Buitenland

Duitse politiek is verpersoonlijkt

Na de uitzonderlijk spannend verlopen parlementsverkiezingen in Duitsland trekken de opiniepeilers hun eerste conclusies. De vijf belangrijkste kwamen maandag in Berlijn bijeen om de ’historische’ stembusgang te analyseren. De politiek is verpersoonlijkt, daar zijn de opinieonderzoekers het over eens.

ANP
24 September 2002 08:24Gewijzigd op 13 November 2020 23:49

Na de twee televisiedebatten tussen Gerhard Schröder en Edmund Stoiber werd het een kwestie van „er oder ich” („hij of ik”), aldus Renate Köcher van het Institut für Demoskopie Allensbach. Volgens Manfred Güllner van concurrent Forsa was echter het niet doorslaggevend. „Als het alleen om de sympathiewaarde van de bondskanselier zou gaan, had Schröder een grote overwinning moeten behalen.”

Dat de rood-groene coalitie toch kan blijven regeren is vooral te danken aan de goede prestatie van de Groenen. Die zege heeft de partij volgens Dieter Roth van Forschungsgruppe Wahlen voor een groot deel echter te danken aan SPD-kiezers. Die hebben om tactische redenen op de Groenen gestemd. Ongeveer 30 procent van de 4,1 miljoen stemmen voor de Groenen is afkomstig van sociaal-democraten.

Soortgelijke overwegingen verklaren ook voor een groot deel het minder goed presteren van de FDP. Vroeger stemden veel CDU/CSU-kiezers uit strategische overwegingen op de liberalen. Dat is nu niet het geval geweest. Hiervoor zijn zeker twee redenen aan te geven. Ten eerste heeft de FDP geen keuze willen maken met wie ze zou gaan regeren en ten tweede heeft de zaak rond Jürgen Möllemann de partij geen goed gedaan.

Een van de opvallendste gebeurtenissen voor Roth is het verlies van de SPD in de traditionele gelederen. De sociaal-democraten zagen hun aanhang onder de arbeiders drastisch slinken. In het rode bolwerk Noord-Rijnland-Westfalen verloor de partij een groot deel van haar aanhang aan de CDU/CSU.

Dat deze veelal vakbondsleden overstapten naar de conservatieven onder leiding van Stoiber toont aan dat de kiezer de beroerde economische situatie niet uit het oog was verloren, aldus Roth. Volgens Manfred Güllner van onderzoeksbureau Forsa is er een grote kloof ontstaan tussen deze groep en de SPD. Ongeveer 40 procent van hen die in 1998 op de SPD stemden, had deze zomer nog niet bepaald op wie gestemd zou gaan worden.

Het is vooral Schröder geweest die veel van deze twijfelaars nog over de streep heeft getrokken. Bijvoorbeeld door zijn standvastige houding inzake Irak en zijn optreden tijdens de watersnoodramp in augustus, zegt Walter Ruhland van bureau Polis. Neveneffect hiervan was onder meer stemmenverlies voor de PDS.

Volgens Richard Hilmer van Infratest-dimap toont het verlies van de postcommunistische PDS aan dat oost en west meer gelijk worden. De hulp die na de overstromingen in augustus uit heel Duitsland arriveerde, heeft volgens hem hier een belangrijke bijdrage aan geleverd. De PDS was de partij van de specifieke ”Ost-Probleme” en dat is nu voorbij, aldus Hilmer. Hij denkt wel dat de partij op regionaal niveau in het oosten een rol zal blijven spelen.

Wel is nu een andere verdeling in het land te zien. Het zuiden stemt massaal op CDU/CSU en soms de FDP, terwijl het noorden en het oosten op SPD en Groenen stemt.

Volgens Hilmer kun je hieruit concluderen dat de burgers in het zuiden kiezen voor een „prestatiemaatschappij”, terwijl de bevolking van het noorden en oosten van het land de voorkeur geeft aan een „solidariteitsgemeenschap.”

Maar de Duitsers wachten zware tijden. Harde maatregelen moeten worden getroffen om de economie weer op gang te krijgen. Renate Körcher denkt dat Schröder hiervoor de steun kan vinden. Na de verkiezingen in 1998 was de stemming positief. De bevolking zou het beter krijgen. Nu weet het volk dat het niets te verwachten heeft en dat harde maatregelen staan te wachten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer