Dat heeft minister van Justitie Mehmet Ali Sahin dinsdag gezegd, volgens Turkse televisiezenders.De Europese Unie heeft vaak kritiek geuit op het omstreden wetsartikel 301. Het artikel is onder meer gebruikt om personen te vervolgen die uitspraken doen over de massamoord op Armenen door Turken aan het begin van de 20e eeuw. De wet voorziet in een maximumstraf van drie jaar gevangenis.

De uitspraken kwamen nadat in Brussel door de Europese Commissie de voortgangsrapporten over de kandidaat-lidstaten waren gepresenteerd. Daarin staat dat Turkije de vrijheid van meningsuiting en de rechten van minderheden beter moet waarborgen.

Turkije moet van Brussel onder andere ook zijn betrekkingen met EU-lidstaat Cyprus normaliseren.

Het tempo waarin Turkije hervormingen doorvoert is de afgelopen twee jaar -sinds het begin van de toetredingsonderhandelingen- afgenomen, staat in het rapport. Volgens Ankara zouden de EU-lidstaten niet moeten proberen de Turkse toetreding te blokkeren op basis van zaken die niets met het toetredingsproces te maken hebben.

In het rapport staat ook dat het Turkse leger nog altijd te veel politieke invloed heeft. De constitutionele crisis van eerder dit jaar is door de Turkse regering evenwel goed bezworen, aldus de Europese Commissie.

De onderhandelingen met Turkije -een overwegend islamitisch land met 71 miljoen inwoners- zijn opgedeeld in 35 beleidsterreinen. Acht daarvan zijn bevroren vanwege de Turkse weigering om lucht- en zeehavens open te stellen voor schepen en vliegtuigen uit Cyprus. Rehn zei dinsdag echter dat mogelijk in de komende weken de onderhandelingen over twee nieuwe beleidsterreinen (gezondheidszorg en consumentenbeleid en trans-Europese netwerken) worden gestart.

Volgens CDA-Europarlementariër Oomen maakt het nieuwe rapport duidelijk dat het „nu of nooit” is voor Turkije. „De politieke wil om te hervormen is er, maar de regering van premier Erdogan moet het nu laten zien. Als de hervormingen over een jaar nog te weinig voorstellen, willen ze kennelijk niet.”

Oomen pleit voor een methode om Turkije zo veel mogelijk positief te stimuleren. „Jarenlang hebben we gescholden op Turkije en dat hielp niet. Daarom is een nieuwe positieve toon goed.”

Oomen vraagt meer aandacht voor de sociale samenhang van de Turkse maatschappij. Armoede moet bestreden worden, de rechten voor religieuze minderheden als de Koerden gewaarborgd en er moet meer en beter onderwijs komen voor kinderen. Ook vrouwenrechten verdienen meer aandacht, aldus Oomen.

Turkije heeft als kandidaat-lid van de EU nu al recht op ongeveer 500 miljoen euro aan ”pre-toetredingssteun”, maar kan een aanzienlijk deel van dat geld bij gebrek aan goede projecten nog niet besteden. Oomen roept op daar snel iets aan te doen, om Turkije welvarender te kunnen maken.

Ze houdt verder vast aan de eisen van verbeteringen op het gebied van religieuze en mensenrechten en van vrijheid van meningsuiting. Bovendien moet Turkije zijn havens openen voor schepen uit Cyprus.

Ankara moet daarnaast „de culturele rechten van de Koerden erkennen”, zegt Oomen. Daarmee haal je volgens haar het draagvlak weg dat de Koerdische Arbeiderspartij PKK onder de Koerdische bevolking in het zuidoosten van het land heeft. De PKK staat op de EU-lijst van terroristische organisaties.