Omstreden moslimtheoloog hoogleraar in Leiden
LEIDEN - De omstreden moslimtheoloog Tariq Ramadan wordt bijzonder hoogleraar islamologie aan de Universiteit Leiden. Hij gaat onderzoek doen naar de positie van moslims in West-Europa.
Dat meldde de Volkskrant dinsdagmorgen.De leerstoel is een initiatief van de sultan van Oman, die het onderzoek ook financiert. Eerder schonk het sultanaat, dat naar eigen zeggen de dialoog tussen landen en volke ren wil bevorderen, leerstoelen aan de universiteiten van Harvard, Cambridge, Melbourne en Georgetown. De Leidse universiteit is verantwoordelijk voor het wetenschappelijke werk van Ramadan.
Ramadan (1962), geboren in Zwitserland, is een zoon van Said Ramadan (1926). Op 14-jarige leeftijd leerde deze Hassan al-Banna kennen, de oprichter van de (verboden) Moslimbroederschap in Egypte - die de islamisering van de wereld, met alle mogelijke middelen, hoog in haar vaandel heeft staan. Al snel werd Said Ramadan „als een zoon” voor Hassan al-Banna (die in 1949 bij een aanslag om het leven kwam), schrijft de Duitse islamwetenschapper en politicoloog Ralph Ghadban in zijn boek ”Tariq Ramadan und die Islamisierung Europas” (uitg. Hans Schiler; 2006). Said Ramadan werd, als „de kleine Hassan al-Banna”, de belangrijkste vertegenwoordiger van de Moslimbroederschap in het buitenland. Inmiddels is deze al in meer dan zeventig landen, waaronder Nederland, vertegenwoor digd.
Tariq Ramadan bekleedde een leerstoel in Freiburg en was gasthoogleraar in Oxford. Hij adviseerde de Britse regering in moslimaangelegenheden. Ramadan is ook gasthoogleraar aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam.
De moslimtheoloog geldt als omstreden, ook onder moslims zelf. Om veiligheidsredenen trokken de Verenigde Staten in 2004 zijn visum in. Ramadan kon daardoor geen hoogleraar worden in Notre Dame.
Een van Ramadans felste critici is de Franse journa liste Caroline Fourest, die in haar boek ”Frère Tariq” (Broeder Tariq) Ramadan een gepolijst mediaperformer noemt, die onder het mom van religieuze tolerantie een in wezen fundamentalistische boodschap verspreidt. „Het is wat wij noemen de dubbele tong van Tariq Ramadan”, aldus Fourest.
Ook de Duitse auteurs Ghadban en Johannes Grundmann (in zijn boek ”Islamische Internationalisten. Strukturen und Aktivitäten der Muslimbruderschaft und der Islamischen Weltliga”; uitg. Hei delberger Centrum für Euro-Asiatische Studien) zijn uiterst kritisch.
Ramadan wijst de kritiek van de hand, alsook het feit dat er vaak een rechte lijn getrokken wordt tussen hem en zijn grootvader, Hassan al-Banna, en zegt dat het zijn doelstelling is een nieuwe visie op de islam te geven, die past bij de moderne tijd, een Euro-islam. Hij zegt te vinden dat moslims kritischer tegenover zichzelf moeten staan en zichzelf minder als slachtoffer moeten zien. Alleen dan is vooruitgang mogelijk.
Volgens Ramadan is het heel goed mogelijk de Koran als bron van inspiratie voor de 21e eeuw te zien: de teksten zouden flexibel genoeg zijn. Kritiek dat het begrip democratie in de Koran niet is terug te vinden en dat het gaat om een niet-islamitisch principe, wijst hij van de hand als een te letterlijke uitleg van de geschriften.
Ramadans woorden vinden gehoor bij veel Europese moslimjongeren, omdat hij begrip toont voor hun problemen.