Energieverbruik stijgt dramatisch
Het energieverbruik stijgt volgens de jongste prognose van het Internationaal Energie Agentschap (IEA) in de komende drie decennia dramatisch. In 2030 hebben de mensen tweederde meer energie nodig dan nu, vooral olie, gas en steenkool.
Dat voorspelt het IEA in zijn jaarrapport over de vooruitzichten voor het energieverbruik in de wereld, dat zaterdag in Osaka in Japan werd gepresenteerd. Het grootste probleem is volgens het IEA niet dat er een gebrek aan fossiele brandstoffen zou ontstaan, er is genoeg.
Het is volgens de organisatie zorgelijk dat de afhankelijkheid van de grote olie- en gasproducenten, de OPEC-landen in het Midden-Oosten en Rusland, telkens groter wordt. Daarmee worden de olieconsumerende landen steeds kwetsbaarder voor een energiecrisis. In tijden van crisis, zoals de Golfoorlog van 1991, kan dan de energievoorziening in het Westen in gevaar komen, zei IEA-directeur Robert Priddle.
De Europese Unie moet volgens Priddle in 2030 tweemaal zoveel energie importeren als in 2000. China zal dan bijna net zoveel olie invoeren als de Europese Unie.
Behalve zorgen over de olievoorziening in crisistijd is het IEA ook bezorgd over de gevolgen van het sterk stijgende energieverbruik voor het milieu. De uitstoot van broeikasgas kan binnen drie decennia met 70 procent stijgen, waarschuwde Priddle.
Aardolie blijft op afstand de belangrijkste energiedrager met een aandeel van 89 procent. Nog voor 2010 zal aardgas steenkool van de tweede plaats verdringen. Het aandeel van schone energie, zoals windkracht, zonne-energie en biomassa, blijft klein (2 procent), hoewel het relatief het sterkst groeit (tot 4 procent). Het aandeel van kernenergie zal van 5 tot 7 procent stijgen. De deskundigen van het IEA gaan ervan uit dat er maar weinig nieuwe kerncentrales bijkomen en dat veel oude gesloten worden.
Het is niet ondenkbaar dat Nederland op termijn weer een kerncentrale bouwt. Dat heeft directeur W. Schatborn van Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) zaterdag gezegd in het blad Utilities.
Volgens Schatborn heeft Nederland eigenlijk weinig keus, als de overheid het klimaatprobleem tenminste serieus wil aanpakken. Kernenergie veroorzaakt immers minder uitstoot van het broeikasgas kooldioxide (CO(in2(). ECN berekende hoe een koolstofreductie van 50 procent in 2050 te realiseren zou zijn. „In alle scenario’s zijn alle soorten energie nodig om de reductie te bereiken: wind, zon, biomassa, kolen, olie, gas en ook kernenergie. Want anders houden we de groei niet eens bij.”
De nieuwe kerncentrale zou een zogeheten ”pebble bed” reactor kunnen zijn, waarvan een eerste uitvoering nu in Zuid-Afrika wordt gebouwd. Bij de ontwikkeling hiervan is de exploitant van de reactor in Petten betrokken, de Nuclear Research and Consultancy Group (NRG). Het model is volgens Schatborn veiliger door een verbeterde koeling.
Schatborn verwacht dat op termijn het aandeel zonne- en windenergie zal toenemen. Dat betekent echter ook dat het onzekerder wordt of Nederland steeds voldoende energie heeft. Volgens Schatborn bouwt Nederland namelijk nauwelijks reservecapaciteit bij. Dat vindt hij een zorgelijke ontwikkeling: „In 2000 was het reservevermogen nog 23 procent. Nu is dat 18 of 19 procent. Over vijf of zes jaar is dat echt nul en al eerder kunnen er precaire situaties ontstaan.”
Als de overheid de stroomvoorziening niet vergroot, voorziet ECN kleinschaliger oplossingen. Het centrum bedacht een Sterlingmotor die stroom haalt uit de warme uitlaatgassen van een Hoog Rendement ketel.