Beschuit en boterham op hetzelfde bordje
„Wat schotelen Agathos en BKG u voor?” Het antwoord op de voorbeeldadvertentie aan de wand van de spreekkamer van de thuiszorginstelling Agathos spreekt voor zich: een beschuit met blauwe muisjes op een ouderwets bordje. Daarnaast een gesmeerde bruine boterham met boter. Symbolen voor kraam- én thuiszorg.
De vierde dinsdag van september leek Agathos-directeur D. den Hertog een uitstekende dag om bekend te maken dat zijn thuiszorginstelling de stichting Bureau Kraam- en Gezinszorg (BKG) heeft overgenomen. Dinsdag vieren hij en 190 van de 211 Agathos-medewerkers de Dag van de Thuiszorg met een bezoek aan de gerestaureerde Nieuwe Kerk in Delft en een hapje en een drankje in Madurodam.
De stichting Bureau Kraam- en Gezinszorg bemiddelt momenteel tussen zo’n dertig zelfstandig werkende kraam- en gezinsverzorgenden en de doelgroep. De particulier verzekerden maken daarbij het grootste deel uit, de oorspronkelijke doelgroep, de principieel niet-verzekerden, eenvijfde.
Het voortbestaan van het BKG liep op den duur gevaar doordat de stichting te klein was. „Het BKG dreigde zijn erkenning als leerbedrijf te verliezen doordat het bijna niet meer aan de opleidingsvereisten kon voldoen”, aldus Den Hertog. „Niet dat de zorg niet voldeed, die was en is uitstekend, maar kwaliteitsbewaking, personeelsbeleid en aansturing waren onvoldoende aanwezig.”
Zo kon het BKG de overheadkosten onvoldoende spreiden over het aantal cliënten. „Een zorginstelling heeft minimaal vijftig mensen nodig om het hoofd boven water te houden, maar eigenlijk zijn er minstens 200 medewerkers nodig om zonder gelden van derden te functioneren.”
Met gelden van derden doelt Den Hertog op diaconale middelen. „Het BKG probeerde die gelden te krijgen en kreeg die ook, maar toch onvoldoende.” Mogelijke oorzaak daarvan is dat de kerkelijke binding van het BKG met zijn achterban -Gereformeerde Gemeenten, rechterflank Hervormde Kerk en Christelijke Gereformeerde Kerken, Oud Gereformeerde Gemeenten- minder sterk is dan bij de vergelijkbare Stichting Hulpverlening in Gezinnen (SHG), die officieel voortkomt uit de Gereformeerde Gemeenten in Nederland.
Als het BKG inderdaad zijn rijkserkenning als leerbedrijf had verloren, was de noodzakelijke jaarlijkse aanvulling van vier tot zes nieuwe verzorgenden onwaarschijnlijk geworden. Den Hertog: „Dan was de Beroeps Begeleide Leerweg via het Hoornbeeck College afgesloten.”
Voordeel van samengaan van het BKG met Agathos is dat de laatste reeds functionarissen voor kwaliteitsbewaking, personeelsbeleid en opleidingen in huis heeft. De overhead wordt dus kleiner. Bovendien was het inschrijfbedrag, 55 euro, bij het BKG te laag. „Dat moet minstens 200 euro zijn, en dan heb je nog geen hand aan het kraambed.”
Het samengaan van het BKG en Agathos betekent een breuk met het verleden. Het bureau was in 1978 opgezet als bemiddelingskantoor tussen zelfstandige loonwerkers en principieel niet-verzekerde gezinnen uit de gereformeerde gezindte.
In de praktijk gingen echter steeds meer particulier verzekerden in op de bemiddeling van het BKG alsook van de SHG. Vaak maakten deze verzekerden echter ’winst’ op hun kraamverzorgster. Zij kregen 2400 of 2700 gulden aan kraamgeld, maar betaalden in de praktijk pakweg zo’n 2100 gulden voor acht dagen kraamzorg. Dit terwijl de kraamverzorgsters voor dit geld én het eigen vervoer moesten betalen, én voor de vakantie moesten sparen, én moesten opdraaien voor hun eigen ziektedagen (of daar eventueel een verzekering voor moesten afsluiten) én moesten sparen voor hun oude dag.
Den Hertog kritiseert deze praktijk voorzichtig. „Het kan natuurlijk niet zo zijn dat particulier verzekerden -bij al dan niet bewuste oververzekering- van het ontvangen kraamgeld nog een magnetron koopt om de fles op te warmen.”
Dus gaat het bemiddelingssysteem van het BKG op de helling. „De medewerksters krijgen de keus of zij zelfstandig willen blijven of niet. Ik verwacht dat zij zullen kiezen voor de situatie die voor hen het meest gunstig is - en dat is loondienst.”
Dit houdt wel in dat de prijzen van de kraamzorg van Agathos zullen stijgen. Momenteel betalen BKG-cliënten 120 euro per dag aan de zelfstandigen. Hoeveel de prijzen omhooggaan, wil Den Hertog niet zeggen. „We zullen zo dicht mogelijk bij de kostprijs blijven en ook kijken naar wat de cliënt aan kraamgeld te besteden heeft. Daarbij zullen we voor de niet-verzekerde gemoedsbezwaarden andere prijzen hanteren dan voor de particulier verzekerden.”
Doordat de kraamzorg van het BKG regulier wordt, kunnen ook ziekenfondsverzekerden hiervan gebruik gaan maken. Daarmee wordt Agathos een regelrechte landelijke concurrent van de Reformatorisch Stichting Thuiszorg (RST). Den Hertog weigert echt de woorden ”concurrentie” of ”concullega” in de mond te nemen, maar praat liever over samenwerking. „RST, SHG en Agathos/BKG zijn al blij dat ze de hulp aankunnen. Wij verzorgen met z’n drieën nog lang niet de gehele kraamzorg van de gereformeerde gezindte. Ik denk dat Agathos vooral zal groeien door zorg af te snoepen van de reguliere kraamzorg.”
De dertig BKG’ers komen in een gespreid bedje. Agathos, tot vorig jaar Stichting Gezinszorg Rotterdam, maakt sinds het aantreden van Den Hertog in 1999 een onstuimige groei door. Vorig jaar, toen Agathos zich bewust ging richten op zorgverlening buiten Rotterdam, telde de instelling tachtig medewerkers. Inmiddels zijn het er 210, de dertig van het BKG meegeteld. Reden van de groei is de grote zorgvraag en de onorthodoxe werving. „Wij zijn al blij als vrouwen vier of acht uur willen komen werken.”
Andere groeiactiviteit is de psychosociale deskundigheid die Agathos inbrengt bij instellingen voor maatschappelijke opvang zoals stichting Ontmoeting, stichting Onderdak, het afkickcentrum De Wending in Ugchelen of het inloopcentrum ’t Arendsnest in hartje Amsterdam.
Blij is Den Hertog met de groeiende afdeling psychosociale thuiszorg voor hulp bij kindermishandeling, incest, opvoedings- of huwelijksproblemen. „Cliënten, maar ook kerkenraadsleden kennen vaak alleen het maatschappelijk werk en de geestelijke gezondheidszorg met instellingen als stichting Schuilplaats, De Vluchtheuvel en Eleos. Zonder deze instellingen tekort te willen doen, wil ik toch zeggen dat onze hulpverleners psychosociale thuiszorg het gezin als geheel begeleiden en ook meer uren aanwezig kunnen zijn.”
Met haar achttien medewerkers loopt Agathos voorop, stelt Den Hertog. „Zeker in de gereformeerde gezindte, maar ook als thuiszorg. Thuiszorg Rotterdam is 45 keer zo groot als wij, maar heeft een psychosociaal team van dertig mensen. Wij hebben als kleintje -want dat zijn we nog steeds- al achttien man in dienst.”