikt.
Voor de mannen van het waterschap was afgelopen nacht fase 1 van kracht. Daarbij is een klein team standby om het weer via de computer te volgen. „Maar”, benadrukt Brouwer, „we zaten vlak onder fase 2, de fase waarbij we in ploegjes van twee de dijken inspecteren. Die wordt van kracht bij een waterstand van 3,70 meter of hoger. Bij Vlissingen heeft het vannacht tot 3,67 gestaan, toch 1,40 meter hoger dan de 2,27 meter uit het getijdenboek.”
Vanaf 08.00 uur vrijdagmorgen waren Brouwer en zijn team paraat voor een inspectieronde. Brouwer kreeg Walcheren-Zuid toebedeeld; van Grijpskerke via Vlissingen naar het Sloegebied en weer terug. Kort na achten loodst hij de zware terreinwagen bij strandpaviljoen Kon-Tiki bij Dishoek de duinen over. Schokkende zaken verwacht hij niet te zien. „Nogal wat dijken langs de Ooster- en Westerschelde zijn de afgelopen jaar versterkt. De Westkapelse zeedijk afgelopen zomer nog.”
De dijk bij Dishoek is de afgelopen jaren verzwaard op een min of meer natuurlijke wijze. Brouwer: „Het strand wordt opgespoten, waarna het zand de duinen inwaait. Op het nieuwe zandlaagje dat daar ontstaat, wordt helmgras geplant.” Hoewel het Noordzeewater donderdagnacht tot de duinrand kwam, is er tussen Dishoek en Vlissingen nauwelijks sprake van zandafslag, constateert Brouwer. „Dankzij dat helmgras. De wortels van de beplanting zijn schoongespoeld; verder houdt het gras het duinzand prima bij elkaar.”
Op een aantal plekken langs de route controleert Brouwer de dijken op scheurvorming. „De kieren tussen de basaltkeien zijn hier gedicht door er beton of asfalt op te storten. Dat moet zo blijven. Als de stenen gaan rammelen, gaat het mis.”
Als ook de inspectie tussen Vlissingen en het Sloegebied niets verontrustends oplevert, zet Brouwer weer koers richting Grijpskerke. Omroep Zeeland meldt dat de Oosterscheldekering weer open is. Boven de kust van Walcheren wordt de regenboog zichtbaar. Brouwer: „Ik ben gerustgesteld.”