Ondankbaar varken
Wie ziet er nog wel eens een varken? Vroeger zag je ze zichtbaar rondscharrelen als huisdier en levende voedselvoorraad. Maar intussen komt het vlees wat makkelijker op ons bord en zien we ze zelden meer. Toch heb ik wel iets met varkens. Als gehaktbal aan tafel, als kwasthaar bij het verven en de laatste weken zelfs als medeweggebruikers op de Veluwe.
Vermaak
Het varken is nog steeds onderdeel van ons leven. Niet toevallig dus dat juist over varkens veel spreekwoorden en vergelijkingen bestaan tot lering en vermaak. Ik noem er drie.”De één scheert de varkens, de ander de schapen”. Het is begin oktober. Ik rijd over een onverharde weg in de provincie Nueva Guinea in Nicaragua. Her en der staan wat bouwvallen die worden bewoond door boerenfamilies met daartussen veel rondscharrelende huisdieren. Langs de weg is altijd wel iets eetbaars voor ze te vinden.
Nadat we ons door een kudde koeien hebben gedrongen moet ik 5 kilometer verder op de rem voor een mager varken dat plotseling de weg oversteekt en aan de auto begint te snuffelen. Met geschreeuw en armgebaren verjagen we het varken, dat weer aan zijn plicht als groeiende vleesvoorraad begint, om straks de monden te voeden van de toekijkende familie. De één blijft altijd arm, terwijl de ander grote rijkdom heeft. Armoede went nooit.
Het tweede spreekwoord luidt: ”Als het varken droomt dan is ’t van draf”. Half oktober op de A28, bestemming Nunspeet. Vanaf de afslag Harderwijk houd ik het gas een beetje in. De overlast door wilde zwijnen op de Veluwe is inmiddels voorpaginanieuws. In plaats van de beoogde 600 zitten er nu al meer dan 4000. Dit allemaal dankzij een goed mastjaar, verkeerd jachtbeheer en nog wat oorzaken meer.
Op de radio hoor ik dat de wilde varkens bij voorkeur gladde gazonnetjes verticuteren, duwen tegen tenten van vakantiegangers, gillend door vier rijen prikkeldraadhek springen, over campings scharrelen, aan caravans morrelen en zich meer en meer langs en ook óp de weg vertonen. „Het zal je caravan maar wezen”, vertelt een getroffene met gevoel voor drama.
Het handelende optreden van de overheid tegen dit varkensgeweld heeft echter wel wat weg van het spreekwoord ”als het varken droomt dan is ’t van draf”. De politiek zit met haar gedachten in haar eigen wereld en discussieert over dierenwelzijn en jachtmethodes. En dat kan nuttig zijn. Maar aan het werkelijk bestrijden van de oorzaken en gevolgen van de overlast wordt ondertussen nog weinig gedaan.
Ik zet m’n groot licht op en hoop maar dat het hek langs de snelweg sterk genoeg is. En wie weet lost het zich ook wel vanzelf op. Veel varkens maken immers de spoeling dunner…
Lesje
Ten slotte wijs ik op de aanduiding ”ondankbaar varken”. Het varken leent zich goed voor negatieve vergelijkingen. Een van de positieve varianten hoorde ik als tiener. Het is een verhaal dat iemand mij vertelde over drinkende biggetjes. Als de biggen hadden gedronken dan was er meestal wel één die naar de kop van de liggende zeug liep. Het biggetje bedankte daarmee de moeder voor de melk.
Een lesje dankbaarheid door varkens. Nog twee weken en dan vieren wij dankdag. Na 364 dagen ontvangen is het goed een dag te hebben om terug te gaan naar de Gever.
De auteur werkt bij Woord en Daad en helpt mkb-ondernemers in ontwikkelingslanden. Reageren aan scribent? nietbijbroodalleen@refdag.nl.