„Nederland mooier en rijker door exoten”
DEN HAAG - Uitheemse planten en dieren die zich in Nederland vestigen, kunnen de belastingbetaler behoorlijk op kosten jagen. Minister Verburg van Landbouw heeft daarom een orgaan ingesteld dat haar moet adviseren over de bestrijding ervan. Er zit echter ook een goede kant aan uitheemse soorten. „Ze hebben Nederland veelzijdiger, rijker en mooier gemaakt.”
Misschien wel het bekendste voorbeeld van een schadelijk uitheems dier is de muskusrat. De soort is ongeveer honderd jaar geleden om zijn bont in Nederland ingevoerd. Verschillende exemplaren wisten te ontsnappen. De waterkonijnen vermenigvuldigden zich explosief. Ze richten veel schade aan omdat ze dijken, spoortrajecten en slootkanten doorgraven.De soort wordt daarom met man en macht bestreden. Ongeveer 475 mensen zijn dagelijks bezig muskusratten te vangen. De laatste vijftien jaar krijgen ze er jaarlijks ongeveer 300.000 tot 400.000 te pakken. Erg afnemen doet de soort echter niet.
Samen jagen uitheemse diersoorten de samenleving op hoge kosten: 1,3 miljard euro per jaar. Het aantal soorten invasieve exoten, zoals de beesten ook wel worden genoemd, loopt sinds een eeuw snel op. Ruim 10 procent van veel diergroepen is nu van buitenlandse herkomst. Het aantal uitheemse plantensoorten bedraagt 16 procent van de Nederlandse flora. De planten en dieren komen soms onbedoeld in Nederland, bijvoorbeeld in ballastwater van schepen. Andere soorten zijn bewust geïmporteerd. Nederland heeft als handelsnatie van oudsher een grote rol in het verspreiden en ontvangen van nieuwe soorten.
Tal van landen hebben onlangs met elkaar afgesproken dat ze invasieve exoten gaan bestrijden. Door de enorme schade die ze kunnen aanrichten hebben uitheemse soorten de twijfelachtige eer gekregen geboekstaafd te worden als grootste bedreiging voor de biodiversiteit, na habitatverlies en overmatig gebruik van de natuur.
Als gevolg van de gemaakte afspraken heeft minister Verburg van Landbouw anderhalve week geleden de oprichting aangekondigd van het Coördinerend Orgaan Invasieve Exoten (COIE). Die club moet haar gevraagd en ongevraagd gaan adviseren over de aanpak van exoten. Burgers en organisaties moeten er vanaf 1 januari 2009 ook terechtkunnen met vragen over uitheemse planten en dieren.
Hans Velderman uit Ewijk plaatst kanttekeningen bij het initiatief van minister Verburg. De politiek filosoof, die zich regelmatig uitlaat over politieke besluiten, vindt het beeld dat overheid en burgers hebben van invasieve exoten te negatief. „Dat wil ik doorbreken. Er zitten namelijk ook voordelen aan.”
De filosoof vermoedt dat mensen van nature alles wat vreemd is, waaronder uitheemse planten en dieren, het liefst willen weren. Maar als Nederland in het verleden alle exoten had bestreden, zouden we nu geen graan, mais, aardappelen of fruit eten, stelt Velderman. „Al die plantensoorten horen hier van oorsprong niet thuis, maar zijn bewust ingevoerd. Dat geldt ook voor kippen en kalkoenen. En voor veel boomsoorten, zoals de Amerikaanse vogelkers en de Amerikaanse eik.”
Natuurlijk zitten er nadelen aan bepaalde invasieve exoten, erkent de politiek filosoof. Schadelijke soorten, zoals de muskusrat, de coloradokever en ziekteverwekkers als het vogelgriepvirus, dienen te worden bestreden.
Desondanks pleit Velderman ervoor om niet direct tot bestrijding van nieuwe soorten over te gaan. „Neem eerst de tijd om te kijken of die soorten zich hier aanpassen aan de natuur en zich een eigen plekje weten te verwerven in het ecosysteem.” Dat advies druist rechtstreeks in tegen de jachtige tijdgeest, weet hij. „Wij kunnen niet meer wachten. We geven de natuur de kans niet meer. We gunnen ons bijvoorbeeld niet meer de tijd om eiken aan te planten omdat we direct vrucht willen zien.”
De visie op invasieve exoten kan door de tijd veranderen, toont Velderman aan. „Neem het konijn. De Romeinen hebben dat dier ingevoerd om te dienen als levend voedsel voor onderweg. Later zijn ze fel bestreden. Maar toen er drie jaar geleden een dodelijke ziekte uitbrak onder konijnen, raakten velen in paniek.”
Velderman hoopt dat de commissie die Verburg moet gaan adviseren over de bestrijding van uitheemse soorten, evenwichtig wordt samengesteld. Idealiter zitten daar niet alleen mensen in die enkel zijn gericht op een snelle eliminatie van invasieve exoten, maar ook mensen die een positieve kijk hebben op uitheemse planten en dieren. Want, verzekert Velderman, „die hebben Nederland veelzijdiger, rijker en mooier gemaakt.”