Diplomaten VS tegen plaatsing in Bagdad
NEW YORK - Amerikaanse diplomaten ventileerden woensdag tijdens een bijeenkomst in het ministerie van Buitenlandse Zaken in Washington hun weerstand tegen eventuele gedwongen plaatsingen in Bagdad. „Plaatsing in Bagdad is te vergelijken met een potentieel doodsvonnis”, aldus een van de diplomaten.
Tijdens de vergadering verdedigde Harry Thomas, directeur personeelszaken van het ministerie, het beleid van minister van Buitenlandse Zaken Condoleezza Rice. Volgens Thomas is Bagdad voor Washington een „prioriteit” en daarom is het gewenst dat de VS daar vertegenwoordigd is door een uitgebreide diplomatieke vertegenwoordiging. In feite is de nieuwe Amerikaanse ambassade in Bagdad de grootste ambassade in de Amerikaanse geschiedenis.Waarom door zo’n megavertegenwoordiging als in Bagdad politiek weinig vooruitgang wordt geboekt, wilden tal van diplomaten weten. Wat verwacht men van zogeheten ”vruchtbare diplomatieke contacten” als Amerikaanse diplomaten zich niet dan onder zware (geprivatiseerde) bewaking buiten de ”groene zone” van Bagdad kunnen bewegen? Waarom zoveel diplomaten naar Bagdad sturen als de Amerikaanse militairen het in Irak in feite voor het zeggen hebben?
Frustraties alom, met als gevolg dat Thomas de vergadering voortijdig beëindigde. Hij herinnerde zijn collega’s eraan dat zij bij toetreding tot het diplomatieke corps hadden gezworen zich „waar ook ter wereld” beschikbaar te stellen. „Maar niet in oorlogsgebieden, waar ambassades gewoonlijk worden gesloten”, gromde een van de gefrustreerde diplomaten.
Washington moet in mei volgend jaar 250 diplomaten in Bagdad vervangen. Er worden nog 50 vrijwilligers gezocht. Melden die zich niet tijdig, dan worden zij „aangewezen.” Sommige diplomaten dreigden ontslag te nemen als het zover mocht komen. De vergadering woensdag was ook een welkom forum om andere frustraties te uiten, zoals het beleid van minister Rice die volgens een recent onderzoek onder diplomaten haar onderdanen zou „verwaarlozen.”
Volgens dit onderzoek van de diplomatenvereniging American Foreign Service Association (AFSA) vindt slechts 12 procent van de Amerikaanse diplomaten dat minister Rice zich voldoende voor hen inzet. De minister is volgens veel diplomatieke dames en heren veel te veel bezig „met politieke acties die weinig bijdragen aan Amerika’s behoefte aan langetermijndoelstellingen gericht op bredere internationale samenwerking.”