Ambassade moet homo’s helpen
DEN HAAG - Nederlandse ambassades in ontwikkelingslanden moeten strafbaarstelling van homoseksualiteit en discriminatie van homo’s aan de orde gaan stellen. Uit onderzoek blijkt dat homoseksualiteit strafbaar is in de helft van de 36 landen waarmee Nederland een ontwikkelingsrelatie onderhoudt. Dat heeft minister Koenders voor Ontwikkelingssamenwerking woensdag geschreven in een brief aan de Tweede Kamer.
Zie ook:
Dossier homohuwelijk wereldwijd
Koenders beseft dat homoseksualiteit in een aantal ontwikkelingslanden gevoelig ligt. „De gelijkberechting van homo’s is daar een kwestie van lange adem.” De bewindsman wil „lastige discussies” echter niet uit de weg gaan. „Nederland moet een extra inspanning plegen op dit terrein.”
Alleen als lokale mensenrechtenorganisaties aangeven dat een pleidooi tegen discriminatie van homo’s contraproductief is of mensen in gevaar brengt, zal de ambassade terughoudendheid moeten betrachten.
De strafbaarstelling van homoseksualiteit in de ontwikkelingslanden varieert van gevangenisstraffen tot de doodstraf. In Iran, Jemen, Mauritanië, Saudi-Arabië, Sudan en de Verenigde Arabische Emiraten staat de doodstraf op homoseksualiteit. Levenslange gevangenisstraffen kunnen worden opgelegd in Bangladesh, Bhutan, Guyana, India, de Maldiven, Nepal, Singapore en Uganda.
In de landen waar homoseksualiteit niet strafbaar is, komt het vaak voor dat homo’s worden vervolgd op basis van andere strafrechtbepalingen.
Discriminatie van homo’s is een wijdverbreid verschijnsel in ontwikkelingslanden, schrijft Koenders. Zo weigeren sommige autoriteiten om toestemming te geven voor demonstraties van homo’s.
In sommige landen worden homo’s door de autoriteiten lastiggevallen. Een ander voorkomend probleem is dat organisaties die de belangen van homoseksuelen behartigen, geen vergunning krijgen en zich dus niet kunnen registreren.
Homobelangenorganisatie COC Nederland is blij met de aandacht van Koenders voor homoseksualiteit. „Niet eerder speelde dat een rol van betekenis bij ontwikkelingssamenwerking”, aldus COC-voorzitter F. van Dalen. Hij noemt het onderzoek van Koenders „een eerste stap.”
Van Dalen wil dat minister Koenders als vervolgstap homoseksualiteit bij politieke en diplomatieke contacten op de agenda zet. Hij pleit bovendien voor ondersteuning van lokale homo-organisaties in ontwikkelingslanden.