Verloopgaren is garen dat verschillende kleuren heeft. Er zijn garens die om de 30 centimeter een andere kleur krijgen, maar als de kleuren om de 10 centimeter of nog eerder wijzigen, geeft dat een mooier resultaat.Garens zijn niet al te goedkoop en omdat de meeste borduurders toch graag veel verschillende kleurtjes willen hebben, zijn er nu garenkaartjes op de markt met zes verschillende kleuren, voor de prijs van één klosje garen.

De prikgaatjes in de te borduren kaart zijn prima te maken met een fijne Pergamanopen, die ligt lekker in de hand en er zit een dopje op dat bescherming biedt tegen de scherpe punt. Borduren gaat het beste met een fijne quiltnaald. De naald is lekker kort en heeft een oog dat groot genoeg is om de meestal behoorlijk dikke borduurdraad door te steken.

Benodigdheden

Het hiernaast afgebeelde patroon (ware grootte)
Knipvel van Mattie de Bruine (MB0082)
Papicolor: kerstrood (43), olijfgroen (45) en karamel (46)
Borduurgaren (Chrissie, kleur 12 6001/1512)
Ponsje voor het afronden van de hoeken

Werkwijze

Snijd een rechthoek van 13 x 26 cm uit kerstrood en ril op 4,5 cm en 6,5 cm vanaf de zijkanten.
Vouw de kaart in model.
Snijd vervolgens uit olijfgroen twee rechthoeken van 12,5 x 4 cm en een cirkel met een doorsnede van 9 cm.
Snijd uit karamel twee rechthoeken van 12 x 3,5 cm, een vierkant van 12 x 12 cm en een cirkel met een doorsnede van 8 cm. Pons de hoekjes van de rechthoeken rond af (knippen met een schaar kan ook).
Snijd uit het knipvel een vierkant uit het ruitjespatroon van 11 x 11 cm.
Prik het patroontje in de karamelkleurige rechthoeken. Prik eerst het patroon in de eerste rechthoek, draai vervolgens het patroon om en prik via de achterkant het patroon in de tweede rechthoek. De patronen staan nu in spiegelbeeld.
Borduur de patroontjes met het verloopgaren en plak alle onderdelen van de kaart op elkaar.
Knip ten slotte de mooie krans en plak hem in 3D op.