Geschommel in mama’s zachte vacht
Titel: ”Bedtijd voor Kleine Beer!”
Auteur: David Bedford en Caroline Pedler; vertaling Nelleke Scherpbier
Uitgeverij: Columbus, Heerenveen, 2007
ISBN 978 90 8543 063 6
Pagina’s: 26
Prijs: € 11,50.
Titel: ”Opa Knoest op de boerderij”
Auteur: door Michel de Boer en Frits Jongboom
Uitgeverij: Buddy Books, Andijk, 2007
ISBN 978 90 8088 768 8
Pagina’s: 32
Prijs: € 16,90 incl. cd.Titel: ”Bob zegt sorry”
Auteur: Joke Verweerd en Remko van der Werf
Uitgeverij: Mozaïek Junior, Zoetermeer, 2007
ISBN 978 90 239 9237 0
Pagina’s: 16
Prijs: € 12,90.
Titel: ”Waar is papa?”
Auteur: Marianne Witvliet en Mark Janssen
Uitgeverij: Mozaïek Junior, Zoetermeer, 2007
ISBN 978 90 239 9238 7
Pagina’s: 24
Prijs: € 12,50.
Ieder jaar worden er stapels prentenboeken uitgegeven. Het recept voor een kleuterboek lijkt lekker simpel: je laat een min of meer bekende auteur een leuk verhaaltje schrijven en zet daarmee een tekenaar aan het werk. Als deze zich aan harde deadlines houdt, kun je binnen een halfjaar een aardig product op de markt brengen.
Buiten de middelmatige brij om zijn er altijd prentenboeken die opvallen door hun hoge kwaliteit. Het lijkt erop dat ook christelijke uitgeverijen zich tegenwoordig bewust zijn van het feit dat een goed prentenboek in ieder geval staat of valt met een goede illustrator.
”Bedtijd voor Kleine Beer” van auteur David Bedford is een prentenboek over een beertje dat de hele dag in de sneeuw heeft gespeeld, maar nog niet moe genoeg is om te gaan slapen. Zijn moeder neemt hem mee op een wandeling om te kijken welke dieren er nog meer naar bed gaan, in de hoop dat deze voorbeelden aanstekelijk werken op Kleine Beer. Zo zien ze de slaaprituelen van uilen, hazen en walvissen. En ja, tegen de tijd dat ze thuiskomen is Kleine Beer ingedommeld, niet door het zien van andere dieren, maar door het geschommel in mama’s zachte vacht.
Op zich geen onaardig verhaal, maar het doet je wel onmiddellijk verzuchten dat dit de zoveelste berengeschiedenis is waar je mee geconfronteerd wordt. De beer zal wel symbool staan voor alles wat zacht, warm en gezellig is, want in negen van de tien gevallen gaan die berenverhalen ook nog eens over bedtijd en alles wat daarmee samenhangt.
De prenten in dit forse boek hebben allemaal net iets te veel van hetzelfde azuurblauw en de twinkelende sterretjes in de poolnacht zijn nogal cliché. Toch mag niet ongezegd blijven dat de Engelse illustrator Caroline Pedler wat dieren betreft een verdienstelijk fijnschilder is. De vraag blijft over waarom uitgeverij Columbus ervoor kiest om nu juist dit ”slaapverwekkende” boek te vertalen.
Vrolijk
Van een levendiger genre is ”Opa Knoest op de boerderij”. Michel de Boer is de tekenaar en bedenker van deze oude baas, die in tuinbroek en groengeruite blouse op een Solex rondtuft. Er verschenen al eerder delen in de serie ”Opa Knoest”. Dit keer is opa in ”lentestemming” en gaat hij de boerderij van boer Brentjes bezoeken, om te kijken of er nog jonge dieren geboren zijn. Onderweg ontmoet hij Ricky en Renske, die met hem meegaan. Bij boer Brentjes is van alles te zien, van koeienpoep tot een babyezeltje, met als klap op de vuurpijl nog twee echte baby’s: de pasgeboren tweeling van de boer en de boerin.
Naast de tekst is het verhaal te volgen op de snelle, stripachtige platen van De Boer, waarvan de neonkleuren je in het gezicht knallen. Op een bijgeleverde cd worden de verhalen ook nog eens voorgelezen en afgewisseld met aansprekende, grappige liedjes.
Aan het einde van boek en cd wordt duidelijk welke bedoeling de maker heeft met dit verhaal: laten zien hoe mooi God alles gemaakt heeft. Maar dat was al te proeven in sommige uitspraken van Opa (”Het is een wonder hoe mooi alles gemaakt is”) en van boer Brentjes, met onvervalst Gronings accent: „We sain heel dankbaar voor onze twee lieve maisjes.” Als geheel is ”Opa Knoest op de boerderij” een vrolijk en aanstekelijk geheel, waarbij je de tekenaar zijn ietwat gelikte stripstijl al snel vergeeft.
”Bob zegt sorry” en ”Waar is papa?” zijn beide uitgegeven bij Mozaïek Junior en geschreven door auteurs die inmiddels naam hebben gemaakt: Joke Verweerd en Marianne Witvliet. Bob is een bij die ”er-bij” wil horen, maar niemand ziet hem staan. Om dan maar negatieve aandacht te krijgen, doet hij iets gemeens: hij priemt zijn angel in de neus van Eekhoorn. Laat dit lieve dier nu net iets lekkers voor Bob gezocht hebben, omdat hij vond dat Bob zo mooi vloog! Bob is een en al wroeging.
Illustrator Remko van der Werf lijkt vooral tekenpen en pastelkrijt te hanteren. Dat levert een serie hele mooie plaatjes op. De vetzwarte tekstblokjes die erin geplaatst zijn, doen er eigenlijk afbreuk aan.
Creatief
Datzelfde geldt in mindere mate voor ”Waar is papa?” van Marianne Witvliet, al lijkt illustrator Mark Janssen al een beetje rekening te hebben gehouden met de plaatsing van tekst in zijn tekeningen: hij verwerkt er veel lege vlakken in. Het meisje Lotje gaat onder schooltijd haar vader zoeken, omdat hij die ochtend vergeten is haar favoriete verstopspelletje met haar te spelen. Lotje is door Janssen schitterend gevisualiseerd. We zien een eigenwijs portretje met twee dikke, krullende staarten. De roodbruine lokken aan de voorkant worden bovendien vastgezet met een roze knipje. Janssen kan heel veel. Meer nog dan in dit prentenboek is dat te zien op zijn website www.mark-janssen.nl, die op zichzelf al van grote creativiteit getuigt.
Hoewel de verhaaltjes best wel leuk zijn, zijn het Van der Werf en Janssen die de prentenboeken echt mooi maken. Maar waarom de illustrator dan niet écht de eerste plaats gegeven door ook de vormgeving van het boek - tekst en tekeningen als geheel - aan hem over te laten? Een grotere rol voor de tekenaar zou de volgende stap zijn naar een prentenboek van nóg hogere kwaliteit.