Opinie

Subsidieverbod SGP ongegrond

De juridische procedure van het Proefprocessenfonds Clara Wichmann tegen de staat over de SGP nadert het einde. Rob Kooijman geeft een voorproefje van de uitspraak.

1 November 2007 08:26Gewijzigd op 14 November 2020 05:14

De feiten: Vóór 1997 was het voor vrouwen juridisch mogelijk om volwaardig lid te worden van de SGP. De statuten waren sekseneutraal. Vanaf 1997 was er met de omschrijving in de statuten „Leden zijn mannen” sprake van ongelijke behandeling van vrouwen. Intern stemmen en kandidaatstelling van vrouwen namens de SGP in gemeenteraden, Provinciale Staten, Tweede Kamer en Europees Parlement waren vanwege die omschrijving in de statuten juridisch niet mogelijk. Dat is in strijd met het VN-Vrouwenverdrag artikel 7. De rechtbank verbood in september 2005 vanwege die ongelijke behandeling de subsidie door de staat aan de SGP.In juli 2006 heeft de SGP de gewraakte omschrijving in de statuten geschrapt. Daarmee zijn de statuten sekseneutraal, net als vóór 1997. Evenwel heeft de SGP toen ook het besluit genomen tot „volstrekte continuïteit in het beleid van de partij” bij de kandidaatstellingen namens de SGP.

Eis
De eis van het Proefprocessenfonds Clara Wichmann: Het subsidieverbod moet gegrond worden verklaard zolang de SGP het besluit tot volstrekte continuïteit in het beleid van de partij bij de kandidaatstellingen namens de SGP niet schrapt.

De beoordeling van de eis: De SGP is als vereniging gehouden aan de bepalingen van het verenigingsrecht. Artikel 14 van het verenigingsrecht luidt: „Een besluit van de vereniging, dat in strijd is met de wet of de statuten, is nietig.” Het besluit tot volstrekte continuïteit in het beleid van de partij bij de kandidaatstellingen namens de SGP is in strijd met het VN-Vrouwenverdrag artikel 7 én met de statuten vanaf juli 2006 van de SGP.

Het vonnis: Het besluit tot volstrekte continuïteit in het beleid van de partij bij de kandidaatstellingen namens de SGP is nietig en bestaat daarom als rechtshandeling niet. Met alleen de statuten is het, net als voor 1997, juridisch mogelijk dat vrouwen volwaardig lid worden van de SGP. Het subsidieverbod is daarom ongegrond. De staat dient zijn verplichting aan de SGP vanwege de Wet subsidiëring politieke partijen te hervatten met ingang van juli 2006, en dient daarom onmiddellijk 1.170.000 euro (780.000 euro op jaarbasis) over te maken op gironummer 119560 van de SGP te Gouda.

Beginselen
Maar met alleen die sekseneutrale statuten erkent de SGP toch niet de eigen beginselen? Immers, een beginsel van de SGP is dat regeerambten in gemeenteraden, Provinciale Staten, Tweede Kamer en Europees Parlement in strijd zijn met de roeping van de vrouw. Toch wel. Artikel 27 van het verenigingsrecht luidt: „De statuten houden in de verplichtingen die de leden tegenover de vereniging hebben.” En wat kan die verplichting bij een politieke vereniging anders zijn dan het onderschrijven van beginselopvattingen waartoe een politieke partij als vereniging besloten heeft? Die verplichting geldt vanzelfsprekend voor leden in regeerambten namens een partij: zij vertegenwoordigen immers de partij.

De beginselopvatting van de SGP over vrouwen is geen onderwerp van de juridische procedures. Zo’n opvatting is in het VN-Vrouwenverdrag niet strafbaar gesteld. De verplichting tot het onderschrijven van de beginselopvattingen is in de statuten vastgelegd, net als vóór 1997. Het besluit tot volstrekte continuïteit in het beleid van de partij bij de kandidaatstellingen namens de SGP is daarom overbodig.

Vrouwen die de beginselopvattingen onderschrijven, het is welbekend, zien zelf af van regeerambten namens de SGP: die regeerambten zijn immers in strijd met hun eigen roeping. Hoeveel meer erkenning van de beginselopvattingen dan dat kun je krijgen?

De auteur doet onderzoek naar het politieke verenigingsrecht.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer