Italië en Roemenië vragen hulp aan Brussel
ROME - De regeringsleiders van Italië en Roemenië hebben woensdag een dreigend diplomatiek incident in de kiem gesmoord. De bal ligt nu in Brussel.
Als het aan de Italiaanse premier Romano Prodi en zijn Roemeense ambtsgenoot Calin Popescu Tariceanu ligt, is een mogelijk conflict tussen beide landen van tafel. Beide regeringsleiders menen dat Roemeense immigranten in Italië voor veel problemen zorgen, maar ook dat een meerderheid van de Roemenen goede intenties heeft en dat het daarbij om harde werkers gaat. De rotte appels moeten echter hard worden aangepakt. Voor het verbeteren van de situatie van Romazigeuners wordt de helpende hand van Brussel gevraagd. Dat is in het kort de uitkomst van de ontmoeting woensdagmiddag tussen Prodi en Tariceanu in Rome.De problemen begonnen vorige week dinsdag, nadat een Roemeen een Italiaanse vrouw in de buurt van een zigeunerkamp in Rome op straat overviel. De vrouw werd beroofd en met een zwaar voorwerp op haar hoofd geslagen. Mogelijk zou ze seksueel zijn misbruikt. De vrouw overleed twee dagen later. De dader, een 24-jarige Romazigeuner met de Roemeense nationaliteit, werd vrijwel onmiddellijk opgepakt na een tip van een landgenote.
Op de moord volgde een golf van woede. De regering reageerde snel en daadkrachtig door vorige week woensdag direct een decreet op te stellen, dat donderdag door de landspresident werd ondertekend en een dag later van kracht werd. Het decreet voorziet in de onmiddellijke uitwijzing van als gevaarlijk beschouwde buitenlanders, ook als dezen afkomstig zijn uit een EU-land. Ook het uitwijzen van groepen behoort tot de mogelijkheden.
Dezelfde dag werd een illegaal kamp in Rome, bewoond door zigeueners en buitenlanders zonder vaste woon- en verblijfplaats, ontruimd. Zaterdag werden de eerste buitenlanders, voor het merendeel Roemenen, van hun bed gelicht. Het politieke en politionele offensief ging gepaard met (verbaal) geweld. Opmerkelijk fel reageerde Walter Veltroni, burgemeester van Rome en nieuwbakken oppositieleider, die met de beschuldigende vinger naar Roemeense immigranten wees. Veltroni, die als burgemeester zwak optreden wordt verweten, verklaarde dat dit jaar 75 procent van de criminaliteit in Rome te wijten is aan Roemenen.
De Roemeense premier klaagde dat de Italianen met hun maatregelen „haat en angst” aanwakkeren. Een Roemeense voorman van een migrantenorganisatie in Rome vergeleek de situatie met die in 1938, toen Mussolini Joden zou hebben uitgewezen (wat onjuist is), een weinig subtiele vergelijking met diens rassenwetten.
De inhoud van het decreet lijkt hoe dan ook wat overhaast tot stand gekomen. Het is maar zeer de vraag of de maatregel op Europese goedkeuring kan rekenen. Dat schijnt de Italiaanse regering ook te beseffen. Dinsdag gaf minister van Binnenlandse Zaken Giuliano Amato aan dat het decreet niet voorziet in massadeportaties. Het decreet moet nog wet worden, maar het parlement is verdeeld over de inhoud. Communistische parlementsleden vinden het decreet veel te ver gaan, rechtse partijen beschouwen het als een zwaktebod. Gianfranco Fini, partijleider van de rechtse Nationale Alliantie, wil alleen voor de wet stemmen als iedere buitenlander zonder „zeker inkomen” wordt uitgewezen.
Prodi en Tariceanu gaven woensdag aan dat een task force van Roemeense politiemensen naar Italië wordt gestuurd om daar samen met hun Italiaanse collega’s het ciminaliteitsprobleem het hoofd te bieden. „Roemenië is een bevriende natie. Geweld heeft geen nationaliteit”, verklaarde Prodi woensdag. Hij zei ook samen met Tariceanu een brief aan de voorzitter van de Europese Commissie te hebben geschreven waarin ze om bijstand vragen voor de Romazigeuners.
De uitspraken kunnen niet verbloemen dat de Roemenen in Italië een zeer slechte naam hebben. Veel immigranten wonen, onder meer door laks overheidsbeleid, in barakken in veelal illegale kampen zonder stromend water en elektriciteit. De overlast is groot, ook omdat het aantal kampen sterk toeneemt en meer en meer in woonwijken ontstaan. Bijvoorbeeld langs de rivier de Tiber is het aantal barakken stormachtig toegenomen. Ook in andere Italiaanse steden is de toestand erbarmelijk.
De afgelopen jaren, ook voordat Roemenië dit jaar lid werd van de Europese Unie, is Italië overspoeld door Roemenen. Er zouden ongeveer 1 miljoen Roemenen -veelal niet-geregistreerd- in het land zijn. Dit maakte minister Antonio di Pietro, voormalig officier van justitie, enkele maanden geleden bekend. De Roemeense gemeenschap vormt al jaren de grootste immigrantengroep in Italië. Italië is voor Roemenen onder meer aantrekkelijk omdat het Roemeens verwant is aan het Italiaans en omdat men in Italië relatief gemakkelijk in de anonimiteit kan leven en er veel (zwart) werk is. Roemenen werken in Italië vooral in de bouw.
In Rome en omgeving, zo blijkt uit dinsdag gepubliceerde cijfers van een vakbond, vormen Roemenen een derde van het totaalaantal arbeiders. De vakbond vermoedt dat een nog veel groter aantal Roemenen zwartwerkt.