„Decembermoorden waren voorbereid”
PARAMARIBO (ANP) - De moord op vijftien tegenstanders van het regime van de Surinaamse oud-legerleider Desi Bouterse op 8 en 9 december 1982 was al in november van dat jaar voorbereid. Van een plan om de groep op zee te doden werd afgezien.
Dat bleek dinsdagavond in het actualiteitenprogramma NOVA uit de getuigenissen van twee ex-militairen uit de voormalige entourage van Bouterse.Uiteindelijk was er in het Fort Zeelandia in Paramaribo een systematisch uitgevoerde reeks executies. Bouterse, die niet zelf heeft geschoten, was ten tijde van de moorden aanwezig op het fort en hij zag de slachtoffers een voor een in zijn kantoor, kort voor hun dood.
Een van de getuigen, die anoniem wilde blijven en zijn gezicht niet liet filmen, zou de lijfwacht zijn geweest van de voormalige rechterhand van Bouterse, wijlen Roy Horb. De andere man, die Evert heet, was ten tijde van de executies wachter in het fort en hij heeft Bouterse en de gevangenen gezien.
De getuigenissen ondersteunen eerdere verklaringen van de enige overlevende van het bloedbad, de in 2001 overleden vakbondsleider Fred Derby. Derby werd op het laatste moment vrijgelaten. Bouterse heeft bij herhaling gezegd de bewuste decemberdagen niet steeds op het fort te zijn geweest.
De voormalig couppleger ontkent zelf ooit te hebben geschoten, maar hij heeft wel gezegd als militair bevelhebber destijds „politiek verantwoordelijk” te zijn geweest. De getuigenissen in NOVA weerleggen net als andere getuigenissen van onder anderen Derby dat de vijftien doden op de vlucht zouden zijn geslagen en daarom werden doodgeschoten, zoals Bouterse ook heeft verklaard.
Het proces tegen Bouterse moet op 30 november in Paramaribo beginnen. Advocaat Gerard Spong, die al jaren in dit dossier optreedt als adviseur van de Surinaamse regering, zei dinsdagavond dat de getuigenissen geloofwaardig, gedetailleerd en authentiek zijn. Spong zei dat de zaak tegen Bouterse alleen maar sterker is geworden en dat een veroordeling van de oud-legerbaas tot levenslang voor betrokkenheid bij en het medeplegen van moord eigenlijk vanzelfsprekend moet zijn. „Dat hij zelf niet heeft geschoten maakt juridisch-technisch helemaal niks uit. Het was voorbedachten rade en voorbereid. A piece of cake, zou ik zeggen.”