CU ziet ruimte voor soorteigen gentech
DEN HAAG - Mits er een duidelijk ethisch kader is, zou het vaker mogelijk moeten worden om cisgenese toe te passen. Dat zei ChristenUnie-Kamerlid Wiegman donderdag tijdens een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer.
Cisgenese is het via genetische modificatie overbrengen van soorteigen genen van de ene plant in de andere plant. Daar tegenover staat transgenese. In dat geval worden genen in een plant of dier ingeplant die van een andere soort afkomstig zijn.Wiegman had het rondetafelgesprek georganiseerd om de Kamer breed te informeren over biotechnologie. De Kamer spreekt halverwege deze maand met het kabinet over genetische modificatie.
Prof. dr. ir. H. Jochemsen, die tijdens de bijeenkomst sprak namens het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie, zei tijdens de bijeenkomst dat cisgenese ethisch gemakkelijker te accepteren is dan transgenese. Ook hij ziet mogelijkheden voor versoepeling van de regels voor cisgenese. Het moet echter te allen tijde mogelijk blijven volledig genesevrije producten te kopen, stelde hij.
Dr. H. J. A. Schouten van Plant Research International pleitte eveneens voor verruiming van de regels voor cisgenese. „Het staat dichter bij de natuur en de scheppingsorde dan transgenese.” Het toelaten van genetisch gemodificeerde planten op de Europese markt is duur, zei hij verder. Schouten stelde voor de kosten te verlagen, om zo ook kleinere bedrijven in de gelegenheid te stellen genetisch gemodificeerde producten op de markt te brengen.
Het pleidooi voor versoepeling ten aanzien van cisgenese viel slecht bij prof. dr. M. A. Haring van de Universiteit van Amsterdam. „Je moet goed nadenken over de gevolgen voordat je cisgenese nog vaker toestaat. Het blijft genetische modificatie. En het is onnatuurlijk. Via de klassieke veredeling lukt het niet om bepaalde genen bij een plant in de brengen. De natuur zegt dan eigenlijk: „Doe het niet.””
Greenpeacewoordvoerder M. Harjono pleitte voor een verplichtte etikettering van genetisch gemodificeerde planten.