Turkije eist uitzetting Koerdische rebellen
ANKARA - Turkije heeft vrijdag geëist dat Irak een groot aantal Koerdische rebellenleiders het land uitzet. Dat heeft vicepremier Cemil Cicek gezegd. Het gaat om 152 leden van de afscheidingsbeweging PKK, meldde CNN-Turk op gezag van Iraakse regeringsbronnen.
Cicek zei dat de Iraakse delegatie die op bezoek was in Ankara een lijst heeft gekregen met daarop de namen van de PKK-leiders die het land uit moeten. Iraakse functionarissen zeiden dat ze achttien PKK-leden aan de Turken kunnen overdragen, meldde CNN-Turk. Iraakse leiders houden echter vol dat ze niet de macht hebben om rebellenleiders op te pakken in de bergachtige gebieden in Noord-Irak. Turkije verwacht dat Irak snel krachtdadig optreedt in de strijd tegen de PKK, aldus een verklaring van het ministerie van Buitenlandse Zaken.Met een beslissing over een inval in Noord-Irak wordt zeker gewacht totdat premier Recep Tayyip Erdogan terug is van een bezoek aan de Verenigde Staten begin november, zei de Turkse topmilitair Yasar Buyukanit volgens de zender NTV.
Turkije is vastbesloten een inval in Irak te doen als de Iraakse regering de rebellen niet aanpakt, herhaalde Cicek, die eraan toevoegde dat het internationaal recht Turkije toestaat dit te doen. Koerdische aanvallen hebben deze maand in Turkije 42 levens geëist. Hoewel de VS de PKK als terreurorganisatie beschouwen, zijn ze tegen een Turkse inval in Noord-Irak, uit angst dat dit tot instabiliteit leidt.
Ook Irak wil een vreedzame oplossing, maar het land wil zelf de kampen van de Koerdische onafhankelijkheidsstrijders aanpakken. Ankara betwijfelt echter of Irak in staat is de rebellen te verdrijven.
Ondanks dat de Amerikanen Turkije steun hebben beloofd, lijken de Turken er in een gewapende strijd alleen voor te staan. De hoogste Amerikaanse militaire bevelhebber in Noord-Irak, generaal-majoor Benjamin Mixon, verklaarde dat zijn troepen „absoluut niets” zullen ondernemen tegen de rebellen. Het is niet de taak van het Amerikaanse leger om dit te doen, zei hij. De drie noordelijke provincies van Irak staan onder controle van de Koerdische provinciale regering en ik heb geen instructies gekregen in het grensgebied op te treden, aldus generaal-majoor Mixon.
De gevechten in het grensgebied van Irak en Turkije gaan ondertussen door. Turkse Cobrahelikopters hebben harde klappen uitgedeeld aan kampen van de Koerdische Arbeiderspartij PKK, die in de buurt van de Turks-Iraakse grens liggen. Zeker vijf kleine dorpjes in Noord-Irak zouden zijn gebombardeerd, aldus de burgemeester van het plaatsje Begova. Zeker vijftien Koerdische families zijn naar Begova gevlucht, waar paradoxaal genoeg ook een Turkse legerbasis is gevestigd. „De Turken gedragen zich als Saddam Hussein. Ze bombarderen ons en jagen ons weg”, zei een boze man, die het dorpje Nezuri was ontvlucht vanwege Turkse aanvallen.
De Amerikaanse minister Condoleezza Rice van Buitenlandse Zaken reist volgende week naar Ankara in een poging de spanningen tussen Turkije en Irak te verminderen.