Geweld Irak sinds juli fors gedaald
BAGDAD - Het geweld in Irak is sinds juli met 70 procent gedaald. Eind juni hadden de Amerikaanse strijdkrachten de uitbreiding van hun Iraakse troepenmacht met 30.000 man extra afgerond. Dat maakte het Iraakse ministerie van Binnenlandse Zaken maandag bekend.
Met de versterkte troepenmacht wil Washington de ultieme poging wagen het verscheurde land te stabiliseren. Een woordvoerder van het ministerie sprak over een geleidelijke verbetering bij het beheersen de veiligheidssituatie.In de hoofdstad Bagdad waren er 67 procent minder aanslagen met autobommen. Het aantal aanslagen met zogenoemde bermbommen daalde met 40 procent. Ook het aantal lichamen dat in de straten van Bagdad werd gedumpt, nam de afgelopen drie maanden met 28 procent af. De hoofdstad geldt als het epicentrum van het geweld tussen de verdeelde Iraakse moslims, omdat in de miljoenenstad zowel soennieten als sjiieten wonen.
In Anbar, een voormalig bolwerk van verzet tegen de Iraakse regering en de Amerikanen, daalde het aantal doden door geweld met 82 procent. Soennitische stammen sloten zich daar aan bij het Amerikaanse leger in de strijd tegen het terreurnetwerk van al-Qaida.
In de noordelijke provincie Niniveh daarentegen steeg het geweld. De regio biedt onderdak aan al-Qaidaterroristen en andere soennitische extremisten die op de vlucht sloegen voor de Amerikaanse veiligheidscampagne elders in Irak. Het aantal aanslagen met autobommen steeg met 129 procent, het aantal doden door geweld nam overeenkomstig met 114 procent toe.
Al-Qaidaleider Osama bin Laden heeft de opstandelingen in Irak in een nieuwe audioboodschap opgeroepen hun rijen te sluiten en tweedrachtzaaiend „extremisme” te vermijden. De Arabische televisiezender al-Jazeera zond maandag delen van de boodschap uit. al-Jazeera liet zich er niet over uit hoe de geluidsopname in zijn bezit is gekomen.
„Sommigen van jullie zijn laks geweest in één taak, namelijk om de gelederen te sluiten”, zegt Bin Laden. Volgens hem verwachten moslims dat de opstandelingen zich scharen onder één vlag, die van rechtschapenheid. „Ik raad mijzelf, moslims in het algemeen en broeders in al-Qaida aan extremisme (ta’assub in het Arabisch, red.) tussen mensen en groepen te vermijden.”
Hij zegt een eind te willen maken aan „overdrijvingen”, waardoor sommige groepen de orders van een groep of leider dusdanig uitvergroten, dat ze deze gaan beschouwen als onfeilbare teksten. Ook zegt Bin Laden dat leiders niet om hun familierelaties of andere betrekkingen gevolgd moeten worden, maar om hun geloof en toewijding aan de jihad.
„Iedereen kan een fout maken, maar de besten zijn degenen die hun fouten toegeven. In heilige oorlogen zijn fouten begaan, maar de mujahedeen moeten hun fouten rechtzetten.” Hij roept moslimgeleerden, leiders van de mujahedeen en stamhoofden op zich in te spannen om groepen die het met elkaar oneens zijn te verzoenen. Die groepen moeten op „oprechte inspanningen” wel ingaan, meent Bin Laden.
Amerikaanse experts bestuderen de inhoud en authenticiteit van de boodschap, die een poging lijkt te zijn om soennieten die het geweld van al-Qaida in Irak beu zijn ervan te weerhouden met de Amerikanen te gaan samenwerken. Het is de derde boodschap van Bin Laden sinds september, toen de al-Qaidaleider met een video rond de verjaardag van de aanslagen van 11 september 2001 voor het eerst sinds ruim een jaar weer van zich deed spreken.