„Zuid-Afrikaanse bedrijven verdoezelen gevolgen aids”
Voor het Zuid-Afrikaanse bedrijfsleven beginnen de economische gevolgen van de aids-epidemie voelbaar te worden. Uit angst voor slechte publiciteit worden veel bedrijven kopschuw om cijfers bekend te maken over het effect van de epidemie op de economische bedrijvigheid. Naar schatting 12 procent van Zuid-Afrika’s werkzame bevolking is besmet met HIV, het virus dat aids kan veroorzaken.
Grote bedrijven zien zich genoodzaakt ziektekostenvoorzieningen van werknemers bij te stellen om het verlies van productiviteit in te dammen. Over dit soort aids-initiatieven doet het bedrijfsleven niet geheimzinnig. Anders is het gesteld met de verstrekking van gegevens over werknemers die sterven aan de gevolgen van aids en het aantal zieke werknemers.
Voedingsbedrijf Tiger Brands, de Anglovaal mijn en papiergigant Mondi weigeren daarover cijfers te verstrekken. Colin Scott, directeur van het Nederlandse cargadoorsbedrijf Vopak in Durban begrijpt dat wel. „Als bij ons bedrijf werknemers overlijden, is de officiele doodsoorzaak altijd iets anders dan aids. Je kunt toch moeilijk de nabestaanden voor het hoofd stoten door als bedrijf een andere conclusie te trekken?”
„Het is”, zegt Ron Schipper, vice-president van de KLM in Afrika en de Golf, voor het bedrijfsleven ook heel lastig de omvang van aids onder werknemers in kaart te brengen. Het testen op HIV/aids geschiedt voor werknemers nog steeds op basis van vrijwilligheid.”
Clem Sunter, econoom, aids-deskundige en initiatiefnemer van de Zuid-Afrikaanse Zaken Coalitie tegen HIV/Aids vindt de reactie van grote bedrijven om cijfers te verzwijgen begrijpelijk maar zinloos.
Ook Dr. Brian Brink, vice-president van de mijngigant Anglo American, ziet geen heil in struisvogelgedrag. Alleen openheid over de huidige stand van zaken is een voorwaarde om met succes de gevolgen van aids te bestrijden. Bij Anglo American zijn meer dan 30.000 van de 100.000 werknemers seropositief.