Dat blijkt uit een rapport van Unicef, het kinderfonds van de Verenigde Naties. De VN-organisatie maakt zich zorgen over de groeiende kloof tussen arm en rijk in de regio en pleit voor meer politieke daadkracht.

Volgens de opstellers wonen er nu 108 miljoen kinderen in de regio. Van hen leven er 18 miljoen in armoede. Zij leven in huishoudens die moeten rondkomen van nog geen 5,50 gulden per dag. Als wordt uitgegaan van een ruimere definitie die de Wereldbank aan armoede geeft, is het cijfer nog veel hoger: 60 miljoen. Ook zijn sinds de omwenteling veel kinderen in tehuizen beland. Het zijn er nu 1,5 miljoen, 150.000 meer dan in 1989, het jaar waarin de Berlijnse Muur viel.

Het rapport van Unicef ”A decade of transition” behandelt de sociale gevolgen van de omwenteling. Het voormalige Oostblok telt nu 27 landen, met bij elkaar ruim 400 miljoen inwoners. De analyse van de VN-organisatie behandelt behalve armoede ook zaken als gezondheidszorg, demografische opbouw en onderwijs. Het aantal mensen met tbc in de regio is toegenomen met 50 procent, aldus Unicef. Het voormalige Oostblok telt nu 700.000 mensen met HIV, het virus dat aids kan veroorzaken. Het aantal jongeren tussen de 15 en 18 dat niet naar school gaat is met de helft toegenomen naar 9 miljoen.

Unicef is blij dat in het gebied de democratische vrijheden zijn verbeterd en dat het beter gaat met de economie. Maar desondanks zijn lang niet alle verwachtingen uitgekomen. In de regio woeden etnische conflicten en burgeroorlogen en er zijn nu ruim 3 miljoen vluchtelingen.