Binnenland

Nieuwe Toren kan „rekentechnisch” bezwijken

KAMPEN - Het is de schuld van bonte knaagkevers. Door hun geknaag aan de Nieuwe Toren van Kampen moeten de carillonklokken tijdelijk worden verwijderd. Als noodmaatregel, om de toren te ontlasten en de veiligheid te garanderen. Tot ongenoegen van ondernemers die door de overlast hun klanten zien afnemen.

Mariëlle Oussoren-Buys
24 October 2007 11:04Gewijzigd op 14 November 2020 05:13

Een stuk of wat groen uitgeslagen, bronzen klokken staan aan de voet van de toren. Medewerkers van Klokkengieterij Koninklijke Eijsbouts uit het Brabantse Asten hebben de kleinste onderdelen van het carillon al naar beneden gehaald - met de hand. De grootste ervan weegt 100 kilo.Achttien grotere klokken volgen op 6 november, met behulp van een kraan. De twee grootste van elk 3500 kilo -die kunnen niet zomaar uit de toren worden gehaald- krijgen op 20 november een stalen steunconstructie. „Anders zou de hele kap van de toren af moeten”, verduidelijkt Gerrit Huisman, projectbegeleider namens de gemeente. „Dat willen we liever niet.” Als de noodwerkzaamheden klaar zijn, bepaalt een constructeur of ze afdoende zijn.

De Nieuwe Toren, gezichtsbepalend onderdeel van het Kamper IJsselfront en ingebouwd tussen woningen en winkelpanden, is 50 meter hoog. „Rekentechnisch kan hij bezwijken”, zegt Huisman. „In de praktijk is zo’n bouwwerk meestal sterker, maar we kunnen geen risico’s nemen.”

In 2005 zijn er de eerste signalen van de miserabele toestand van de toren. De gemeente dient een subsidieverzoek in bij het Rijk, maar krijgt nul op het rekest. Omdat deze zomer de veiligheid op het spel blijkt te staan, neemt Kampen noodmaatregelen.

Knarsetandend
Financieel levert dat de gemeente geen problemen op, zo verzekert verantwoordelijk wethouder Wieten. „We hadden al een eigen bijdrage van 500.000 euro klaarliggen voor als het Rijk met de restauratie zou instemmen. Daarvan moeten we nu alvast zo’n 200.000 euro gebruiken.”

Voor komend jaar schat de wethouder de kans op overheidssubsidie positief in. Restauratie is hoe dan ook noodzakelijk, beseft Wieten. „We willen koste wat het kost de toren behouden. Al moet het knarsetandend uit eigen zak.”

Tegen de knaagkever, de veroorzaker van alle narigheid, is weinig te doen, zegt projectbegeleider Huisman. „In 1980 is het hout met gif geïnjecteerd. Het oude eiken is echter zo hard, dat het gif zich niet goed verspreidt.” De Monumentenwacht heeft bij de jaarlijkse controle de beestjes meer dan eens levend uit de toren gehaald. „Zo’n bonte kever eet in een jaar natuurlijk geen toren op”, nuanceert Huisman. „Maar in 300 jaar eet-ie wel veel.” Overigens is ook het metselwerk aan restauratie toe.

Rode loper
De werkzaamheden maken de omgeving van de Nieuwe Toren rommelig. De Torenstraat die normaal gesproken onder de toren doorloopt is veranderd in een doodlopend straatje. Niet gunstig voor de uitbaters van de diverse eetgelegenheden. Vanavond, op een informatiebijeenkomst van de gemeente, mogen ze hun hart luchten. Eén ding kan wethouder Wieten alvast toezeggen: wie kan aantonen inkomsten te derven, krijgt een tegemoetkoming.

Ook aan de andere zijde van de toren zijn ondernemers niet blij met de noodmaatregelen en de op handen zijnde restauratie. Een hek om de toren is onontbeerlijk -van tientallen meters hoogte kan een boutje al letsel veroorzaken- maar belemmert het winkelende publiek. Voetgangers slaan winkels die in het vervolg van de straat liggen gewoon over, constateert een medewerkster van woonwinkel De Vries aan de Oudestraat. Ze wijst naar een vrouw met kinderwagen. „Zie je, ze gaat direct het hoekje om. Ze kíjkt niet eens.”

Haar buurman, S. Stroo van Nastro Mode die met zijn pand pal naast de toren zit, vroeg de gemeente om een opvallend bordje met de naam van zijn winkel op het hek te plaatsen. Het mist vooralsnog zijn doel. Net als de rode loper, die de ondernemer uitnodigend voor de deur heeft gelegd.

Stadsbeiaardier mist carillon
Een knaagkever heeft de stadsbeiaardier van Kampen nog nooit gezien. „Ik ben natuurlijk druk bezig als ik het carillon bespeel.” De in totaal 47 klokken van de Nieuwe Toren zijn volgens hem „ook internationaal” heel belangrijk.

Frans Haagen, stadsbeiaardier van Kampen, is voorlopig uitgespeeld in de Nieuwe Toren. Elke maandag en zaterdag bespeelde hij de beiaard, totdat in juli de toren werd afgesloten. „Een kaal gevoel”, vindt hij het, al speelt hij nog wel in Almelo en Rijssen, waar hij ook beiaardier is. Van Kampenaren krijgt Haagen, die lesgeeft aan de muziekschool van Kampen, meer dan eens reacties. „Vooral op de maandagmorgenmarkt missen ze het geluid. Het is toch ineens stil.”

Er lag overigens al eerder een plan, zegt Haagen, om de speeltrommel die elk kwartier voor een melodietje zorgt en het carillon te restaureren. Ook de noten, metalen pinnen die op de trommel worden gestoken, waren aan vervanging toe.
Het carillon, dat grotendeels uit de tweede helft van de zeventiende eeuw dateert, is volgens de beiaardier heel belangrijk. „Ook internationaal gezien. Het is het zwaarste 17e eeuwse carillon in Nederland met het grootste aantal historische klokken. Bijzonder is dat het nooit is herstemd.” Wel hadden er in de loop van de jaren diverse aanpassingen en restauraties plaats.

De meeste klokken zijn gegoten door de bekende klokkengieter Francois Hemony. De twee grootste klokken zijn van zijn Kamper collega Geert van Wou. In de vijftiende eeuw waren dat luidklokken, maar ze zijn door Hemony omgestemd tot carillonklokken. Omdat de Kamper schepenen nieuwe te duur vonden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer