Waarschuwing
De gemeente van Gods kinderen is zwart voor de wereld, doch liefelijk voor God. De hitte der verdrukking heeft haar verbrand, haar moeders kinderen, de valse leraars, hebben tegen haar getoornd. Het dal van Baca, dat is het tranendal, is haar rustplaats. Het kruis is haar banier, vervolgingen zijn haar kleuren. Beproevingen zijn haar schermutselingen. Droefheid is haar voer en tranen haar drank.
Is de gemeente van de kinderen van God niet als de Ark van Noach, zwevende op de wateren? Is zij niet als een lelie onder de doornen, als een eenzame mus op het dak, als een lam onder de leeuwen? Wat anders is zij dan een schuur waar kaf en koren in ligt. Als een net waar goede en kwade vissen in zijn?Is het dan vreemd dat Gods kerk en kinderen onzichtbaar, onbekend en verborgen zijn en dat die glans en heerlijkheid die eenmaal zal geopenbaard worden niet gezien wordt? Daarom, laat ons gewaarschuwd zijn dat wij niet te snel oordelen over onze broeder. Ons verstand in dezen is immers zo blind, want het is niet geoorloofd een vonnis over onze broeder uit te spreken. Oordeelt niet voor de tijd, zegt Paulus, totdat de Heere zal gekomen zijn, die in het licht zal brengen wat in het duister verborgen is.
Paulus Mensonis, predikant te Lekkum nabij Leeuwarden (”Tien Sin- en Spreukrijke Predikatiën”, 1658)