Vissers vangen minder maar verdienen meer
De Nederlandse kottervloot heeft het jaar 2001 „redelijk winstgevend” afgesloten, ondanks een vermindering van de aanvoer met 4 procent.
Dat blijkt uit cijfers van het Landbouw Economisch Instituut (LEI). De 400 kotters waren vorig jaar goed voor een nettowinst van 17 miljoen euro. Een jaar eerder was dat nog 4 miljoen euro. De aanvoer van garnalen steeg in 2001, maar mede als gevolg van lagere vangstquota liep de aangevoerde hoeveelheid platvis en kabeljauw terug.
Uit het LEI-rapport blijkt dat de totale vangsthoeveelheid van de Nederlandse kotters sinds 1995 met eenderde is gedaald. Vorig voorjaar werden belangrijke vangstgebieden in de Noordzee tijdelijk gesloten. Dit leidde tot lagere vangsten en een vermindering van het aantal zeedagen.
De omzet van de kottersector steeg door betere prijzen (vooral voor garnalen) met 6 procent naar 308 miljoen euro. Op de belangrijkste kostenpost, gasolie, werd 5 miljoen euro bespaard door vermindering van het aantal zeedagen en inzet van kleinere kotters.
De opbrengst van de totale zee- en kustvisserij steeg vorig jaar tot 515 miljoen euro. Daarvan nam de Noordzee-kottervloot 60 procent voor haar rekening en de grote zeevisserijvloot (onder meer haringvangst, vooral buiten de Noordzee) 23 procent. De opbrengst van IJsselmeervis steeg tot 6 miljoen euro.
Voor de kotters bleef de boomkorvisserij de belangrijkste vistak met een licht gedaalde opbrengst van 232 miljoen euro. De garnalenvisserij bereikte een nieuwe recordopbrengst van 54 miljoen euro. Een hoge gasolieprijs drukte de resultaten.
De inzet van de kottervloot uitgedrukt in pk-dagen lag in 2001 bijna 4 procent lager dan het jaar daarvoor. Het aantal opvarenden nam met 3 procent af tot 1773 mensjaren, mede doordat er gemiddeld op iets kleinere schepen werd gevaren. Daarnaast verkleinden de grootste kotters hun bemanning.
Een gemiddelde opvarende verdiende ongeveer 46.000 euro tegenover 39.000 euro in het jaar 2000. De financiële positie van de kotterbedrijven was aan het begin van 2001 verzwakt door de tegenvallende resultaten in het voorgaande jaar.
De aanvoer van mosselen kwam in het seizoen 2001-2002 uit op 42 miljoen kilogram, 28 procent minder dan in het voorgaande jaar. De mosselprijzen waren hoog.