De arm van het COC reikt ver
Hij zit regelmatig aan tafel met ministers, schrijft en belt met Kamerleden, organiseert een ontbijt voor politici en overlegt met het openbaar ministerie over strengere straffen voor plegers van geweld tegen homo’s. De arm van COC-voorzitter Frank van Dalen reikt ver. Hoe krijgt een club met zo’n 7000 leden -minder dan de helft van de RMU- dat voor elkaar?
De Amsterdamse universitair docent Hekma vindt het niet vreemd dat er buiten orthodoxe christenen om nauwelijks critici opstaan die de homobeweging een halt toeroepen. „Het COC laat heikele thema’s liggen, zoals een discussie over seks in het openbaar. Het richt zich vooral op reformatorische onderwerpen, zoals gewetensbezwaarde trouwambtenaren of de plaats van praktiserende homoseksuelen binnen de ChristenUnie. In die gevallen verkondigt Van Dalen geen radicale boodschap, maar een opvatting die op tamelijk grote steun in Nederland kan rekenen.”De twee boegbeelden van de Nederlandse homobeweging op dit moment zijn Van Dalen en Henk Krol, stelt Hekma vast. „Van Dalen vertegenwoordigt de rechtse stroming, ook door zijn nauwe verbondenheid met Rita Verdonk. Krol van de Gaykrant staat wat meer rechts van het midden."
Voor de Utrechtse hoogleraar Tielman -in de jaren ’70 secretaris van het COC- verklaart een aantal strategische beslissingen het succes van de homolobby. „Door goede samenwerking binnen en buiten homo-organisaties heeft de homobeweging steun van maatschappelijke en politieke sleutelfiguren. Ook zijn bondgenootschappen met andere emancipatiebewegingen van groot belang. Daarnaast heeft de homobeweging goed ingezien dat de rol van de media van wezenlijk belang is om positieve identificatiemogelijkheden rond homoseksualiteit te bieden.”
Een goed voorbeeld van samenwerking met mensenrechtenorganisaties is voor Tielman die tussen de homobeweging en Amnesty International. Zo krijgen homorechten een plaats binnen het geheel van de mensenrechten, iets dat duidelijk zichtbaar wordt in de dinsdag gepresenteerde mensenrechtennotitie van minister Verhagen van Buitenlandse Zaken.
Omdat er naar schatting rond de half miljoen homo’s in Nederland zijn, heeft de homobeweging volgens de Utrechtse hoogleraar ook bewust niet gekozen voor het isolement -een aparte homopartij- of juist voor het onzichtbaar opgaan in bredere verbanden, maar wel goede homonetwerken in politieke partijen opgezet. Tielman: „Het opmerkelijke succes van de Nederlandse homobeweging is dan ook te verklaren uit het feit dat ze zich heeft gericht op sleutelfiguren en het zoeken van bondgenoten. Een goed voorbeeld daarvan is nu hoe het huidige COC omgaat met de leiding van de ChristenUnie en met christelijke homogroepen.”
Invloed
Niet alleen de aanpak van het COC, maar ook die van de Gaykrant van Henk Krol bewijst het gelijk van de boodschap van Tielman. Zo is de Gelderse commissaris van de Koningin, Cornielje (VVD), een zogeheten Vriend van de Gaykrant, evenals zijn Friese collega Nijpels en de burgemeesters Wallage (Groningen, PvdA), Leers (Maastricht, CDA) en Rehwinkel (Naarden, PvdA), alsmede Boris Dittrich (D66, werkzaam bij Human Rights Watch). Veel tv-beroemdheden -onder anderen André van Duin en Paul de Leeuw- laten zich ook graag voorstaan op hun homoseksuele leefwijze.
De politieke lobby van het COC is manifest. Voorzitter Van Dalen kent de weg in Den Haag en lobbyt voortdurend op ministeries. Ook organiseerde het COC op Prinsjesdag een ontbijt voor Kamerwoordvoerders homo-emancipatie, waar de meeste partijen maar wat graag bij wilden zijn. Het CDA was verhinderd, maar Van Dalen reisde de dag daarna zonder morren opnieuw naar Den Haag voor een lunch met de CDA-Kamerleden Jonker en De Pater. Ook rond de totstandkoming van het regeerakkoord was er nauw overleg met de opstellers ervan -niet het minst met CU’er Rouvoet- en het COC.
Sleutelfiguur in het homobeleid is ook topambtenaar Ben Baks (lid van GroenLinks). Als coördinator van het homo-emancipatiebeleid zette hij begin maart zijn handtekening onder een brief van minister Plasterk over gewetensbezwaarde trouwambtenaren. In zijn vrije tijd is hij behoorlijk actief in de homobeweging: hij vertegenwoordigt de European Gay & Lesbian Sport Federation bij de Raad van Europa. Daarnaast is hij medeoprichter van de stichting Homosport Nederland en medeoprichter van de EuroGames. Ook is hij als secretaris van de Nederlandse Culturele Sportbond verantwoordelijk voor het homo-emancipatiebeleid van deze organisatie.
Baks schoof afgelopen zomer uiteraard aan bij minister Plasterk voor een rondetafelgesprek over het homo-emancipatiebeleid waarbij de betrokken organisaties -waaronder RefoAnders- aanwezig waren. Daarnaast was een aantal deskundigen uitgenodigd, onder wie Henk Krol van de Gaykrant en Tielman als vertegenwoordiger van het landelijk platform openbaar onderwijs - alhoewel hij ook nog steeds actief is binnen de sectie politieke lobby van het COC. Tielman ontmoette daar ook Rein Zunderdorp van het Forum voor Democratische Ontwikkeling. Zunderdorp is ook voorzitter van het Humanistisch Verbond, Tielman bekleedde die functie eerder.
Ook Herman Meijer en Juul van Hoof waren aanwezig namens een project om homoseksualiteit en religie met elkaar te verbinden. Twee van de drie partners van dit project zijn het COC en het Humanistisch Verbond. Al deze organisaties waren ook zelf uitgenodigd om deel te nemen aan het gesprek.
Over de boodschap van Krol aan Plasterk is weinig misverstand mogelijk. „Na de Algemene wet gelijke behandeling en de openstelling van het burgerlijk huwelijk zou het wijzigen van artikel 1 van de Grondwet een mooie afsluiting kunnen zijn van zestig jaar homo-emancipatie.”
Een trouwe bondgenoot van de homobeweging is ook Art. 1, de landelijke vereniging tegen discriminatie. Voorzitter is de homoseksuele Herman Meijer, oud-voorzitter van GroenLinks en oud-wethouder in Rotterdam. Meijer is ook nog eens voorzitter van de Dialoog Adviesraad over homoseksualiteit en religie, een adviesorgaan van de overheid. Tijdens een debatavond over homoseksualiteit vorige maand in Amsterdam liet Meijer onomwonden weten dat het recht op vrije meningsuiting niet mag leiden tot machtsmisbruik door ouders. „De grondrechten stellen een norm voor alle relaties waarbij sprake is van verschil in macht. Ouders die hun kinderen leren dat God homoseksualiteit niet aanvaardt, overtreden deze norm.”