Agenten in burger schoten de 27-jarige elektricien dood toen hij op 22 juli 2005, een dag na een reeks mislukte aanslagen op het openbaar vervoer in Londen, instapte in een metrotrein. Twee weken eerder waren bij aanslagen op drie metrotreinen en een bus 52 reizigers en de 4 daders om het leven gekomen.De politie zei dat het doodschieten van De Menezes een vergissing was, maar dat haar verder niets te verwijten viel. De jury oordeelde echter dat de politie het publiek met de actie nodeloos in gevaar had gebracht. Agenten waren hem vanaf het moment dat hij zijn appartement verliet gevolgd, twee bussen en een metrostation in, maar de politie greep pas in toen hij op het station Stockwell in een metrotrein was gestapt. Met zeven van dichtbij afgeschoten kogels werd De Menezes gedood.

Politiechef Ian Blair betuigde na de uitspraak zijn „diepe spijt” over de dood van De Menezes. „Ik ben ervan overtuigd dat zijn dood de culminatie was van het handelen van velen, die allen hun best deden om de vreselijke dreiging waar Londen die dag mee geconfronteerd werd het hoofd te bieden, een wedloop tegen de tijd om de daders van de mislukte zelfmoordaanslagen van de dag ervoor te vinden”, zei Blair.

Vertegenwoordigers van de twee grootste oppositiepartijen, de Conservatieven en de Liberaal-Democraten, riepen de politiechef op zijn functie neer te leggen. Volgens David Davis, woordvoerder van de Conservatieven voor binnenlandse zaken, is de positie van Blair onhoudbaar geworden. Blair wil daar echter niets van weten. „Dit was een op zichzelf staande overtreding van de wet onder zeer buitengewone omstandigheden”, zei hij. Ook minister van Binnenlandse Zaken Jacqui Smith zei „volledig vertrouwen” te houden in Blair. Voor de dood van De Menezes werden geen individuele agenten aangeklaagd.