Religie positief bij armoedebestrijding
De Tweede Kamer moet maandag in het debat over de plannen van minister Koenders voor Ontwikkelingssamenwerking meer aandacht vragen voor de positieve betekenis die religie in het beleid kan hebben, zeggen Jan Lock, Evert-Jan Brouwer en Leendert de Jong.
Minister Koenders voor Ontwikkelingssamenwerking presenteerde onlangs in een uitgebreide brief zijn toekomstplannen. Te midden van veertig pagina’s tekst is slechts één korte alinea gewijd aan de rol die religie speelt in armoedebestrijding. Wij betreuren dat. Immers, wie armoedebestrijding daadwerkelijk wil laten aansluiten bij de leefwereld van de armen kan niet om de belangrijke rol van religie heen. Het zou goed zijn als de Tweede Kamer maandag in het debat met de minister het thema religie oppakte.Een belangrijk uitgangspunt van ontwikkelingshulp is dat deze moet aansluiten op de reële behoeften van de ontvangers, maar zeker ook op hun belevingswereld en waarden. Het is essentieel dat we ons bij armoedebestrijding realiseren dat iedereen vanuit bepaalde waarden handelt. En dat alleen de zoektocht naar gedeelde waarden ons kan helpen bij het vinden van effectievere oplossingen voor armoedebestrijding.
Kennisforum
De vorige minister voor Ontwikkelingssamenwerking, Van Ardenne, onderkende het belang van religie voor armoedebestrijding. Zij riep in 2005 het kennisforum Religie en Ontwikkelingssamenwerking in het leven. Samen met Nederlandse ontwikkelingsorganisaties nam zij onder de loep hoe religie ontwikkeling beïnvloedt - negatief én positief. Hoe de nieuwe minister met het kennisforum verder gaat, is nog niet bekend.
Minister Koenders toont in zijn beleidsbrief nauwelijks aandacht voor religie. Eigenlijk noemt hij religie alleen in negatieve zin, in het kader van toenemende polarisatie na 11 september 2001. Natuurlijk is dat realiteit. Maar door als enige positieve verwijzing naar religie één zinnetje op te nemen over mogelijke samenwerking met religieuze organisaties in fragiele staten, doet de minister onvoldoende recht aan de positieve rol die religie vaak ook speelt.
Zinvol
Wat Koenders in ieder geval niet wil, is religie een instrument van zijn beleid maken. Daar valt goed in te komen. Maar er zijn ook zinvolle manieren om op de invloed van religie in te spelen.
Ten eerste: Betrek religie systematisch bij het analyseren van ontwikkelingsvraagstukken. Het kennisforum zou daarvoor goede diensten kunnen bewijzen. Nog beter zou het zijn als die kennis breder gedeeld wordt door ambtenaren van de minister.
Verder: Kijk naar de positieve rol die religieuze organisaties kunnen spelen en werk ermee samen. Zo kan gebruikgemaakt worden van de positieve rol die kerken en religieuze bewegingen kunnen spelen in het overbruggen van scheidslijnen en het tot stand brengen van verzoening na conflicten, een aangelegen punt in fragiele staten. Een andere mogelijkheid is het benutten van het omvangrijke gezondheidsnetwerk van kerken en andere zogeheten ”faith based organisations (fbo’s). In sommige landen nemen kerken en fbo’s tientallen procenten van de zorg voor aidspatiënten voor hun rekening. Organisaties zoals de Wereldgezondheidsorganisatie en Unaids onderkennen dit en houden er rekening mee. Nederland zou dat spoor moeten volgen.
Ten derde: Vraag van kerken en fbo’s rekenschap over wat het christelijke geloof in de praktijk van armoedebestrijding werkelijk betekent.
Verschil maken
De secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Ban Ki Moon zei onlangs op een conferentie tegen evangelische kerkleiders: „Uw betrokkenheid bij armoedebestrijding kan voor regeringen de doorslag geven om door te zetten op dit gebied. Onderschat uw macht niet. Met geloof en wil kunnen we een verschil maken.” Deze constructieve houding is gestoeld op de overtuiging dat hij mét religieuze organisaties armoede beter kan bestrijden. Het zou geweldig zijn als minister Koenders hem daarin volgt.
Jan Lock en Evert-Jan Brouwer zijn directeur respectievelijk coördinator beleidsbeïnvloeding van de stichting Woord en Daad, Leendert de Jong is directeur van Prisma (vereniging voor christelijke ontwikkelingsorganisaties).