Het verzoek zet de verhoudingen tussen president en volksvertegenwoordiging weer op scherp. Was het de afgelopen maanden even wat stiller rond de oorlog in Irak, het verzoek om extra fondsen zal daar ongetwijfeld weer een eind aan maken. Democraten in het Congres betrokken maandag meteen hun stellingen om Bush flink de mantel uit te vegen.Mocht het Congres instemmen met de aanvraag van Bush, dan zal de magische grens van 800 miljard dollar sinds de aanslagen van 11 september 2001 overstegen worden. Gaat het uitgeven van geld aan de oorlogen in hetzelfde tempo door, dan zal er meer dan een biljoen dollar zijn gespendeerd als Bush de deur van het Witte Huis in januari 2009 achter zich dicht trekt, berekende de krant Washington Post. Er zou dan meer geld zijn uitgegeven dan aan de oorlogen in Korea en Vietnam bij elkaar.

Democraten hebben geen goed woord over voor het verzoek van Bush. Ze wezen er fijntjes op dat enkele weken geleden Bush een wetsvoorstel voor het uitbreiden van de ziektekostenverzekering voor tien miljoen kinderen nog met een veto trof. „Voor de kosten van nog geen veertig dagen Irak kunnen we een jaar lang de ziektekosten van tien miljoen kinderen betalen", zei de Democratische voorzitster van het Huis van Afgevaardigden, Pelosi.

Voorzitter Obey van de budgetcommissie van het Huis van Afgevaardigden viel bijna van zijn stoel. „Het verbaast me dat de president verwacht serieus genomen te worden wanneer hij zegt dat we een investering van 20 miljard in onderwijs, gezondheidszorg, justitie en wetenschap niet kunnen veroorloven. Maar hij verblikt of verbloost niet als hij vraagt om een lening van 200 miljard voor beleid in Irak dat ons over zes maanden brengt naar waar we zes maanden geleden al waren", citeerde The New York Times de politicus.

Bush zette maandag de toon van het debat al door de suggestie te wekken dat iedereen die tegen zijn verzoek stemt daarmee direct tegen de Amerikaanse militairen stemt. „Onze mannen en vrouwen aan het front moeten niet middenin partijonenigheid in Washington DC komen te staan. Ik hoor vaak dat critici van de oorlog tegen mijn beslissingen zijn, maar nog steeds de troepen steunen. Ik geloof ze op hun woord en nu kunnen ze het bewijzen."