De centrumrechtse coalitie van Rasmussen heeft in recente peilingen dankzij solide economische groei, een financieringsoverschot en de laagste werkloosheid ooit een grote voorsprong op de belangrijkste oppositiepartij, de Sociaal–Democraten. Commentatoren speculeerden al langer dat de premier onverwacht verkiezingen zou uitschrijven om van die gunstige positie te profiteren.Fogh Rasmussen, die sinds november 2001 de liberaal–conservatieve coalitie leidt, zei dat hij de kiezers vraagt om het mandaat van de regering te hernieuwen en te verlengen. De regering heeft de Deense immigratiewetgeving aangescherpt en steunt de Amerikaanse aanwezigheid in Irak, al worden in augustus Deense troepen uit Irak teruggetrokken.

De Sociaal–Democraten staan in de peilingen op ongeveer 25 procent, terwijl de regeringspartijen samen kunnen rekenen op 35 procent. De minderheidsregering wordt gesteund door de nationalistische Deense Volkspartij. De Sociaal–Democraten vinden onder leiding van Helle Thorning–Schmidt met moeite steun onder de kiezers. Thorning–Schmidt ligt onder vuur wegens zwak leiderschap. Een andere linkse partij, de kleine Rood–Groene Alliantie, verloor steun nadat een strenggelovige moslima zei dat ze de partij in het parlement wil vertegenwoordigen.

De laatste jaren is het Deense werkloosheidscijfer gestaag gedaald; op dit moment bedraagt de werkloosheid 3,5 procent, het laagste cijfer in meer dan dertig jaar. In 2006 groeide de economie met 3,5 procent.