Kamer steunt tegengaan seksualisering
DEN HAAG - De Tweede Kamer steunt het voornemen van minister Plasterk van Onderwijs om de strijd aan te binden met seksualisering van de samenleving.
Binnen een jaar hoopt de bewindsman met de omroepen een code overeen te komen waarin staat zij gaan doen om minder schunnigheid uit te zenden. De minister wil ook komen tot een gedragscode voor scholen en tot een lesplan om de weerbaarheid van jonge mensen tegen seksuele uitwassen en uitspattingen te vergroten. Wanneer die gereed zijn, durfde de minister woensdag tijdens een commissievergadering over het emancipatiebeleid niet te zeggen.De fracties complimenteerden Plasterk woensdag dat hij het thema seksualisering aan de orde stelt in de kabinetsnota over het emancipatiebeleid. CDA-Kamerlid Jonker zou graag zien dat de minister niet alleen met programmamakers, maar ook met de schrijvers van televisiesoaps aan tafel gaat. Ook wil het CDA tijdschriften voor jongeren kritisch onder de loep nemen. PvdA-Kamerlid Arib herinnerde eraan dat haar collega Dijsselbloem al enige jaren aandacht vraagt voor uitwassen in de samenleving. ChristenUnie en SGP zijn ook blij dat de minister het thema oppakt.
VVD en D66 reageerden terughoudend. Het liberale Kamerlid Van der Burg vindt het niet nodig om de seksualisering op zich aan te pakken, maar wil wel dat uitwassen worden bestreden. D66-Kamerlid Koser Kaya denkt dat het aantal uitwassen wel meevalt.
Minister Plasterk (PvdA) zei dat hij de seksualisering niet aanpakt omdat CDA en ChristenUnie in de coalitie zitten. Hij vindt zelf dat de seksuele vrijheid „in onvrijheid” is veranderd. Veel jongeren zien vrouwen en meisjes onder invloed van de media als lustobject.
Plasterk wil precies weten wat er aan de hand is en wat de overheid daar aan kan doen. Daarom laat de bewindsman hiernaar onderzoek uitvoeren. In dat onderzoek moet ook de vraag worden beantwoordt of de toename van het aantal tienerzwangerschappen te maken heeft met de grotere aanwezigheid van seksualiteit in het publieke domein.
De minister waarschuwde dat hij geen voorstander is van „nieuwe preutsheid”, zoals veel feministen denken. „Iemand in een naveltruitje wordt niet door de overheid van straat geplukt”, aldus Plasterk.
De linkse partijen in de Kamer vinden dat de minister te weinig aandacht besteed aan de positie van mannen in het emancipatiebeleid. PvdA-Kamerlid Hamer kwam zelfs met het ”Plan van de Man”. Daarin staan voorstellen om mannen meer zorgtaken, onbetaalde arbeid en mantelzorg te laten verrichten, zodat vrouwen carrière kunnen maken en economisch zelfstandig worden.
Minister Plasterk legde uit dat het een bewuste keus is van het kabinet om alleen de vrouwenemancipatie te stimuleren. Het is volgens de bewindsman niet de taak van de overheid om binnen gezinnen andere rolpatronen af te dwingen zodat mannen meer zorgtaken op zich nemen. „Dat gaat te ver, om voor te schrijven dat mannen vaker sokken moeten wassen.” Een suggestie uit het PvdA-plan om een prijs in te stellen voor organisaties of mensen die zich inspannen voor het opnemen van meer vrouwelijke taken door mannen, vindt Plasterk het overwegen waard.
SGP-Kamerlid Van der Vlies vindt dat de emancipatienota te eenzijdig is gericht op betaalde arbeid door vrouwen. Hij vindt dat vrouwen de keuzemogelijkheid moeten hebben om te kiezen voor betaald werk of voor verzorgende taken in hun gezin en vrijwilligerswerk. De overheid moet daarom de algemene heffingskorting voor vrouwen die geen betaald werk doen, handhaven en geen sollicitatie- en scholingsplicht invoeren voor bijstandsmoeders die kleine kinderen verzorgen.
Volgende week houdt de Tweede Kamer de tweede termijn van het debat over de emancipatienota.