Voorarrest hiv-zaak Groningen verlengd
GRONINGEN (ANP) - Het voorarrest van de drie verdachten in de Groningse hiv-zaak is opnieuw met drie maanden verlengd. Dat heeft de rechtbank in Groningen maandag bepaald tijdens een pro-formazitting.
Het medisch onderzoek is nog niet afgerond en er moeten nog enkele getuigen in de zaak worden gehoord. De rechtbank streeft ernaar de zaak 28 januari inhoudelijk te behandelen.Het openbaar ministerie verdenkt de 49-jarige Peter M. uit Scharmer en zijn 48-jarige partner Wim D. ervan samen met de 39-jarige Hans J. uit Groningen meerdere homoseksuele mannen met drugs te hebben gedrogeerd om hen vervolgens seksueel te misbruiken. Ook kreeg een aantal slachtoffers via injectiespuiten met hiv besmet bloed toegediend.
Tot nu toe hebben veertien mannelijke slachtoffers aangifte gedaan bij de politie. Het OM verdenkt de drie verdachten van zware mishandeling met voorbedachten rade. Een definitieve tenlastelegging is er nog niet, die is volgens het OM afhankelijk van het nog af te ronden medisch onderzoek, dat de link tussen de slachtoffers en de verdachten moet aantonen.
De advocaat van Wim D. eiste opnieuw dat zijn cliënt voorlopig wordt vrijgelaten. Volgens de advocaat zou D. niet betrokken zijn geweest bij het injecteren van mannen met hiv-besmet bloed. Ook zou hij niet hebben geweten dat de slachtoffers drugs kregen toegediend. Het OM stelt echter dat hij degene was die de ghb ophaalde en contact met de slachtoffers legde via chatsites. „D. wist van de hoed en de rand. Hij wordt daarom verdacht van het medeplegen van de feiten”, aldus de officier van justitie.
De advocaten van de verdachten eisten voor de rechtbank een kopie van de dvd’s met daarop de verklaringen van de slachtoffers. Het OM ziet daar echter niets in. „Het heeft de slachtoffers al genoeg moeite gekost om aangifte te doen. Daarnaast is een advocatenkantoor niet volledig afgesloten. Ik wil voorkomen dat de video’s straks op YouTube belanden”, antwoordde de officier van justitie. De rechtbank is het daarmee eens en heeft bepaald dat de advocaten de verklaringen wel kunnen inzien.