„Kompas van vissers” verschijnt in streektaal
BUNSCHOTEN - Een vertaling van de middeleeuwse Beatrijs in het dialect van Bunschoten-Spakenburg staat al op zijn naam. Wat zijn tweede project moest worden, was voor Meindert Nagel uit Bunschoten niet moeilijk. „De Bijbel is hier generaties lang het kompas geweest voor de boeren en voor de vissers op zee.” Vandaag ziet een vertaling van zes Bijbelboeken het licht.
Een bedreiging voor het woord van God. Zo zien sommige mensen een vertaling in streektaal, weet Nagel. De 67-jarige oud-leraar Nederlands, geboren en getogen Bunschotenaar, is het daar faliekant mee oneens. Hij zette de Bijbelboeken Ruth, Jona, Esther, Spreuken, Prediker en Hooglied over in het plaatselijke dialect. „Natuurlijk mag dat wel. De Bijbel wordt toch ook in alle mogelijke vreemde talen vertaald?”Positieve reacties steunen Nagel, van huis uit gereformeerd, in zijn opvatting. „Tjonge, zei iemand tegen me, het is net of ik de Bijbel nu beter begrijp. En burgemeester Van de Groep zei, heel mooi: „De Bijbel is altijd vóór ons, nu kan hij ten dele ván ons worden.” Twee jaar geleden startte Nagel, die eerder eindredacteur was van het ”Woordenboek van Bunschoten-Spakenburg en Eemdijk”, het project. Hij had toen juist een vertaling van de Middelnederlandse Beatrijs afgerond en wilde iets nieuws. „Na Beatrijs had ik de smaak te pakken.
In die tijd werd het vertalen van Bijbelboeken in streektalen hot. Anne van der Meiden was net met het Twents bezig, en ook onder meer in Zeeland en Urk kwamen vertalingen - al die plaatsen waar de Bijbel een centrale plaats inneemt.”
Nagel koos voor de Bijbel om twee redenen. De eerste heeft te maken met het dialect zelf, de tweede met de rol van de Bijbel. „Bijna elk dialect is over een jaar of vijftien verdwenen, zeggen deskundigen. Het is vijf voor twaalf. Ik wil proberen om er toch nog iets van te bewaren.” Overigens is er in het verleden al meer vastgelegd van het Bunschoter dialect. Zo verscheen onder meer ”Op ’n halfzeuvetje”, met verhalen over de folklore van het dorp. Nagel wilde nu een stap verder gaan. „Zo ben ik bij de Bijbel gekomen. Het is een boek dat niet is weg te denken uit de cultuur van West-Europa.”
Daarnaast is de Bijbel in Bunschoten-Spakenburg „generaties lang het kompas geweest voor boeren en voor vissers op zee”, zegt Nagel. „Ze vonden er steun en troost in. Is het dan niet prachtig dit boek in het dialect te vertalen?”
Broer Cor (72) -hij woont met zijn zus in een ander deel van de ouderlijke boerderij- en Mees Hartog (67) ondersteunden Nagel. De laatste vertaalde, elke dag drie tot vier uur, de anderen leverden commentaar. Soms werd expertise van buitenaf ingeroepen. „Het ging dan vaak om de woordkeus: is dit of dat woord nog in zwang?” Overigens is de vertaling, net als de Beatrijs, een uitgave van De Heeren van Bunschoten, een sociëteit die zich bezighoudt met het cultuurhistorisch erfgoed van Bunschoten-Spakenburg.
Nagel gebruikte een keur van vertalingen. „Ik begon vaak met de Statenvertaling. Daarnaast pakte ik de Nieuwe Bijbelvertaling, de Willibrordvertaling, de Naardense Bijbel, de vertaling van 1951 en de Twentse vertaling erbij en maakte vervolgens de sprong naar het Bunschotens dialect. Korte zinnen werden het, mensen maken in het dagelijks leven niet van die ingewikkelde zinnen.” Ook veranderde Nagel de stijl van het geschrevene, als het dialect daarom vroeg. „Er zijn bijvoorbeeld nogal wat parallelle zinnen in de Bijbel: En toen, en toen, en toen. Als ik dat ook zo zou gebruiken, zou dat in strijd zijn met het dialect.”
„Museale woorden” vermijdt Nagel, net als „de ruwe, harde zijde die elk dialect heeft.” Dat laatste doet hij „uit respect.” Voorbeelden geeft Nagel liever niet. Hij is bang dat mensen daarmee op de loop gaan of er de spot mee drijven. Een museaal woord is bijvoorbeeld ”lumieren”, zegt Nagel. „Vissers gebruikten dat aan het begin van de 20e eeuw als het licht werd, ’s morgens op zee. Nu is dat woord in onbruik geraakt. Ik wil in mijn vertaling een taal die in 2007 wordt gesproken.”
Vanavond worden de zes Bijbelboeken in twee delen gepresenteerd in Eemdijk, inmiddels werkt Nagel aan het derde deel met Lukas, Johannes en Openbaring. Het doel is uiteindelijk een bloemlezing uit de totale Bijbel te presenteren. Een selectie van de Psalmen komt daar in elk geval in voor - dat weet Nagel zeker.