Duitse discussie rond crucifix laait op
BERLIJN - In elk klaslokaal in Duitsland een kruis. Het is nog steeds geen werkelijkheid. Maar er is wel een ontwikkeling gaande in de discussie over de crucifix.
Het voorstel om crucifixen in scholen op te hangen kwam een aantal weken geleden van CDU-secretaris-generaal Ronald Pofalla. Wettelijk gezien is zijn wens onmogelijk. In 1995 oordeelde een rechter van het federale constitutionele hof in Karlsruhe dat het ophangen van kruizen in scholen in strijd is met het grondrecht van godsdienstvrijheid. Daarmee werden Ernst en Renate Seler in het gelijk gesteld na een jarenlange juridische strijd, die in 1987 was begonnen.Het echtpaar uit Beieren protesteerde tegen de aanwezigheid van een kruis met daarop een afbeelding van het lichaam van Jezus. De ouders wilden niet dat hun kinderen op school met het beeld van een levenloze Heiland werden geconfronteerd. „Wanneer een kind steeds het dode lichaam ziet, wordt hem de vreugde om de levende Christus afgepakt”, aldus de Selers jaren geleden. Een leeg kruis was voor de christelijke ouders, die een antroposofische geloofsopvatting hebben, geen probleem geweest.
Maar toen de klacht eenmaal voor het hof in Karlsruhe werd gebracht, moest dit wel oordelen dat de verplichte crucifixen in strijd waren met de grondwet. Het vonnis geldt nog steeds. Niettemin wil, deze keer Pofalla, in alle scholen de religieuze symbolen zien hangen.
Dr. Elizabeth Coradi, medewerkster politicologie aan de universiteit van Göttingen, neemt het voorstel van de CDU-secretaris-generaal niet serieus. „Het is niet eens mogelijk, hij wil gewoon dat er over hem wordt gepraat.” Hoewel er juridisch gezien sinds 1995 niets is veranderd, ziet dr. Conradi een kleine verandering in het Duitse debat omtrent crucifixen. „In kleine delen van Duitsland zijn sinds 1995 meer christenfundamentalisten gekomen. Deze mensen, protestanten, bouwen hun eigen scholen en keren zich af van het modernisme. Maar het is een erg kleine verandering”, aldus dr. Coradi.
Ook dr. Reinard Hempelmann van het Evangelisch Centraal Bureau voor Wereldbeschouwelijke Vragen (EZW) te Berlijn, ziet een stijging van het aantal christenen dat uitgaat van de onfeilbaarheid van de Bijbel en het creationisme aanhangt. „Er is een tendens dat het fundamentalisme in Duitsland toeneemt. Kenmerkend is dat ze overal tegen zijn. Tegen evolutie, tegen vrouwenemancipatie, tegen modernisme. Politiek gezien heeft het toegenomen christenfundamentalisme weinig invloed”, aldus Hempelmann.
Deze toename heeft volgens Conradi echter niets met Pofalla’s pleidooi te maken. Pofalla zegt dat hij het conservatieve profiel van de CDU wil benadrukken. Conradi meent daarentegen dat Pofalla wil provoceren. „Pofalla is geen christenfundamentalist. Hij is een politicus die met zijn voorstel aandacht wil trekken.” Het verzoek van Pofalla heeft hem inderdaad media-aandacht opgeleverd. In verschillende kranten legde hij zijn pleidooi voor kruizen in scholen uit. „Als partij, die de ”c” van christelijk in haar naam draagt, willen wij, dat de christelijke geloofsovertuiging in de openbare ruimte bewaard blijft.”
Hempelmann voelt wel wat voor het pleidooi van Pofalla. „Het is goed uitdrukking te geven aan het feit dat de Europese cultuur (en daarmee de Duitse, red.) op christelijke principes berust. Maar de mensen moeten wel kruizen in hun scholen willen. De staat kan hen niet dwingen.”