Cultuur & boeken

Herinnering kent vele gestalten

Titel: ”In het huis van de herinnering. Een cultuurhistorische verkenning”
Auteur: H. W. von der Dunk”
Uitgeverij: Bert Bakker, Amsterdam, 2007
ISBN 978 90 351 30586
Pagina’s: 423
Prijs: € 24,95.

Dr. O. W. Dubois
31 October 2007 08:54Gewijzigd op 14 November 2020 05:14

Geschiedenis bestaat bij de gratie van herinneringen. Herinneringen waarop historici hun beeld van het verleden bouwen en dat aan de samenleving overdragen. Een beeld dat nooit losstaat van de tijd waarin men leeft. Naar een bekend woord van Goethe schrijft elke generatie haar eigen geschiedenis. En elke generatie -en binnen die generatie weer elke sociale of godsdienstige groepering- heeft weer haar eigen beeld van de geschiedenis. De herinnering kent vele gestalten. Over dit fenomeen van de herinnering en haar individuele en maatschappelijke betekenis handelt het nieuwste boek van dr. H. W. von der Dunk, ”In het huis van de herinnering. Een cultuurhistorische verkenning”. Een mooi en geleerd boek dat veel inzicht geeft in het belangrijke verschijnsel van de herinnering.

Herinnering en tijd horen onverbrekelijk bij elkaar. Herinnering heeft plaats in het heden en heeft betrekking op vroeger. Zij slaat een brug tussen heden en verleden en schept eenheid in het leven van de mens. Dit geldt vooral voor hem die zijn herinneringen op schrift stelt.

Het is een proces dat Von der Dunk fraai als volgt formuleert: „We bespeuren in ons tot een verhaal getransformeerd leven een cryptogram dat het versluierde antwoord bevat op het wonder van ons bestaan als die ene ik-persoon in deze ene tijd. En dat kan ook getuigen van liefde voor het leven, van een solidariteit met het lot dat ons ten deel is gevallen.”

Augustinus
De autobiografie is een herinneringsvorm bij uitstek en heeft een eeuwenoude geschiedenis, maar van blijvende betekenis zijn de ”Confessiones” (Belijdenissen) van Augustinus. Ze zijn een model geworden voor de moderne autobiografie. Von der Dunk: „Het is niet overdreven om te zeggen dat de autobiografie in de huidige betekenis van een introspectieve speurtocht naar de eigen ontwikkeling en psyche moeilijk denkbaar is zonder dat confessie-idee van Augustinus, dat bij hem tot een worsteling met God en het raadsel van zijn eigen bestaan is geworden van een intensiteit en diepgang, die sedertdien nauwelijks zijn geëvenaard.”

In de autobiografie weerspiegelt zich ook het mens- en wereldbeeld van de auteur en de tijd waarin hij leeft, en op boeiende wijze beschrijft Von der Dunk de ontwikkeling naar een groeiende individualiteit -een ontwikkeling waaraan renaissance en Reformatie elk op eigen wijze hebben bijgedragen- waarin de persoon en het innerlijk leven van de auteur onverbloemd in het middelpunt kwamen te staan. Het hoogtepunt hiervan zijn de ”Confessions” (1781) van Rousseau, de beroemdste autobiografie van de achttiende eeuw.

Zijn autobiografie draagt dezelfde titel als die van Augustinus, maar waar deze zich richt op de ondoorgrondelijkheid van de waarheid (en, zo voeg ik eraan toe, zich aan God als de hoogste Waarheid wil overgeven) zoekt Rousseau een waarheid die hem kan vrijspreken. Van Rousseau en de romantiek voert de weg verder naar de twintigste-eeuwse zelfonthullingen in romans, waarbij vooral na de Tweede Wereldoorlog, zo merkt de auteur op, het innerlijk een winstgevend marktartikel werd.

Collectieve herinnering
Naast de individuele herinnering is er de collectieve herinnering, de herinnering die een samenleving tot werkelijke samenleving maakt en waarin zich de affectieve verbondenheid van leden en groepen weerspiegelt. Deze herinnering, een amalgaam van talloze individuele herinneringen, staat aan het begin van de geschiedschrijving, aan de vormgeving van het verleden dat eerst in het perspectief van een bepaalde levens- en wereldbeschouwing zin en betekenis krijgt. Geschiedenis is altijd meer dan louter kroniek. Zij is ook zingeving.

Collectieve herinnering kan een heel complex van gevoelens en ideeën oproepen. Dit laatste geldt in het bijzonder voor de grote en dramatische gebeurtenissen van de beide wereldoorlogen. In het collectieve Europese bewustzijn is de Eerste Wereldoorlog ervaren als een overweldigende breuk met het verleden, als de ondergang van de negentiende-eeuwse burgerlijke cultuur met haar vooruitgangsgeloof en optimistisch mens- en wereldbeeld. Van deze verdwenen wereld, deze wereld van gisteren zoals Stefan Zweig hem heeft genoemd, getuigen talloze dagboeken, memoires en romans.

Tweede Wereldoorlog
Ingrijpender nog was de doorwerking van de Tweede Wereldoorlog, waarvan de verschrikkingen nog veel groter waren dan die van zijn voorganger en het absolute kwaad zich had geopenbaard in de Jodenvervolging, de Shoah. Opmerkelijk hierbij is de toegenomen intensiviteit van deze collectieve herinnering. Natuurlijk was er vanaf 1945 een sterk besef geweest van al de verschrikkingen, had dit ook zijn neerslag gevonden in dagboeken en andere geschriften, maar in de tweede helft van de jaren zestig kwam er een tot dan toe ongekende ontvankelijkheid bij media, historici en publiek.

Een keerpunt in deze veranderende collectieve Nederlandse herinnering was de tv-documentaire van L. de Jong in de jaren 1960-1965 over de bezetting, waarbij levende getuigen de bezettingstijd aanschouwelijk maakten, alsmede de verschijning van Pressers ”Ondergang” (1965), een aanklacht tegen de als zwak beoordeelde houding van het Nederlandse volk tegenover de Jodenvervolging en de naoorlogse verdringing hiervan.

Meer dan ooit begon de Tweede Wereldoorlog een overheersende plaats in de collectieve historische herinnering in te nemen. Een herinnering die men graag actualiseerde. Dit bleek natuurlijk vooral bij de dodenherdenking op 4 mei en de bevrijding op 5 mei, een plechtigheid die in dienst stond „van een gezamenlijk ervaren nationale beproeving en van een boodschap die politiek en cultuur vanaf 1945 volledig en zelfs in toenemende mate heeft beheerst en heeft geleid tot wat als ’politieke correctheid’ bekend is geworden: de veroordeling van elk soort fascisme, racisme, discriminatie, dictatuur als de evidente symptomen van het naakte kwaad, en de ondubbelzinnige belijdenis van een democratische tolerante gezindheid als mantra en als toegangsbewijs tot de samenleving.”

Nostalgie
Von der Dunk sluit zijn boek af met een beschouwing over de bouwstenen van de herinnering. Een van deze bouwstenen is de nostalgie. Mooi is de samenvatting van aard en betekenis van de nostalgische terugblik. Hierin komt allereerst „het zandloperbewustzijn naar voren, de gedachte aan het einde dat vroeger verder weg was. Maar daarnaast en in verband daarmee komt hij ook tegemoet aan het onuitroeibare geluksverlangen dat de andere behoeften, overlevingsdrang, zelfbehoud en seksualiteit impliceert. Het is alsof de herinnering iets van dat onbereikbare of onvervulde geluk hervindt en toevoegt en daarmee een glans op het verleden werpt die het niet had toen het nog heden was, zo alsof het voorbije ons pas zijn ware schatten onthult.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer